GA NAAR STARTPAGINA
GA NAAR EINDE PAGINA
De belangrijkste verkeersregels zijn in het "Verkeersreglement" samengebracht. De rechten en plichten van alle weggebruikers worden daarin nauwkeurig opgesomd. Je vindt er ook een ganse reeks "hulpmiddelen" in terug die de weggebruikers helpen om zo veilig mogelijk te rijden, te parkeren enz.. Deze hulpmiddelen noemt men de VERKEERSTEKENS.
Ze worden in drie categorieën onderverdeeld:
DE VERKEERSLICHTEN, DE VERKEERSBORDEN, DE WEGMARKERINGEN.
Het aanwijzingsbord is vaak een rechthoekig bord met een dunne witte rand en een blauw veld met daarin witte figuren. Soms is het een vierkant, of een rechthoekige pijl, of een oranje rechthoekig bord met zwarte pijlen of een wit bord met een zwarte figuur.
F1 Begin van een bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom is de snelheid beperkt tot 50 km per uur.
F3 Einde van een bebouwde kom.
F4a Begin van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur.
F4b Einde van de zone met snelheidsbeperking van 30 km per uur.
F5 Begin of oprit van een autosnelweg.
F7 Einde van een autosnelweg.
F9 Autoweg.
F11 Einde van een autoweg.
F12a F12a Begin van een woonerf.
F12b F12b Einde van het woonerf.
F13 Verkeersbord dat (witte) pijlen op de rijbaan aankondigt en de keuze van een rijstrook voorschrijft.
F14 Opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.
F15 Dit verkeersbord schrijft de keuze voor van een rijrichting.
F17 Aanduiding van de rijstroken van een rijbaan met een strook voorbehouden aan autobussen (BUSSTROOK). De andere weggebruikers mogen alleen maar in de busstrook rijden om van richting te veranderen.
F18 Aanduiding van de rijstroken van een rijbaan met een strook voorbehouden aan autobussen (BUSSTROOK) en tram.
F19 Openbare weg met éénrichtingsverkeer.
F21 Rechts of links voorbijrijden toegelaten.
F23a Nummer van een rijksweg.
F23b Nummer van een autosnelweg.
F23c Nummer van een internationale weg.
F23d Nummer van een ringweg.
F25 Voorwegwijzer. Het bord duidt in schemavorm de verschillende richtingen en wegen aan. De weg die aan dit kruispunt voorrang heeft kan door een brede streep worden voorgesteld.
F27 Voorwegwijzer. Bij de aangeduide richtingen wordt op het bord het nummer van de weg aangegeven.
F29 Voorwegwijzer. De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.
F31 Voorwegwijzer. Reisweg over een autosnelweg.
F33a Bewegwijzeringsbord op afstand: luchthaven, universitair centrum, kliniek en ziekenhuis, beurs- of tentoonstellingshal, haven, wijk, ring, bedrijf en industriepark.
F33b Bewegwijzeringsbord op afstand: vallei of waterloop van toeristisch belang.
F34a Bewegwijzeringsbord in de nabijheid van gebouwen of inrichtingen die openbaar of van algemeen belang zijn zoals bv. luchthaven, post, brandweer enz..
F34b1 Wegwijzer: aanbevolen reisweg voor bepaalde categorieën van weggebruikers. De borden mogen ook worden gebruikt voor het aanduiden van toeristische bestemmingen of reiswegen.
F34b2 Wegwijzer: aanbevolen reisweg voor bepaalde categorieën van weggebruikers. De borden mogen ook worden gebruikt voor het aanduiden van toeristische bestemmingen of reiswegen.
F34c1 Wegwijzer van een fietsroute.
F34c2 Wegwijzer van een fietsroute.
F35 Wegwijzer die een recreatieve bestemming aangeeft zoals bv. sportcentrum, monument, enz..
F37 Wegwijzer die horeca-bestemmingen aangeeft zoals bv. restaurant, jeugdherberg enz..
F39 Voorwegwijzer die een omlegging aankondigt.
F41 Wegwijzer die een omlegging aankondigt.
F43 Plaatsnaambord. Dit bord duidt een administratieve grens aan en houdt GEEN bijzondere verkeersvoorschriften in.
F45 Doodlopende weg.
F47 F47 Einde werken.
F49 Oversteekplaats voor voetgangers.
F50 Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.
F50bis Verkeersbord dat de bestuurders die van richting veranderen wijst op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen die dezelfde openbare weg volgen. Een ander bord kan aangeven dat er een oversteekplaats voor voetgangers is op de weg die ze gaan inrijden.
F51a Ondergrondse oversteekplaats voor voetgangers (het mannetje loopt naar beneden). Bovengrondse oversteekplaats voor voetgangers (het mannetje loopt naar boven).
F53 Verplegingsinrichting.
F55 Hulppost.
F57 Waterloop.
F59 Aankondiging van een parking.
F60 Aankondiging van een ondergrondse parking.
F61 Telefoon.
F63 Benzinepost.
F65 Hotel of motel.
F67 Restaurant.
F69 Drankgelegenheid.
F71 Kampeerterrein.
F73 Caravanterrein.
F75 Jeugdherberg.
F77 Trefpunt voor toeristische informatie.
F79 Voorwegwijzer die de vermindering van het aantal rijstroken aangeeft.
F81 Voorwegwijzer die een uitwijking aankondigt.
F83 Voorwegwijzer die de doorsteek van een middenberm aankondigt.
F85 Verkeer toegelaten in beide richtingen op een deel van de rijbaan met éénrichtingsverkeer.
F87 Verkeersdrempel.
F89 Voorwegwijzer die een gevaar of een verkeersregel aankondigt die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken van een rijbaan.
F91 Verkeersbord dat een gevaar aanduidt of een verkeersregel voorschrijft die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken van een rijbaan.
F93 Verkeersbord dat een radio-omroep aanduidt waar verkeersinformatie wordt gegeven.
F95 Noodstopstrook.
F97 Verkeersbord dat een versmalling aanduidt die de omvang heeft van een rijstrook.
F99a Begin van de weg voor het verkeer voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters.
F99b Begin van de weg voor het verkeer voorbehouden voor voetgangers en fietsers met aanduiding van het deel van de weg.
F101a Einde van de weg voor het verkeer voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters.
F101b Einde van de weg voor het verkeer voorbehouden voor voetgangers en fietsers met aanduiding van het deel van de weg.
F103nl Begin van een voetgangerszone.
F105nl Einde van een voetgangerszone.
S.1. Luchthaven.
S.2. Beurs- of tentoonstellingshal.
S.3. Haven.
S.4. Car-ferry.
S.5. Bedrijf en industriepark.
S.10. Politiediensten.
S.11. Brandweer.
S.12. Civiele bescherming.
S.13. Begraafplaats.
S.14. Busstation.
S.15. Treinstation.
S.16. Wegstation.
S.17. Stadhuis of gemeentehuis (voorbeeld).
S.18. Plaats voor eredienst.
S.19. Gerechtsgebouw.
S.20. Auto- slaaptrein.
S.21. Postkantoor.
S.30. Sportcentrum, stadion, omnisporthal.
S.31. Kasteel.
S.32. Ruïnes.
S.33. Klooster, abdij.
S.34. Cultureel park, recreatie- of pretpark.
S.35. Monument (voorbeeld).
S.36. Natuurpark.
Verwerk met behulp van bovenstaande teksten de volgende oefeningen: