MINERALEN - SILICATEN - NESOSILICATEN - KWARTS

AGAAT

Is een doorzichtige, maar soms ook opake variëteit van kwarts en een subvariëteit van chalcedoon. De chemische structuur van agaat is identiek aan jaspis, vuursteen, en wordt vaak samen met opaal gevonden. De kleurrijke, gestreepte specimens worden gebruikt als halfedelsteen. Het woord is uit het Grieks: αγαθος (agathos) betekent de goede.

Eigenschappen

Chemische samenstelling: SiO2 + Al, Ca, Fe, Mn.
kristalstelsel: behoort tot chalcedoonachtige kwartskristallen, trigonaal.
Kleur: lichtblauw of grijs maar het kan ook groen zijn.
Hardheid (Mohs): 6,5 tot 7.
Gemiddelde dichtheid: 2,65 2,65 kg/dm3.
Transparantie: doorzichtig tot doorschijnend.

Bijgeloof

Van oudsher gedragen als gelukssteen of ter genezing. Er werden ook gebruiksartikelen van agaat gemaakt zoals knoopjes. Er wordt een aantal geneeskrachtige werkingen aan agaat toegekend, nl. bescherming tijdens zwangerschap, tegen hoofdpijn, huidaandoeningen, evenwichtsstoornissen.

Vindplaatsen

Agaatverbindingen vormen zich als oplossing van kiezelzuur in holten in oudere rotsen. De stenen kunnen kunstmatig worden bevlekt om kleurcombinaties te verkrijgen die levendiger zijn dan die gevonden worden in de natuur. De belangrijke bronnen van agaat zijn Brazilië, Uruguay en de Verenigde Staten (Oregon, Washington en rond het Bovenmeer).

Voor extra uitleg. Klik hier.

AMETHIST

Etymologie
De naam is afkomstig van het Griekse αμεθυστoς (amethystos) - tegen de roes, niet dronken of niet bedwelmend en vindt zijn oorsprong in het oude bijgeloof dat de drager ervan beschermd wordt tegen de roeswerking van wijn. Amethist was reeds bekend bij de Egyptenaren, Etrusken en Romeinen, en Plinius de Oudere heeft amethist al beschreven.
In het oude China werden uit amethist kleine gemmen gesneden. In de Middeleeuwen werd amethist ook in Europa zeer gewaardeerd. Hij werd bisschopsteen genoemd, omdat het vroeger een geliefde edelsteen was voor kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, en zou magische krachten bezitten.
Hij was het symbool van de verliefden de steen van matigheid, beschermer tegen tovenarij en hekserij en voorkwam dronkenschap.

Ontstaan

Metamorfieten, hydrothermaal, alluviale afzettingen. Door branden bij een temperatuur tussen 470 en 750 graden ontstaan lichtgele, roodbruine, groene of kleurloze variëteiten. Er bestaan amethisten die bij daglicht geleidelijk verbleken, door radiumbestraling is de oorspronkelijke kleur weer te herstellen. De kleur wordt veroorzaakt door ijzer in combinatie met ioniserende straling. Bij kunstlicht is amethist minder fraai.

Voorkomen

Al in de Middeleeuwen kon Brazilië zich beroemen op zijn vindplaatsen van amethist, ze worden onder andere gewonnen in Bahia, Minas Gerais en Mato Grosso.
Amethisten zijn ook bekend in de Verenigde Staten, nl. in Montana, Maine, Georgia en Arizona. In Canada, Mexico, Bolivia, India, Myanmar, Japan, China en Korea, en van Sri Lanka, Zimbabwe, Congo en Australië zijn ook belangrijke producenten. In Rusland wordt amethist onder meer gevonden in de Oeral, Jakoetsk en op het schiereiland Kola. Amethisten worden eveneens gevonden in Armenië, Duitsland, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije, Zwitserland en Ierland. Amethist vormt slechts zelden grotere zuivere kristallen. In het British Museum bevindt zich een unieke geslepen steen van 343 karaat (0,2 gram). Andere kleinere stenen wegen minder, ze komen meestal uit Brazilië. Het Smithsonian Institution in Washington D.C. bezit zelfs een geslepen amethist uit Brazilië van 1362 karaat en een uit North Carolina van 202,5 karaat. Amethisten werden vaak gebruikt in staatsjuwelen, de scepter van Catharina de Grote en de scepter van de Britse Kroon.

Bewerking

Facetslijpsel, cabochons, grote en kleine gesneden stenen.

Voor extra uitleg. Klik hier.

AVENTURIEN

Aventurijn of aventurien is een groen tot rood-bruin gekleurde variëteit van het mineraal kwarts. Meestal komt deze edelsteen in de groene en geslepen variant voor.

Eigenschappen

Aventurijn heeft de hardheid 7 en komt onder andere voor in Rusland in de Oeral en China. Aventurijn wordt zoals vele andere variëteiten van kwarts (bijv. amethist en rozenkwarts) geslepen zodat het als sieraad gebruikt kan worden. De chemische samenstelling van aventurijn is SiO2 + KAl2(OH,F)2 / AlSi3O10 + Cr. De Oude Grieken naaiden aventurijn in de kleding van een krijger om zo zijn moed, eerzucht en optimisme te behouden.

Voor extra uitleg. Klik hier.

BERGKRISTAL

De naam bergkristal is afgeleid van het Griekse woord "Krustallos" dat ijs betekent. Men geloofde dat bergkristal door de goden vormgegeven ijs was. Bergkristal is de kleurloze en meest voorkomende variant van het mineraal kwarts (siliciumdioxide, SiO2).

Oorsprong

Ten tijde van het Mesolithicum kende men het bergkristal al. Tijdens de Romeinse tijd werd het uit de Alpen onder de naam "versteend ijs" op de markt gebracht. Theofratus noemde het "krystallos". Ook Plinius de Oudere maakt er melding van. De naam 'kwarts" is in 1529 ingevoerd door Georgius Agricola. De volkeren uit het Oosten beschouwden bergkristal als steen van het geduld en de volmaaktheid. Tibetanen gebruiken bergkristal om wonden te behandelen. De keuze van bergkristal als drinkglas of als deel van middeleeuwse sieraden kan worden toegeschreven aan het geloof dat deze kristallen zouden breken of verkleuren wanneer zij met gif in aanraking kwamen.

Ontstaan

Magnatieten, pegmatieten, hydrothermale en alpiene steenaders, alluviale afzettingen.

Voorkomen

Bergkristal is in de natuur wijd verbreid, maar echter niet altijd in edelsteenkwaliteit. Historisch bekende vindplaatsen zijn India en Sri Lanka. Iriserende kwartsen uit het gebied van de Poona in India en uit Myanmar zijn zeldzaamheden. Fraaie kristallen komen uit Kenia en Madagaskar, ook uit Brazilië (Minas Gerais), Goisas, Bahia en Frans-Guyana. In de VS komt bergkristal voor in pegmatieten, onder andere in Maine (bij Ausburn, New York, North Carolina, Arkansas (Crystal Peak) en Californië. Van bijzondere betekenis zijn voorkomens in de Alpen. Bergkristallen worden gevonden in Zwitserland (bijvoorbeeld bij Urim waar een kristal van 135 kg is gevonden in het gebied van de Sint-Gotthard en van de Grimsel), in Oostenrijk (in 1965 werd bij de Grossglockner in een holte een kristal van bijna 1000 kg gevonden). Bergkristallen komen ook voor in Duitsland, Tsjechië, Polen en Frankrijk. In de collecties van diverse musea bevinden zich unieke geslepen bergkristallen. Het Smithsonian Institution Washington bezit een geslepen steen van 7000 kt en zelfs een bol bergkristal met een diameter van 33 cm en een gewicht van 48,5 kg (deze komt uit Myanmar en is in China geslepen).

Bewerking

Facetslijpsel, cabochons grote en kleine geslepen stenen.

Voor extra uitleg. Klik hier.

CHALCEDOON

Chalcedoon of chalcedon is een halfedelsteen en een variëteit van het mineraal kwarts. De kleur is bijna wit tot lichtblauw of duifblauw, vaak met strepen. De steen wordt ook gevonden in de kleuren appelgroen (chrysopraas genoemd), roze, rood (variëteit carneool) en koperkleur.
Chalcedon dankt zijn naam aan de aan de Bosporus gelegen oude stad Chalcedon - in het Grieks Kalchedon.

Vindplaatsen

Brazilië, Madagaskar, Uruguay, India en VS. De helderblauwe chalcedoon komt uit Namibië en wordt steeds zeldzamer, waardoor de steen in waarde stijgt.

Cultuur

Er werden in de oudheid beeldjes van weergoden gesneden uit chalcedoon. Er wordt een aantal geneeskrachtige werkingen aan chalcedoon toegekend, nl. tegen heesheid, amandelontsteking, stembandproblemen, spataderen. Chalcedoon hoort volgens diverse literatuur bij de sterrenbeelden Kreeft en Boogschutter.

Voor extra uitleg. Klik hier en Klik hier.

CHRYSOPRAAS

Chrysopraas (Grieks: chrysos, goud en prason, prei) is een variëteit van het mineraal chalcedoon, waarmee het de chemische, optische en fysische eigenschappen deelt. Het kan kleine hoeveelheden nikkel bevatten en heeft een kleur die kan variëren van appelgroen tot diepgroen.
Chrysopraas wordt vaak gebruikt als edelsteen.

Vindplaatsen

Chrysopraas wordt gewonnen in Australië (Queensland en West-Australië), Duitsland, Polen, Rusland, de Verenigde Staten (in de staten Arizona en Californië) en Brazilië.

Voor extra uitleg. Klik hier.



CITRIEN

Citrien of citroenkwarts is de citroengele doorschijnende variant van het mineraal kwarts (SiO2).

Eigenschappen

Net zoals de andere variëteiten van kwarts, is het doorschijnende citrien een nesosilicaat. De gele kleur wordt veroorzaakt door sporenelementen waarbij vooral tweewaardig en driewaardig ijzer een rol spelen. Het kristalstelsel van citrien is trigonaal en de hardheid is 7.

Naamgeving

De naam citrien is afgeleid van citrus (vanwege de gele kleur). De kwartsvariëteit werd, afhankelijk van de kleur, in het verleden ook wel Madeira-topaas, gouden topaas of topaas van Bahía genoemd, geheel onterecht omdat topaas een volkomen ander mineraal is. Waarschijnlijk gebeurde dit om een hogere kostbaarheid te suggereren.

Voorkomen

De belangrijkste vindplaatsen van citrien zijn Brazilië, Madagaskar en Rusland. Vaak wordt Amethist gebrand en als Citrien verkocht. Dit kun je herkennen aan bruine tot zwarte punten. Citrien is waardevoller dan Amethist.

Industriële toepassing

Veel citrien die in de handel is, is niet op natuurlijke wijze in de aardbodem ontstaan. Men heeft ontdekt dat de gele kleur ook ontstaat door verhitting van amethist en rookkwarts. Door deze varianten te verhitten tot circa 200 °C verdwijnen de grijze en paarse kleuren en ontstaat een gele kleur. Daardoor is citrien, ondanks de zeldzaamheid niet zo'n waardevolle edelsteen. Citrien wordt voor edelstenen meestal in facetten of als cabochon geslepen.

Voor extra uitleg. Klik hier.

HELIOTROOP

Chemische formule SiO2
Kleur is donkergroen met rode stippen.
Hardheid: 7.
Gemiddelde dichtheid: 2,6 kg/dm3.
Breuk is schelpachtig.
Habitus of geaardheid: Microkristallijn.
Kristalstelsel: Trigonaal.

Heliotroop is een mineraal en een variëteit van kwarts, meer nader bepaald een variant van chalcedoon. Heliotroop is een tweekleurig nesosilicaat. De basiskleur is donkergroen, met daarop rode punten. De naam heliotroop is afgeleid van het Griekse helios, dat zon betekent en trepein, "draaien".

Voorkomen
De klassieke bron van heliotroop is het schiereiland Kathiawar in het noordwesten van India. Tegenwoordig wordt het ook in Brazilië en Australië gewonnen.

Voor extra uitleg. Klik hier.

JASPIS

Chemische formule SiO2
Kleur verschillend - meestal verschillende tinten rood, violetrood, geel, groen, wit, bruin.
Streepkleur afhankelijk van de bijmengingen.
Hardheid: 6-7.
Glans is mat.
Breuk is ruw.
Splijting: geen
Kristalvlakken: trigonaal.
Brekingsindices als bij chalcedoon.
Dubbelbreking: geen.
Dispersie: geen.
Luminescentie: geen.
Pleochroïsme: geen.

Jaspis is een opake en fijnkristallijne variëteit van kwarts en de chemische samenstelling van jaspis is identiek aan die van agaat, vuursteen. De naam jaspis komt van het Griekse woord iaspis. Jaspis betekent gespikkelde steen. De kleuren zijn variabel, van geel via rood en roodbruin tot groen. Jaspisstenen worden geslepen en gepolijst om in sieraden gezet te worden.

Vindplaatsen

De belangrijkste vindplaatsen van jaspis zijn India (Dekanplateau) en Mexico (gele), Duitsland (rode) en Afrika, Australië, Brazilië, Egypte, Frankrijk en de VS (overige kleuren).

Industriële toepassingen

Jaspis wordt al sinds de oudheid als edelsteen bewerkt. Men maakte er bijvoorbeeld zegelstenen, kleine gesneden stenen en galanterieën van. Men schreef jaspis magische krachten toe. In de oudheid werd het wel de moeder van alle stenen genoemd. Het wordt tegenwoordig gebruikt in cabochons, tafelslijpsels en kunstnijverheidsvoorwerpen. Imitaties worden gemaakt van glas.

Bijgeloof

De Egyptenaren en Grieken gebruikten jaspis al om de seksualiteit te versterken en om een spoedige zwangerschap te bereiken. Bij de indianen werkte de gele jaspis als regensteen. Er wordt een aantal geneeskrachtige werkingen aan jaspis toegekend, zoals stressvermindering, gewichtsverlies, bestrijding van maagklachten en verhelpen van leverproblemen. Jaspis hoort volgens diverse literaire bronnen bij de sterrenbeelden Ram, Maagd, Kreeft en Schorpioen.

Voor extra uitleg. Klik hier.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
IN ONDERSTAANDE GEGEVENS STAAN ER VAAK HYPERLINKS. KLIK ER OP EN LEES OOK DIE TEKSTEN.
ER WORDEN DAAR VRAGEN OVER GESTELD.

Combineer een element links met een element rechts. Je kan selecteren uit het uitrolmenu.
ALLES VERWERKT? KLIK DAN PAS OP DE TOETS CONTROLEER.

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN, ALS HET WOORD BESTAAT, IN HET GEOPENDE VENSTER TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
*

(SiO2 + Al, Ca, Fe, Mn). Het woord is uit het Grieks: αγαθος (agathos) betekent de goede.
*

(SiO2(Ti4+, Fe3+)). De naam is afkomstig van het Griekse αμεθυστoς (amethystos) - tegen de roes, niet dronken of niet bedwelmend.
*

(SiO2 + KAl2(OH,F)2 / AlSi3O10 + Cr). Dankt zijn naam aan een glassoort dat
omstreeks 1700 bij toeval (ital Aventura) ontdekt werd.
*

SiO2. De naam is afgeleid van het Griekse woord "Krustallos" dat ijs betekent.
*

Een mineraal behorende tot de nesosilicaat. De kleur is bijna wit tot lichtblauw of duifblauw, vaak met strepen.
De steen wordt ook gevonden in de kleuren appelgroen (chrysopraas genoemd), roze, rood (variëteit carneool)
en koperkleur. Komt van het Grieks "Kalchedon". SiO2 + (Fe, Mn, MnO2, Cu).
*

De naam is afgeleid van de Griekse woorden ‘chryso’ wat gouden betekent en ‘prason’ wat staat voor prei. Samenstelling:
SiO2+(Ni), hardheid: 6-7 en dichtheid: 2,6.
*

De naam is afgeleid van citrus (vanwege de gele kleur).
*

De naam is afgeleid van het Griekse helios, dat zon betekent en trepein, "draaien".
*

De naam komt van het Griekse woord iaspis.