EXTRA OEFENINGEN VERKEERSVEILIGHEID

Zie bijgevoegde figuur! Wie heeft voorrang?
1. Vrachtwagen.
2. Personenwagen.
3. Geen van beiden.
Zie bijgevoegde figuur! Wie heeft voorrang?
1. De fietser.
2. De auto.
3. Geen van beiden.
Zie bijgevoegde figuur! Wie heeft voorrang?
1. De auto.
2. Geen van beiden.
3. De vrachtwagen.
Zie bijgevoegde figuur! Wie moet voorrang verlenen?
1. De fietser.
2. Geen van beiden.
3. De motor.
Zie bijgevoegde figuur! In welke volgorde mag het kruispunt overgestoken worden?
1. Fietser - auto - vrachtwagen.
2. Auto - fietser - vrachtwagen.
3. Vrachtwagen - auto - fietser.
4. Vrachtwagen - fietser - auto.
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet rechts van de fietser staan?
1. D7, verplicht fietspad.
2. D5, verplicht rondgaand verkeer.
3. D1, verplicht naar links te fietsen.
Zie bijgevoegde figuur! Bovenaan staat het verkeersbord C1! Alle goede vragen aanduiden!
1. Mag de auto rechtdoor rijden?
2. Mag de auto rechts afzwenken?
3. Mag de auto links afzwenken?
4. Mag de fietser rechtdoor rijden?
5. Mag de fietser rechts afzwenken?
6. Mag de fietser links afslaan?
Zie bijgevoegde figuur! Mag de fietser rechts afslaan?
Antwoorden met ja of neen!
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Loopt de vrouw a goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Staan de pratende heren b goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Rijdt de auto c goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Rijdt de fietser d goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Loopt de hond f goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Spelen de voetballende jongens g goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Rijdt het meisje met de step h goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Wandelen de vrouw en de man i goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Rijdt de fietser j goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Tik het woord fout of het woord goed!
Rijdt de auto e goed of fout?
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
De vrachtwagen moet stoppen!
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
De jongen op de achtergrond mag oversteken!
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
De auto mag verder rijden!
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
Er zijn verkeerslichten!
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
Het meisje mag oversteken!
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
De twee wandelende meisjes?
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
Het meisje in het midden van de straat?
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
De spelende kinderen tussen de bomen?
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
Het meisje dat achter de bal aanholt?
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
De vijf jongen op het voetpad?
Zie bijgevoegde figuur! Antwoorden met juist of fout.
De meisjes die elkaar duwen?
Zie bijgevoegde figuur! Wie heeft voorrang?
1. De jongen.
2. Het meisje.
3. Geen van beiden.
Zie bijgevoegde figuur! Wie heeft voorrang?
1. De fietser.
2. Geen van beiden.
3. De auto.
Zie bijgevoegde figuur! Wie heeft voorrang als op de weg van de fietser het bord B15a staat?
1. De fietser.
2. De auto.
3. De vrachtwagen.
Zie bijgevoegde figuur! Wie heeft voorrang als op de weg van de fietser het bord B1 staat?
1. De fietser.
2. De auto's.
Zie bijgevoegde figuur! Wie heeft voorrang als op de wegen het bord B17 staat?
1. De fietser, dan de vrachtwagen, dan de auto.
2. De auto, dan de vrachtwagen, dan de fietser.
3. De vrachtwagen, dan de fietser, dan de auto.
Zie bijgevoegde figuur! Hoe zit het met de voorrang?
1. auto 1, dan auto 2, dan auto 3.
2. auto 2, dan auto 1, dan auto 3.
3. auto 3, dan auto 2, dan auto 1.
Zie bijgevoegde figuur! Waaraan kan de bestuurder van de auto zien dat hij geen voorrang heeft?
1. Aan het verkeersbord B1.
2. Aan het verkeersbord B5.
3. Aan het verkeersbord B17.
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur a?
bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 1
2. Bord 2
3. Bord 3
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur b?
bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 1
2. Bord 2
3. Bord 3
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur c?
bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 1
2. Bord 2
3. Bord 3
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur f?
Bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 3
2. Bord 1
3. Bord 2
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur g?
Bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 1
2. Bord 3
3. Bord 2
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur h?
Bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 1
2. Bord 2
3. Bord 3
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur a?

Bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 2
2. Bord 3
3. Bord 1
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur b?

Bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 1
2. Bord 2
3. Bord 3
Zie bijgevoegde figuur! Welk verkeersbord moet er staan bij figuur c?

Bord 1 Bord 2 Bord 3
1. Bord 3
2. Bord 1
3. Bord 2