ABSWURMBACHIET
Chemische formule (Cu,Mn
2+)Mn
3+6[O
8|SiO
4]
Kleur: is zwart of donkerbruin.
Streepkleu:r is bruinzwart.
Hardheid: is 6,5.
Gemiddelde dichtheid: is 4,96 kg/dm
3.
Glans: is metallisch
Kristalstelsel: is
tetragonaal.
Het mineraal abswurmbachiet is een
koper-
mangaan-nesosilicaat met
tetragonale kristalstructuur. Het mineraal is genoemd naar Irmgard Abs-Wurmbach, een Duits mineraloog. Het mineraal wordt gevonden in
Japan en
Griekenland (
Cycladen en
Euboea).
Voor extra uitleg. Klik hier.
BRAUNIET
Het mineraal brauniet is een nesosilicaat dat zowel twee- als driewaardig mangaan bevat met de chemische formule Mn
2+Mn
3+6SiO
12. Vaak voorkomende onzuiverheden zijn ijzer,
calcium,
boor,
barium,
titanium,
aluminium en
magnesium. Brauniet heeft grijze
tetragonale kristallen en heeft een hardheid op de
schaal van Mohs van 6 tot 6,5. De gemiddelde dichtheid is 4,76 en het mineraal is noch magnetisch, noch radioactief. Het is genoemd naar een zekere K. Braun die leefde van (1790-1872) in
Gotha, Thüringen, Duitsland. Brauniet wordt vooral gevonden in gebieden met
hydrothermale activiteit alsook in sedimentaire en
metamorfe gesteenten.
Voor extra uitleg. Klik hier.
CERIET
Het mineraal ceriet is een
lanthanium-
cerium-
calcium-ijzer-silicaat met de chemische formule (La,Ce
3+,Ca)
9Fe
3+(SiO
4)
6(SiO
3)(OH)
4. Het behoort tot de nesosilicaten. Het grijze, bruine of kersenrode ceriet heeft een diamant- tot glasglans, een witte
streepkleur en het mineraal kent geen
splijting. De gemiddelde dichtheid is 4,8 en de hardheid is 5 tot 5,5. Het kristalstelsel is
trigonaal en het mineraal is zwak radioactief. De
gamma ray waarde volgens het
American Petroleum Institute ligt, afhankelijk van de precieze samenstelling, tussen de 52.941,89 en 59.588,36. De naam van het mineraal ceriet is afgeleid van de chemische samenstelling; het element
cerium. Het mineraal ceriet komt met name voor in zeldzame aarde-elementen-houdende gesteenten. De typelocatie is de Bastnäsmijn vlakbij
Riddarhyttan in
Västmanland,
Zweden.
Voor extra uitleg. Klik hier.
CLINOHUMIET
Het mineraal clinohumiet is een
fluor-houdend magnesium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Mg,Fe
2+)
9(SiO
4)
4(F,OH)
2. Het mineraal behoort tot de nesosilicaten. Het doorzichtig tot doorschijnend witte, gele, donkeroranje of (rood)bruine clinohumiet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is slecht volgens het kristalvlak. Het kristalstelsel is
monoklien. Humiet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,26, de hardheid is 6 en het mineraal is niet radioactief. Het mineraal clinohumiet is net als
humiet genoemd naar de Engelse kunst- en mineralenverzamelaar Abraham Hume (1749 - 1838). Het voorvoegsel clino duidt op de monokliene variant van humiet. Het mineraal clinohumiet is een mineraal dat voorkomt samen met humiet. De typelocatie is de
Monte Somma,
Vesuvius, Italië.
Voor extra uitleg. Klik hier.
COFFINIET
Het mineraal coffiniet is een
uranium-silicaat met de chemische formule U(SiO
4)
1-x(OH)
4x. Het mineraal behoort tot de nesosilicaten. Het vaalbruin tot donkerbruine of zwarte coffiniet heeft een subdiamantglans, een grijszwarte streepkleur en het mineraal kent geen splijting. Coffiniet heeft een gemiddelde dichtheid van 5,5 en de hardheid is 5 tot 6. Het kristalstelsel is
tetragonaal en het mineraal is zeer sterk
radioactief. De
gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute is 5.176.585,31.
Voor extra uitleg. Klik hier.
DATOLIET
Het mineraal datoliet is een
boor-houdend calcium-silicaat met de chemische formule CaB(SiO
4)(OH). Het mineraal behoort tot de nesosilicaten. Het doorzichtig tot doorschijnend kleurloze, witte, gele, lichtgroene of bruine datoliet heeft een glasglans, een witte streepkleur en het mineraal kent geen splijting. Datoliet heeft een gemiddelde dichtheid van 2,9 en de hardheid is 5,5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief. De naam van het mineraal datoliet is afgeleid van het Griekse woord dateisthai, dat "scheiden" betekent. Het is zo genoemd omdat aggregaten van datoliet makkelijk verkruimelen. Datoliet is een secundair mineraal in
mafische stollingsgesteenten. De typelocatie is een
diabaas uit de
Connecticut rivier vallei, Verenigde Staten.
Voor extra uitleg. Klik hier.
DUMORTIERIET
Kleur: Blauw, bruin, violet, groneblauw en roze.
Streepkleur: is wit.
Hardheid: 8,5.
Gemiddelde dichtheid: 3,34 kg/dm
3.
Glans: Glasglans.
Opaciteit: Doorzichtig tot doorschijnend.
Splijting :is goed tot matig.
Kristalstelsel: is
orthorhombisch.
Het mineraal dumortieriet is een
aluminium-
boor-nesosilicaat met de chemische formule Al
8BSi
3O
19OH. Het mineraal dat in kristallen of vezelige of waaiervormige aggregaten voorkomt, is doorschijnend en heeft een zijdeachtige glans.
Het mineraal is genoemd naar de Franse paleontoloog Eugène Dumortier (1802-1873), die het mineraal ontdekte. Dumortieriet komt voor in
pegmatieten en
metamorfe gesteenten en is vrij zeldzaam. Het wordt onder andere gevonden in de voormalige Sovjet-Unie (
Kazachstan,
Armenië,
Jakoetië), de Verenigde Staten (
New York,
Arizona,
Montana,
Californië), Brazilië (
Minas Gerais), Duitsland (
Zwarte Woud), Frankrijk, Schotland en Polen (
Reuzengebergte). De toepassingen van het mineraal zijn als isolator, keramiek en soms als edelsteen (
cabochons).
Voor extra uitleg. Klik hier.
ESPERIET
Klik hier.Kleur: is wit.
Streepkleur: is wit.
Hardheid: 5.
Gemiddelde dichtheid: 4,42 kg/dm
3.
Glans: Glasglans.
Doorschijnend: tot
opaak.
Splijting: is onduidelijk.
Kristalstelsel: is
monoklien.
Het mineraal esperiet is een
lood-
calcium-
zink-silicaat met de chemische formule PbCa
3Zn
4(SiO
4)
4. Het mineraal behoort tot de nesosilicaten. Het doorschijnend tot opake witte esperiet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting is onduidelijk volgens een onbekend kristalvlak. Esperiet heeft een gemiddelde dichtheid van 4,421 en de hardheid is 5. Het kristalstelsel is
monoklien en het mineraal is niet radioactief. Het mineraal esperiet is genoemd naar de Zweedse
petroloog en professor van Harvard, Esper Signius Larsen, Jr. (1879 - 1961). Esperiet is een zeldzaam mineraal dat voornamelijk samen met larseniet (PbZnSiO
4) voorkomt in
gemetamorfoseerde zink-ertsen. De typelocatie is
Franklin, Sussex county,
New Jersey, VS.
Voor extra uitleg. Klik hier.
EUKLAAS
Klik hier.Kleur: kleurloos, groenachtig, blauw.
Brekingsindex. Np 1,652, Nm 1,656, Ng 1,672.
Dubbelbreking. 0,019 - 0,025.
Dispersie: 0,016.
Luminescentie: soms donkerrood, onduidelijk.
Pleochroïsme: is zwak tot sterk, geelachtig tot blauwgroen.
Het mineraal euklaas is een
beryllium-aluminium-nesosilicaat met de chemische formule BeAl(SiO
4)(OH). Het doorzichtige tot doorschijnende kleurloze, witte, (licht)blauwe of lichtgroene euklaas heeft een witte streepkleur, een glasglans en de splijting is perfect. De gemiddelde dichtheid is 3,04 en de hardheid is 7,5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief. De naam van het mineraal euklaas is afgeleid van de Griekse woorden eu en klasis (goed breken). Deze naam lijkt opvallend, omdat de hardheid van het mineraal 7,5 bedraagt. Breken is echter niet afhankelijk van hardheid. Hoewel euklaas al in 1792 is beschreven wordt het nog niet zolang als edelsteen gebruikt. Euklaas is, zoals andere berylliumhoudende mineralen, een algemeen mineraal in
pegmatieten, maar het wordt ook gevonden in gebieden met hydrothermale activiteit. De typelocatie is het
Orenburg district in de Zuidelijke Oeral, Rusland. Het wordt ook gevonden in
Colombia. Rijke vindplaatsen van blauwe en groene euklaaskristallen bevinden zich in Brazilië. Grote eulkaaskristallen worden ook gevonden in
Zimbabwe,
Uganda,
Congo, Zuid-Afrika, Noorwegen en Oostenrijk.
Voor extra uitleg. Klik hier.
FENAKIET
Gemiddelde dichtheid: 2,98 kg/dm
3.
Opaciteit: is doorzichtig tot doorschijnend.
Breuk: is schelpvormig (bros).
Splijting: is duidelijk.
Brekingsindices 1,654 - 1,670.
Dubbelbreking. 0,0160
Dispersie 0,015.
Fluorescentie: is bleek groenachtig, blauw.
Luminescentie: is soms violet tot roze.
Pleochroïsme: is duidelijk, kleurloos tot oranjegeel.
Het mineraal fenakiet is een beryllium-silicaat met de chemische formule Be
2SiO
4. Het behoort tot de nesosilicaten.
Het kleurloze, blauwige, witte, gele, roze of bruine fenakiet heeft een witte streepkleur en een glasglans. De hardheid van het mineraal is 8 op de
schaal van Mohs en het doorzichtig tot doorschijnende mineraal komt voor in kristallen of korrelige of radiale
aggregaten. Het soortelijk gewicht van fenakiet is 2,98 en het mineraal heeft een
trigonaal kristalstelsel.
De naam van het mineraal fenakiet is afgeleid van het Griekse phenax, dat "bedrieglijk" betekent want het werd met kwarts verwisseld. Fenakiet komt voor in pegmatieten en is zeldzaam. De typelocatie is
Sverdlovsk,
Oeralgebergte, Rusland. Het wordt verder onder andere gevonden in de Alpen, Noorwegen, In Rusland heeft men tot 18 cm grote kristallen gevonden Oeral, gele en rode kristallen komen voor in Brazilië (
Minas Gerais) en in de VS (Colorado, Maine,
Virginia). Grote kristallen(tot 8 cm) komen voor in het
Habachdal in Oostenrijk. Ook in
Mexico,
Sri Lanka,
Myanmar,
Tanzania en
Madagaskar zijn fenakieten gevonden. De toepassingen van het mineraal zijn als Be-erts of als edelsteen
(facetsteen,
cabochons).
Voor extra uitleg Klik hier.