PYROOP
De naam komt van het Griekse woord 'puropos' dat op vuur gelijkend betekent. Dit mineraal is ook bekend onder de naam 'Boheemse granaat'. Naar de vindplaatsen wordt hij ook op de markt gebracht onder de naam 'Kaaprobijn' en 'Arizonarobijn'.
Pyroop (Mg3Al2(SiO4)3) is donkerrood, paarsrood tot roodzwart en doorzichtig tot doorschijnend. Het moedergesteente van pyroop bestaat meestal uit serpetine en olivijnhoudende gesteenten. Het zijn meestal donkere tot vuurrode korrels met een hoge glans. De kleur ontstaat door bijmenging van chroom en ijzer. Pyroop is een begeleidend mineraal in afzettingen van diamant en komt in het algemeen in alluviale afzettingen voor. De kristallen zijn meestal zo gaaf van vorm, dat ze op gefacetteerde kogels lijken. Er hoeft alleen maar een gaatje in geboord te worden om ze als kralen te kunnen gebruiken. Grote heldere stenen worden gefacetteerd en in sieraden gezet. De laatste 200 jaar heeft men in Bohemen de granaten in roosvorm geslepen en gezet in goedkope sieraden. Dit symmetrische patroon van het zetwerk is een merkteken geworden; deze oude juweeltjes zijn tegenwoordig veel waard. Er bestaat nog steeds een levendige productie van deze artikelen. Tegenwoordig zijn de Boheemse granaten zeer gewild als edelsteen. Dit komt door de mooie kleur en de sterke glans die door het slijpen nog geaccentueerd worden. Grote Boheemse granaten zijn een uitzondering. Hij wordt meestal bol geslepen met een holle onderkant om hem doorschijnend te maken.
Voor meer uitleg. Klik hier.
Voor meer uitleg. Klik hier.
ALMANDIEN
De naam almandien (Fe
2+3Al
2(SiO
4)
3) is afgeleid van de Latijnse naam carbunculus alabundicus naar de stad
Alabanda in
Klein-Azië. Het mineraal heeft een dieprode kleur met een violette nuance die wordt veroorzaakt door elementen van ijzer en chroom.
Voor meer uitleg. Klik hier.
Voor meer uitleg. Klik hier.
GROSSULAAR
Klik hier. Grossulaar (Ca
3Al
2(SiO
4)
3) is een variëteit granaat en kan grijs en groen tot roze van kleur zijn. De steen is doorzichtig tot doorschijnend met een glasachtige glans. De naam is afgeleid van de botanische naam van de kruisbes, grossularia, refererend aan de groene granaat die in Siberië gevonden wordt. Ook kaneel-bruine, rode en gele varianten komen voor. Door de lagere hardheid dan zirkoon, waar de gele kristallen op lijken, worden ze ook wel hessonite genoemd, uit het Grieks, wat "inferieur" betekent. Grossulaar wordt in contact metamorfe kalkstenen gevonden met
vesuvianiet,
diopsiet,
wollastoniet en
skapoliet.
Voor meer uitleg. Klik hier en Klik hier.
UVAROVIET
Klik hier. Het is een redelijk zeldzame granaat, (Ca
3Cr
2(SiO
4)
3), helder groen van kleur, veel gevonden als kleine kristallen met
chromiet in
peridotieten,
serpentinieten, en
kimberlieten. Soms worden ze in kristallijne marmers en
schisten gevonden. Het mineraal komt vooral voor in de Oeral in Rusland en
Outukumpu in Finland.
Voor meer uitleg. Klik hier.
Voor extra uitleg. Klik hier.
ANDRADIET
Andradiet is een calcium-ijzergranaat, Ca
3Fe
3+2(SiO
4)
3, met variabele compositie en kan rood, geel, bruin, groen of zwart zijn. Andradiet wordt gevonden in diepe magmatische gesteenten zoals
syeniet en in
serpentinieten,
schisten, en
kristallijne kalksteen.
Voor meer uitleg. Klik hier.
Voor extra uitleg. Klik hier.
SPESSARTIEN
Klik hier. Het mineraal is een mangaan-aluminium-silicaat met de chemische formule Mn
2+3Al
2(SiO
4)
3. Het
nesosilicaat behoort tot de granaatgroep.
Hardheid: 7.0 - 7.5.
Dichtheid: 4.15 - 4.18.
Brekingsindex: 1.81 - 1.91.
Kristalstructuur:
Isometrisch De grootste voorkomens worden gevonden in pegmatieten en in bepaalde laaggradige metamorfe fyllieten. Mooie oranje-gele spessartieten worden in
Madagaskar gevonden. Paars-rode spessartiet komen voor in
rhyolieten in
Colorado en
Maine.
Voor meer uitleg. Klik hier.
Voor extra uitleg. Klik hier.
CALDERIET
Klik hier. Het mineraal is een mangaan-calcium-ijzer-aluminium-silicaat met de chemische formule (Mn2+,Ca)3(Fe3+,Al)2(SiO4)3. Het nesosilicaat behoort tot de granaten.
Voor extra uitleg. Klik hier.
KNORRINGIET
Het groene tot blauwgroene knorringiet (Mg
3Cr
2(SiO
4)
3) heeft een glasglans, een witte streepkleur en het mineraal kent geen splijting. De gemiddelde dichtheid is 3,756 en de hardheid is 6 tot 7. Het kristalstelsel is isometrisch en het mineraal is niet radioactief. Het mineraal knorringiet is een granaat en komt als zodanig met name voor in
metamorfe gesteenten van hoge temperatuur en druk. Verder komt het voor in
kimberlieten.
Voor meer uitleg. Klik hier.
Voor extra uitleg. Klik hier.