Formaties en uitgestorven dieren uit het Mioceen (deel1)

DE WOORDEN TE GEBRUIKEN IN ONDERSTAAND KRUISWOORDRAADSEL STAAN HIER IN ONDERSTAANDE TEKST UITGELEGD.

De in het blauw onderlijnde woorden zijn koppelingen (hyperlinks) naar andere websites!


EonEratheem
Era
Systeem
Periode
Serie
Tijdvak
Tijd geleden
(Ma)
FanerozoïcumCenozoïcumKwartairHoloceen0,0117 - heden
Pleistoceen2,58 - 0,0117
NeogeenPlioceen5,333 - 2,58
Mioceen23,03 - 5,333
PaleogeenOligoceen33,9 - 23,03
Eoceen56,0 - 33,9
Paleoceen66,0 - 56,0


De prehistorie begint met het verschijnen van de mens.
Zie ook bronstijd en ijzertijd.


Leven we nu in een massa-extinctie? Klik hier.
klimaatverandering: natuurlijke en menselijke oorzaken. Klik hier en Klik hier.


Neogeen (duurde van 23,03 tot 2,58 miljoen jaar geleden)


Tijdens het Neogeen botste Afrika tegen Eurazië aan. Ook ontstond er een landbrug tussen Noord- en Zuid-Amerika. Door convergente beweging van de continenten Afrika en India met Eurazië ging vorming van de Alpen en de Himalaya door. De Tethysoceaan tussen Afrika en Europa verdween, op wat restanten na: de huidige Middellandse Zee, Zwarte Zee, Kaspische Zee en het Aralmeer. Rond 5,5 miljoen jaar geleden zorgde deze beweging voor het afsluiten van de Straat van Gibraltar, waardoor de Middellandse Zee afgesloten werd en periodisch droog viel (de Messinian salinity crisis). Aan het einde van het Neogeen koelde het klimaat geleidelijk verder af waardoor er in het Kwartair een ijskap op de noordpool kon ontstaan. Het zeeniveau daalde. De primaten en mensachtigen kwamen in het Neogeen tot ontwikkeling. Het Neogeen is onderverdeeld in de twee tijdvakken Mioceen en Plioceen.


Mioceen (duurde van 23,03 tot 5,333 miljoen jaar geleden )



Enkele belangrijke geologische formaties (België en Nederland) uit het Mioceen

Formatie van Berchem
De Formatie van Berchem is een geologische formatie in de ondergrond van het noorden van België, met name rondom de stad Antwerpen. De formatie bestaat voornamelijk uit ondiep marien zand. De Formatie van Berchem dagzoomt in het zuiden van de provincie Antwerpen. Verder naar het noorden is de formatie in de ondergrond te vinden als een ongeveer 100 meter dikke laag.
De Formatie van Berchem is afgezet in de ondiepe zee die wat tegenwoordig het noorden van België is in het Mioceen bedekte. De belangrijkste lithologie is groenig tot zwartig glauconietrijk fijn zand met een ouderdom van het Laat-Aquitanien (21 miljoen jaar geleden) tot en met het Serravallien (tot 11 miljoen jaar geleden). Er komen kleiige lagen voor en de formatie is rijk aan fossielen van met onder andere mollusken.
In de omgeving van Antwerpen is de formatie onderverdeeld in de Zanden van Edegem, de Zanden van Kiel en de Zanden van Antwerpen. In de Kempen is de formatie onderverdeeld in de Zanden van Antwerpen en de Zanden van Zonderschot. Op sommige plekken wordt nog een onderste lid onderscheiden in het Grind van Burcht. Dit bestaat uit conglomeraat ontstaan tijdens de transgressie van de zee, bestaande uit fosforiet en schelpfragmenten, haaientanden en uit de Boomse Klei verspoelde septaria.
De Formatie van Berchem ligt op de Oligocene formaties van Boom en zanden van Voort. Ze wordt overdekt door de Laat-Miocene Formatie van Diest. Over de grens met Nederland vormen de afzettingen van de Formatie van Berchem een onderdeel van de Formatie van Breda.


Formatie van Bolderberg
De Formatie van Bolderberg is een geologische formatie in de ondergrond van het noorden van België. De formatie bestaat uit een afwisseling van ondiep mariene tot continentale zanden en kleien.
De formatie heeft een ouderdom van Laat-Aquitanien tot en met Burdigalien (ongeveer 21 tot 16 miljoen jaar geleden, in het vroege Mioceen) en dagzoomt in de provincies Brabant en Limburg. In het noorden van deze provincies vormt de formatie een ongeveer 50 meter dik pakket in de ondergrond, behalve in de Roerdalslenk, waar ze meer dan 250 meter dik kan worden.
De formatie bestaat voornamelijk uit groenig (glauconiethoudend) fijn zand, dat soms wordt afgewisseld met laagjes grof zand of grind, kleilaagjes of (heel af en toe) bruinkoollaagjes. De grindlaagjes bevatten soms haaientanden of vuursteen-klasten.
De formatie wordt onderverdeeld in twee leden: het Zand van Houthalen en het Zand van Genk. Het stratotype bevindt zich in de Bolderberg, een getuigenheuvel in het westen van de provincie Limburg.
De Formatie van Bolderberg werd ingevoerd in de literatuur door de Belgische geoloog André Dumont in 1850. Ze ligt in de meeste gevallen boven op de oudere (Oligocene) Formatie van Voort en Afzettingen van Rupel. Boven de Formatie van Bolderberg liggen de jongere (Laat-Miocene) Formatie van Diest en Formatie van Kasterlee. De Formatie van Bolderberg is waarschijnlijk correleerbaar (gelijktijdig gevormd) met de Formatie van Berchem verder naar het westen, in de provincie Antwerpen.


Formatie van Breda
De Formatie van Breda is een geologische formatie in de ondergrond van Nederland. De formatie bestaat uit glauconiethoudende mariene zanden en kleien, die werden gevormd tijdens het Mioceen (een tijdperk van 23 tot 5 miljoen jaar geleden). Hoewel de formatie niet zeer rijk is aan fossielen, kunnen soms botten van vissen, schelpen, beenderen of haaientanden voorkomen. De Formatie van Breda werd gevormd in de ondiepe zee die het huidige Nederland in het Mioceen bedekte. Ze ligt meestal over de kleiige Vroeg-Oligocene Formatie van Rupel of de zanden en kleien van de Laat-Oligocene Formatie van Veldhoven en is van enkele meters tot (in de Roerdalslenk) meer dan 700 meter dik. De top van de formatie is in het zuiden en oosten van Nederland een erosievlak. In het westen gaat de formatie geleidelijker over in de Pliocene Formatie van Oosterhout. In de Roerdalslenk ligt de voornamelijk Pliocene Kiezeloöliet Formatie soms boven op de Formatie van Breda.
Plaatselijk wordt de Formatie van Breda soms onderverdeeld in laagpakketten. Het Laagpakket van Aalten is een siltige en kalkhoudende klei met schelpen. Het Laagpakket van Eibergen is een klei met glauconiethoudende zandlaagjes, waarvan de basis een conglomeraat is waarin walvisbotten en haaientanden voorkomen. Het Laagpakket van Zenderen bestaat uit groen, glauconiethoudend fijn zand. Het Laagpakket van Delden bestaat uit zandige, glauconiet- en goethiethoudende klei en leem. In Zeeland zijn in de Formatie van Breda fosforietknollen aangetroffen die tot 300 ppm Uranium bevatten. In het oosten ligt de Formatie van Breda vertand met de gelijktijdig gevormde continentale bruinkool- en zilverzandafzettingen van de Ville Formatie. De Formatie van Breda is in België als Formatie van Berchem en Formatie van Diest bekend.


Formatie van Diest
De Formatie van Diest, is een mariene geologische formatie in de ondergrond van het noorden van België. De formatie werd gevormd tijdens de geologische tijdperken Tortonien en Vroeg-Messinien (ongeveer 11 tot 7 miljoen jaar geleden, in het late Mioceen) en dagzoomt in de provincies Brabant, Antwerpen en Limburg. Ze werd gevormd tijdens de laatste grote transgressie van de zee vanuit het noorden, waarbij een groot deel van de landmassa van wat tegenwoordig België heet onder water viel.
Plaatselijk kan de formatie in erosieve geulen meer dan 100 meter dik zijn, maar meestal is ze minder dik. De formatie bestaat uit groenig tot bruinig grof zand, dat glauconiet bevat maar weinig fossielen. Soms worden echter haaientanden gevonden. De formatie is erg homogeen en vertoont vaak sterke sporen van bioturbatie. Het stratotype bevindt zich bij de plaats Diest, waar de formatie ook naar genoemd is.
De Formatie van Diest werd ingevoerd in de literatuur door de Belgische geoloog André Dumont in 1839. In de tijd dat de relatieve ouderdom van de formatie nog niet duidelijk vaststond werd het tijdperk waarin ze gevormd werd wel het Diestiaan (Diestien) genoemd. De zee die over België lag en waarin de Formatie van Diest gevormd werd wordt de Diestiaanzee genoemd. Over de grens met Nederland vormen dezelfde afzettingen een onderdeel van de Formatie van Breda.


Kiezeloöliet Formatie
De Kiezeloöliet Formatie is een geologische formatie in de ondergrond van Nederland, het noordwesten van Duitsland en het uiterste noordoosten van België. De formatie bestaat uit fluviatiele sedimenten die met name in de depressie van de Roerdalslenk zijn afgezet. In Nederland en België komt de formatie buiten Limburg en het oosten van Noord-Brabant niet voor.
De formatie werd gevormd van het Tortonien (10 miljoen jaar geleden, Laat-Mioceen) tot het Tiglien (Vroeg-Pleistoceen, 2 miljoen jaar geleden). De formatie werd afgezet door de Rijn, die kwartsrijk materiaal uit de Alpen naar het noorden voert. De Rijn lag tijdens het Plioceen verder naar het westen, ongeveer ter hoogte van waar tegenwoordig de Maas stroomt.
De formatie is genoemd naar het voorkomen van kieseloölieten (oölieten bestaande uit silica). Deze zijn afkomstig uit Jurassische gesteenten in Lotharingen maar komen slechts sporadisch voor.
De Kiezeloöliet Formatie wordt gerekend tot de Boven-Noordzee Groep en ligt normaal gesproken boven op de mariene Formatie van Breda. Ze gaat in het westen over in de eveneens mariene Formatie van Oosterhout. Een andere interpretatie is dat de Formatie van Oosterhout ouder is dan de Kiezeloöliet Formatie en dus ook onder de laatste aanwezig kan zijn. De Formatie van Mol in het noorden van België is mogelijk gelijk aan of gelijktijdig met de Kiezeloöliet Formatie ontstaan. In Nederland wordt de Kiezeloöliet Formatie meestal overdekt door de Formatie van Maassluis.


Andere belangrijke formaties (Continent Amerika) uit het Mioceen zijn:
Alajuela-formatie, Chagres-formatie, Chucunaque-formatie, Curré-formatie, Bogotá-formatie, John Day Formation, Gatún-formatie, Punta Judas-formatie, Río Banano-formatie, Santa Cruz-formatie, Uscari-formatie, Villavieja-formatie.


Enkele belangrijke uitgestorven dieren
Barawertornis is een uitgestorven niet-vliegende vogel uit Australië. Dit dier behoort tot de familie Dromornithidae (dondervogels) uit de orde van de eendachtigen. Er is één soort, B. tedfordi.

Barbourofelidae zijn een familie van uitgestorven katachtige roofdieren. De soorten uit deze familie leefden tijdens Mioceen in Afrika, Eurazië en Noord-Amerika, waarna ze vervangen werden door de echte katten.

Barbourofelis is een uitgestorven katachtig roofdier en de naamgever van de familie Barbourofelidae. Dit dier leefde tijdens het Laat-Mioceen in Noord-Amerika en Eurazië.

Barinya een fossiel roofbuideldier dat gevonden is in het Mioceen van Riversleigh (Queensland).

Blastomeryx is een uitgestorven geslacht van zoogdieren, dat voorkwam van het Vroeg-Mioceen tot het Laat-Plioceen.

Borhyaena is een uitgestorven buideldierachtige uit de Sparassodonta. Het was een carnivoor die tijdens het Mioceen in Zuid-Amerika leefde.

Brontornis een uitgestorven geslacht van schrikvogels (Phorusrhacidae), een familie van looproofvogels die tijdens een groot deel van het cenozoïcum de dominante roofdieren in Zuid-Amerika waren.

Bullockornis een uitgestorven niet-vliegende vogel uit Australië. Dit dier behoort tot de familie Dromornithidae (dondervogels) uit de orde van de eendachtigen. Er is één soort, B. planei.

Klik op een nummer in het raster om de aanwijzing of aanwijzingen voor dat nummer te zien. Als je vastzit, kun je op "Hint" klikken om een letter te krijgen. Men verliest dan wel punten. Vul het kruiswoordraadsel volledig in en klik vervolgens op de toets "CONTROLEER", om je antwoorden te controleren.

Men kan naargelang de gebruikte browser, de oefening opnieuw maken, door met de rechtermuistoets te klikken op het scherm. Er opent zich een nieuw venster. Als er in dat venster het woord "vernieuwen" staat kan men daar op klikken.
  1          2            3          4    
5         6           7     8         9      
                              
 10               11                  
             12             13        
14                                
     15     16                        
17                    18     19           
    20                  21            
               22           23     24     
           25                    26   
27                   28               
                          29      
 30    31           32     33                 
           34                     
   35                             
36                        37          
     38         39          40            
 41          42               43          
                    44         45     
        46                        
                  47              
   48             49    50                
             51                   
  52      53                54            
                              
55                                
                   56             
57            58                      
                59                

Horizontaal

5. Het proces van slijtage van een vast oppervlak waarbij materiaal wordt verplaatst of geheel verdwijnt.
6. Een granulair afzettingsgesteente. De korrels zijn grover dan zand en fijner dan steen.
8. Een dorp in de Belgische provincie Antwerpen en een deelgemeente van Zwijndrecht.
9. Een plaats en gemeente in de Belgische provincie Antwerpen. Ligt aan de rivier de Rupel.
10. Is in de stratigrafie een typelocatie, in de vorm van een bepaalde ontsluiting.
11. Keisteen, silex of flint, is een gesteente dat vaak in klompen in kalksteen wordt aangetroffen en meestal bruin of grijs van kleur is.
13. Een plaats en gemeente in de Belgische provincie Antwerpen. Behoort tot het kieskanton en het gerechtelijk kanton Kontich.
14. Een 950 kilometer lange rivier, ontspringt in Frankrijk en stroomt daarna nog door België en Nederland.
16. Een uitgestorven buideldierachtige uit de Sparassodonta.
17. Een grondsoort die voornamelijk bestaat uit silt.
19. Ligniet is een fossiele brandstof die bestaat uit plantenresten die in diepe aardlagen tot koolstof en andere scheikundige verbindingen worden omgezet.
20. Een mineraal is een fylosilicaat met de chemische formule (K,Na). Het behoort tot de mica's.
22. Een geslacht van weekdieren uit de klasse van de Gastropoda (slakken).
23. Een stad ligt in het noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant op de grens tussen het Hageland en de Kempen.
25. Een stad in de Belgische provincie Limburg. In het verleden waren er drie steenkoolmijnen.
27. In de bodemkunde, sedimentologie, limnologie en oceanografie het door elkaar werken en verplaatsen van sediment door planten en dieren.
28. Een gemeente in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en is gelegen ten westen van Eindhoven, ten oosten van Eersel en ten noorden van Waalre.
29. Een sediment dat qua grootte tussen lutum en zand wordt ingedeeld.
30. Gemeente ligt in de Kempen op een hoogte van 18 meter. Behoort tot het kanton Geel.
34. Een sedimentair gesteente bestaand uit grind (groter dan 64 mm) in een fijnere matrix.
35. Een woord om te zeggen dat het gesteente aan de oppervlakte komt.
36. Een klastisch sedimentair gesteente, dat voornamelijk bestaat uit lutum, gronddeeltjes kleiner dan 2 µm.
37. Een vorm van siliciumdioxide, SiO2 en behoort tot de meest voorkomende mineralen op de aardkorst.
39. Een scheikundig element met symbool U en atoomnummer 92.
41. Een provincie in het zuidwesten van Nederland.
44. In de biologie wordt de term gebruikt om een soort, een gezelschap, een flora of een fauna mee aan te duiden die in zee leeft.
46. Gefossiliseerde tand van haaien.
48. Een fossiel roofbuideldier dat gevonden is in het Mioceen van Riversleigh.
49. Het geologisch tijdvak, (Vlaams: Tigliaan), een super-etage van de serie Pleistoceen.
52. Een uitgestorven niet-vliegende vogel uit Australië.
54. Het geologisch tijdperk (Vlaanderen: Tortoniaan) is in de geologische tijdschaal een tijdsnede (of een etage in het Mioceen.
55. Een slenk in de ondergrond van het zuidoosten van Nederland, uiterste noordoosten van België en westen van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen.
56. Een uitgestorven geslacht van zoogdieren, dat voorkwam van het Vroeg-Mioceen tot het Laat-Plioceen.
57. Fosfaatgesteente is een sedimentair gesteente dat voor minstens 20% uit fosfaten bestaat.
58. Een buurtschap in de gemeente Bergeijk in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het ligt 500 meter ten zuiden van het dorp Riethoven.
59. Een term binnen de geologie om aan te geven dat de kustlijn landinwaarts verschuift, oftewel van bekkenwaarts naar meer continentaal.

Verticaal

1. Een deelgemeente van de fusiegemeente Houthalen-Helchteren in de Belgische provincie Limburg.
2. Al het gesteente dat zich onder het aardoppervlak bevindt.
3. Een korte, 12 km lange zijrivier van de Schelde die ter hoogte van Rumst ontstaat door de samenvloeiing van Nete en Dijle.
4. Gemeente ligt tussen Breda en Tilburg.
7. Een geomorfologisch proces onder de werking van een stromend medium.
12. In de gesteentekunde en sedimentologie een brokstuk van een gesteente, dat in een sediment of een ander gesteente is geïncorporeerd.
15. Een dorp in de Belgische gemeente Heusden-Zolder dat zijn naam ontleent aan een getuigenheuvel (60 m boven de zeespiegel).
18. Een stad in Vlaanderen, ligt grotendeels op de rechteroever van de Schelde en heeft een uitgestrekt havengebied.
21. Een Nederlandse stad in het westen van de provincie Noord-Brabant. Vanouds de voornaamste stad van West-Brabant.
23. Een oude zee die 70 tot 3 miljoen jaar geleden regelmatig het noorden van België overspoelde.
24. Andere naam voor Siliciumdioxide. Bekendste oxide van silicium.
26. De benaming voor een heuvel met een bepaalde geologische oorsprong.
30. Een wijk in Antwerpen, net ten zuiden van het stadscentrum.
31. De benaming voor door wind, water en/of ijs getransporteerd materiaal.
32. Andere naam voor weekdieren.
33. Een bergketen in Europa, die zich uitstrekt van de Franse Middellandse Zeekust in het zuidwesten tot de Pannonische vlakte in het oosten.
38. Hard, los en korrelig materiaal en een van de meest voorkomende natuurlijke stoffen op aarde.
40. Een geografische streek in het noordoosten van België en het zuidoosten van de Nederlandse provincie Noord-Brabant, ten zuiden van de lijn Eindhoven-Tilburg.
42. Was een provincie van België die na de Belgische onafhankelijkheid in 1831 ontstond door hernoeming van de provincie Zuid-Brabant. Bestond uit de arrondissementen Brussel, Leuven en Nijvel.
43. Een uitgestorven geslacht van schrikvogels.
45. Een plaats in België en een district van de stad Antwerpen.
47. Een van de langere rivieren van Europa, 800 kilometer ervan ligt in Duitsland.
50. Een mineraal, is een ijzer- en zuurstofhoudend hydroxide.
51. Een van de vijf provincies van het Vlaams Gewest en een van de tien provincies van België. De hoofdstad van deze provincie is Hasselt.
53. Een groep van circa 82 soorten grote, in het water levende zoogdieren.