Voor alle verkeersborden volgens de Belgische wegcode, klik op VERKEERSTEKENS.
Voor extra gegevens over ongevallen in het verkeer in België, klik op VERKEERSONGEVALLEN en Verkeersongevallen met doden en gewonden, per datum, dag van de week, tijdstip van de dag en diverse andere ongevalsfactoren, VERKEERSONGEVALLEN.
De taakstelling van de politie is dubbel: politiemensen hebben zowel bestuurlijke als gerechtelijke taken. Deze worden omschreven door de Wet Politieambt (1992), die grondig werd aangepakt door de Wet Geïntegreerde Politiedienst. De bestuurlijke taken van de politie worden daden van bestuurlijke politie genoemd, de gerechtelijke taken zijn daden van gerechtelijke politie.
Bestuurlijke politie Taken van bestuurlijke politie zijn politieopdrachten die zich situeren binnen het preventieve toezicht dat door de politie wordt uitgeoefend. In art.14 Wet Politieambt worden deze omschreven. Het betreft de handhaving van de openbare orde en het toezicht op de naleving van de politiewetten- en verordeningen, de voorkoming van misdrijven en de bescherming van personen en goederen.
Gerechtelijke politie Taken van gerechtelijke politie zijn politieopdrachten die ertoe strekken misdrijven op te sporen en vast te stellen en hierbij bewijzen te verzamelen die eventueel later aan de rechter kunnen worden voorgelegd. In art.15 Wet Politieambt zijn deze taken nader omschreven. Daden van gerechtelijke politie hebben een repressief karakter, in tegenstelling tot daden van bestuurlijke politie die eerder preventief van aard zijn. Het onderscheid tussen de twee is in de praktijk niet altijd gemakkelijk te maken. Een zekere mate van overlapping tussen beide taken is mogelijk. Politiemensen zijn verplicht misdrijven op te sporen, vast te stellen, en ze ter kennis te brengen van het openbaar ministerie. Bij het opsporen en vaststellen van misdrijven treden zij op onder de leiding en het gezag van de procureur des Konings - dan is het een opsporingsonderzoek; en zo de zaak het voorwerp van een gerechtelijk onderzoek uitmaakt, onder de leiding en het gezag van de onderzoeksrechter. Het is de magistraat (procureur des Konings of onderzoeksrechter) die verantwoordelijk is voor de sturing van het onderzoek. De operationele leiding berust bij de hiërarchische oversten van de politiekorpsen.
Bevoegde personen De personen bevoegd om toezicht uit te oefenen op de naleving van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer en de ter uitvoering daarvan genomen reglementen, zijn:
Het personeel van het operationele kader van de federale en de lokale politie en het personeel van het administratieve en logistieke kader van de federale en lokale politie voor wat de vaststellingen die gesteund zijn op materiële bewijsmiddelen die door bemande of onbemande automatisch werkende toestellen worden opgeleverd, betreft.
De ambtenaren en beambten van het Bestuur van het Vervoer te Land, van het Bestuur van de Verkeersreglementering en van de Infrastructuur, die met een mandaat van gerechtelijke politie belast zijn;
De ambtenaren en de beambten van de Regie der Luchtwegen, die met een mandaat van gerechtelijke politie belast zijn, binnen de grenzen van de luchthavens en van hun aanhorigheden;
(Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest) de ingenieurs en conducteurs van Bruggen en Wegen en andere voor het toezicht op de openbare weg aangestelde beambten;
(Vlaams Gewest) de voor het toezicht op de openbare weg aangestelde personeelsleden, de wegeninspecteurs, vermeld in artikel 16 van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, en personeelsleden die de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, en het verkeersveiligheidsbeleid, aanwijst;
De veldwachters, aangesteld door de deputaties van de provincieraden, binnen de grenzen van hun territoriale bevoegdheid;
Het personeel aangesteld voor het bewaken en het bedienen van de in de openbare weg liggende bruggen, voor wat het verkeer op die bruggen en in de nabijheid ervan betreft;
Het douanepersoneel bij de uitoefening van zijn dienst;
De officieren en agenten van de politie der spoorwegen, binnen de perken van hun territoriale bevoegdheid;
De conducteurs, controleurs en opzichters van de Algemene Dienst der Militaire Gebouwen, voor wat het gebruik van de militaire wegen betreft;
De eerstaanwezende ingenieurs-hoofden van dienst, de rijksingenieurs van Waters en Bossen, de brigadechefs en technische beambten van het Bestuur van Waters en Bossen, voor wat het verkeer op de boswegen van de Staat betreft;
Het personeel van de Belgische militaire politie bij de uitoefening van zijn dienst;
Het personeel van de maatschappijen voor gemeenschappelijk vervoer bij de uitoefening van zijn dienst, belast met een mandaat van gerechtelijke politie;
(Enkel Brussels Hoofdstedelijk Gewest) De ambtenaren en personeelsleden aangesteld door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het exclusieve kader van de bevoegdheden van het Gewest bedoeld in dit besluit.
Bindende kracht van de bevelen van de bevoegde personen
De weggebruikers moeten onmiddellijk gevolg geven aan de bevelen van de bevoegde personen.
Als bevelen worden inzonderheid beschouwd:
De arm rechtop gestoken, wat stoppen betekent voor alle weggebruikers, behalve voor die welke zich op een kruispunt bevinden en dit dan ook moeten vrijmaken;
De arm of de armen horizontaal uitgestrekt, wat stoppen betekent voor de weggebruikers die naderen uit richtingen welke deze aangewezen door de arm of armen, dwarsen;
Het overdwars zwaaien met een rood licht, wat stoppen betekent voor de bestuurders naar wie het licht gekeerd is;
De bevelen gericht tot de in beweging zijnde weggebruikers kunnen slechts gegeven worden door personen die de kentekens van hun functie dragen. Die kentekens moeten zowel 's nachts als bij dag te herkennen zijn.
Elke bestuurder van een stilstaand of geparkeerd voertuig moet dit verplaatsen zodra hij daartoe door een bevoegd persoon aangemaand wordt. Weigert de bestuurder of is hij afwezig, dan mag de bevoegde persoon ambtshalve voor de verplaatsing van het voertuig zorgen. De verplaatsing gebeurt op risico en kosten van de bestuurder en de burgerlijk aansprakelijke personen, behalve wanneer de bestuurder afwezig is en het voertuig reglementair is geparkeerd. Zonder het optreden van een bevoegd persoon kan dit recht in dezelfde omstandigheden, niet door een weggebruiker uitgeoefend worden.
Bindende kracht van de verkeerstekens De weggebruikers moeten de verkeerslichten, verkeersborden en wegmarkeringen in acht nemen wanneer deze regelmatig zijn naar de vorm, voldoende zichtbaar zijn en overeenkomstig de voorschriften van dit reglement zijn aangebracht.
Waarde van de bevelen van de bevoegde personen, van de verkeerstekens en van de verkeersregels De bevelen van bevoegde personen gaan boven de verkeerstekens alsook boven de verkeersregels
. De verkeerstekens gaan boven de verkeersregels.Als de verkeerslichten op een bepaalde plaats werken gelden hier de verkeersborden betreffende de voorrang niet die op dezelfde weg geplaatst zijn. Deze bepaling geldt noch voor het oranjegeel knipperlicht, noch voor de lichten boven de rijstroken, noch voor de voorrangsborden B22 en B23.
Bestudeer eerst bovenstaande cursus. IN ONDERSTAANDE GEGEVENS STAAN ER VAAK HYPERLINKS. KLIK ER OP EN LEES OOK DIE TEKSTEN. ER WORDEN DAAR VRAGEN OVER GESTELD. Antwoorden te halen uit bovenstaande gegevens. Selecteer het antwoord dat je het meest juist lijkt en/of vul in.
MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, INDIEN HET WOORD ER STAAT, TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
Tik het juiste woord in! Politieagenten noemt men ............... personen.
Politieagenten:
moeten met twee optreden.
mogen alleen optreden.
Politieagenten mogen:
in burgerpak optreden.
niet in burgerpak optreden.
Politieagenten mogen:
alleen overdag optreden.
ook 's nachts optreden.
Zie bijgevoegde figuur! Een rechtop gestoken arm wil zeggen:
verder rijden.
stoppen.
afslaan.
Zie bijgevoegde figuur! Wanneer een agent de armen horizontaal houdt, mag je aan het kruispunt:
verder rijden.
stoppen.
oversteken.
afslaan.
Zie bijgevoegde figuur! Je moet dus stoppen als je loodrecht op de richting van de armen wil gaan of rijden. Een ander woord voor LOODRECHT is:
haaks.
verder rijden.
stoppen.
oversteken.
afslaan
Het kan gebeuren dat de agent je een wenkende beweging met de voorarm geeft. Hij wil dan zeggen dat je mag:
doorrijden.
stoppen.
oversteken.
afslaan.
Kies uit 4 woorden! Maakt een agent aan een kruispunt KLEINE CIRKELTJES met de voorarm dan betekent zulks dat je moet:
doorrijden.
versnellen.
oversteken.
afslaan
Zie bijgevoegde figuur! Maakt een agent aan een kruispunt met zijn voorarm, TRAAG OP- EN NEERGAANDE BEWEGINGEN, betekent zulks dat je moet:
doorrijden.
versnellen.
oversteken.
vertragen.
Kies uit 4 woorden! Een FLUITSIGNAAL dient enkel om de ..... van de weggebruiker op de agent te bevestigen.
versnellen
aandacht
oversteken
vertragen
Bij een rood verkeerslicht, aan je rechterkant opgesteld, mag je:
altijd doorrijden.
nooit doorrijden.
soms doorrijden.
Bij een oranje verkeerslicht, aan je rechterkant opgesteld, mag je:
altijd doorrijden.
nooit doorrijden.
soms doorrijden.
Bij een groen verkeerslicht, aan je rechterkant opgesteld, mag je:
altijd doorrijden.
nooit doorrijden.
soms doorrijden.
Voetgangerslichten -het stelt een voetganger voor- kunnen rood of groen zijn. Vooraleer rood te worden zal het groene licht:
wel knipperen.
niet knipperen.
Zie figuur! Politie met uitgestrekte armen wil zeggen:
je mag verder rijden in de richting van de armen.
Je mag niet verder rijden in de richting van de armen.