Uitgestorven dieren uit het Cambrium

Leerstof: zie
Marrella is een geslacht van ongewone fossiele geleedpotigen. Klik hier.
Pikaia is een geslacht uit de Cephalochordata. Klik hier.
Haikouichthys is een geslacht van uitgestorven chordadieren uit het Vroeg-Cambrium. Klik hier.


Invuloefening!
De in het blauw onderlijnde woorden zijn koppelingen (hyperlinks) naar gegevens in Wikipedia!

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, ALS HET WOORD BESTAAT,TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
Trilobieten
Tijdens het Paleozoïcum leefden in de zee een groep van diertjes. Dit waren de zogenaamde Trilobieten. Ze waren gemiddeld tussen de drie en tien centimeter lang. Sommige soorten konden tot centimeter lang worden. Trilobieten leefden in de zeeën van het Paleozoïcum (ca. 540-250 miljoen jaar geleden). Vooral tijdens het (ca. 540-500 miljoen jaar geleden) waren ze zeer talrijk. Aan het eind van het Cambrium stierven veel diersoorten uit, maar de trilobieten wisten zich goed te herstellen. Toen aan het eind van het weer veel levensvormen uitstierven, verdwenen ook de meeste trilobieten. In het Carboon en Perm zijn ze zeldzaam, daarna verdwijnen ze helemaal. Er zijn meer dan 1500 trilobietengeslachten bekend, met vele duizenden soorten. Door hun grote vormenrijkdom zijn trilobieten met name belangrijk voor de stratigrafie van het Cambrium en Ordovicium.

Opbouw Trilobietanatomie en morfologie. Klik hier.

Trilobieten worden gekenmerkt door een lichaam dat zowel in de lengte- als in de breedte in drie is gedeeld. De naam: trilobiet (= drielobbige) danken ze aan de driedeling in de breedte. Het voorste gedeelte van het lichaam, het cephalon of , is vergroeid tot een harde plaat. Daarachter ligt een reeks van segmenten die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, de thorax of . Het achterste stuk, het pygidium of , is vaak vergroeid, maar kan ook uit losse segmenten bestaan. Trilobieten hadden een hard uitwendig skelet. Dat betekent dat ze net als krabben alleen maar konden groeien door regelmatig te . De meeste fossielen van trilobieten zijn dan ook waarschijnlijk afgeworpen huiden. De meeste trilobieten leefden op de . Uit sporen blijkt dat ze tijdens het kruipen de modder omwoelden om daar allerlei voedseldeeltjes uit te filteren. Sommige vormen groeven zich gedeeltelijk in. Er waren echter ook trilobieten die waarschijnlijk een zwemmend bestaan leidden.

Het trilobietenoog De Trilobieten (Trilobita, vertaald drielobbigen) vormen een bekende klasse uitgestorven geleedpotigen, die in zee leefden. Trilobieten behoren met ammonieten en dinosauriërs ongetwijfeld tot de bekendste fossielen. Trilobieten zijn bekend van 521 tot 250, ammonieten van 400 tot 66 en dinosauriërs van 231 tot 66 miljoen jaar geleden. Klik hier.

In veel trilobieten zijn de ogen prachtig bewaard gebleven. De ogen van trilobieten zijn de oudst bekende ter wereld en er is veel onderzoek aan gedaan. Trilobieten hadden net als insecten . Het oog is opgebouwd uit veel kleine lenzen die door een membraan worden bedekt. Daardoor hadden trilobieten een breed blikveld. Het geslacht Phacops had een heel bijzonder oog. Hier liggen de lenzen los van elkaar en hebben ieder hun eigen membraan. Dergelijke ogen zijn alleen bij trilobieten bekend. Overigens hadden niet alle trilobieten ogen. Sommige vormen waren geheel blind. Andere vormen hadden ogen op steeltjes. Zo konden ze in het sediment verborgen zijn, terwijl ze toch konden kijken wat er om hen heen gebeurde.