Tijdens het
Paleozoïcum leefden in de zee een groep van
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] diertjes. Dit waren de zogenaamde
Trilobieten . Ze waren gemiddeld tussen de drie en tien centimeter lang. Sommige soorten konden tot
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] centimeter lang worden. Trilobieten leefden in de zeeën van het Paleozoïcum (ca. 540-250 miljoen jaar geleden). Vooral tijdens het
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] (ca. 540-500 miljoen jaar geleden) waren ze zeer talrijk. Aan het eind van het Cambrium stierven veel diersoorten uit, maar de trilobieten wisten zich goed te herstellen. Toen aan het eind van het
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] weer veel levensvormen uitstierven, verdwenen ook de meeste trilobieten. In het
Carboon en
Perm zijn ze zeldzaam, daarna verdwijnen ze helemaal. Er zijn meer dan 1500 trilobietengeslachten bekend, met vele duizenden soorten. Door hun grote vormenrijkdom zijn trilobieten met name belangrijk voor de
stratigrafie van het Cambrium en
Ordovicium .
Opbouw Trilobietanatomie en morfologie.
Klik hier .
Trilobieten worden gekenmerkt door een lichaam dat zowel in de lengte- als in de breedte in drie
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] is gedeeld. De naam: trilobiet (= drielobbige) danken ze aan de driedeling in de breedte. Het voorste gedeelte van het lichaam, het cephalon of
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] , is vergroeid tot een harde plaat. Daarachter ligt een reeks van segmenten die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, de thorax of
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] . Het achterste stuk, het pygidium of
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] , is vaak vergroeid, maar kan ook uit losse segmenten bestaan. Trilobieten hadden een hard uitwendig skelet. Dat betekent dat ze net als krabben alleen maar konden groeien door regelmatig te
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] . De meeste fossielen van trilobieten zijn dan ook waarschijnlijk afgeworpen huiden. De meeste trilobieten leefden op de
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] . Uit sporen blijkt dat ze tijdens het kruipen de modder omwoelden om daar allerlei voedseldeeltjes uit te filteren. Sommige vormen groeven zich gedeeltelijk in. Er waren echter ook trilobieten die waarschijnlijk een zwemmend bestaan leidden.
Het trilobietenoog De Trilobieten (Trilobita, vertaald drielobbigen) vormen een bekende klasse uitgestorven geleedpotigen, die in zee leefden. Trilobieten behoren met ammonieten en dinosauriërs ongetwijfeld tot de bekendste fossielen. Trilobieten zijn bekend van 521 tot 250, ammonieten van 400 tot 66 en dinosauriërs van 231 tot 66 miljoen jaar geleden.
Klik hier .
In veel trilobieten zijn de ogen prachtig bewaard gebleven. De ogen van trilobieten zijn de oudst bekende ter wereld en er is veel onderzoek aan gedaan. Trilobieten hadden net als insecten
70 bodem Cambrium Devoon facetogen geleedpotige kopschild lijf staartschild stukken vervellen [?] . Het oog is opgebouwd uit veel kleine lenzen die door een membraan worden bedekt. Daardoor hadden trilobieten een breed blikveld. Het geslacht
Phacops had een heel bijzonder oog. Hier liggen de lenzen los van elkaar en hebben ieder hun eigen membraan. Dergelijke ogen zijn alleen bij trilobieten bekend. Overigens hadden niet alle trilobieten ogen. Sommige vormen waren geheel blind. Andere vormen hadden ogen op steeltjes. Zo konden ze in het sediment verborgen zijn, terwijl ze toch konden kijken wat er om hen heen gebeurde.