Meteorologie of weerkunde: TEMPERATUUR

Temperatuurschalen
In de meeste landen wordt de temperatuur in de weerberichten uitgedrukt in graden Celsius. In een aantal landen, zoals in de Verenigde Staten, wordt gewerkt met de schaal van Fahrenheit. Er bestaan nog andere temperatuurschalen, zoals die van Kelvin.
Zie voor de omrekeningen tussen de temperatuurschalen naar: lenntech. Klik hier.

Verschillende temperaturen
Een weervoorspeller moet rekening houden met verschillende temperaturen:
  • De klassieke luchttemperatuur, die gemeten wordt op 1,5 m hoogte in een thermometerhut. We vinden deze temperaturen terug in de waarnemingen. In de weerberichten worden de maxima en de minima voorspeld.
  • Temperaturen aan de grond die belangrijk zijn voor de land- en tuinbouw, de toestand van de wegen, het aanvriezen van neerslag,.... Bij rustige en heldere nachten kan het gemakkelijk 5 graden kouder zijn aan de grond dan op 1,5 m hoogte.
  • Temperaturen in de bodem.
  • Temperaturen van het zeewater.
  • Temperaturen in de hogere luchtlagen die bijvoorbeeld een idee geven over de onstabiliteit van de atmosfeer.

Omschrijvingen van de temperaturen in de weerberichten
In weerberichten wordt vaak met termen gewerkt die aan de temperaturen een gevoelswaarde of indruk geven.

Voorbeeld 1. In juli is de gemiddelde maximumtemperatuur 23°C. Als de voorspelde maxima als volgt zouden zijn, is de omschrijving:

33°C = zeer warm
30°C = warm
26°C = vrij warm
23°C = normaal
20°C = koel
16°C = zeer koel

Voorbeeld 2. Voor half januari is de gemiddelde maximumtemperatuur 5°C. We kunnen stellen:

13°C = zeer zacht
10°C = zacht
7°C = vrij zacht
5°C = normaal
2°C = vrij koud
-1°C = koud
-4°C = zeer koud

Enkele cijfers
De hoogste maximumtemperatuur die in Ukkel werd waargenomen (sinds 1901) is 36,6°C op 27 juni 1947. Oorspronkelijk werd er 38,8°C genoteerd, maar dit was volgens de oude meetmethodes, namelijk in een open thermometerhut. In Kleine Brogel (Kempen) werd 38,2°C genoteerd op 20 augustus 2009.
De koudste temperatuur in Ukkel, namelijk -20,2°C werd op 25 januari 1881 in een open hut waargenomen. In Rochefort zakte het kwik ooit tot -30,1°C op 20 januari 1940.

Zie ook. Frank Deboosere. Welke zijn de warmste dagen ooit waargenomen in Ukkel? Klik hier.

De luchttemperatuur
De verdeling van de gemiddelde luchttemperatuur in België, wordt bepaald door twee factoren: de afstand tot de zee en de hoogteligging. Naast deze determinerende factoren zijn er de strikt meteorologische en andere geografische factoren:
  • oorsprong en lokale frequentie van de verschillende luchtmassa’s.
  • de subsidentie. Subsidentie is daling van lucht, waarbij het meestal gaat om grote gebieden met dalende lucht. In hogedrukgebieden is sprake van subsidentie. Doordat lucht van grotere hoogte naar lagere hoogte daalt ondervindt het een toename van de luchtdruk, waardoor de lucht opwarmt. Deze lucht kan daardoor meer vocht bevatten en krijgt een lagere relatieve luchtvochtigheid. In gebieden met subsidentie lost bewolking langzaam op of zijn opklaringen aanwezig. Subsidentie is het tegenovergestelde van grootschalige optilling, zoals dat voorkomt bij lagedrukgebieden. En in zekere zin ook het tegenovergestelde van convectie, al gaat het bij convectie vooral om kleinschalige verticale luchtstromen. In hogedrukgebieden, waar de subsidentie langere tijd optreedt droogt de lucht op enige hoogte steeds meer op en vormt zich een subsidentie-inversie. Als er langere tijd van subsidentie sprake is, bijvoorbeeld bij een blokkade, dan daalt de inversie steeds meer en wordt steeds sterker.
  • de IR-uitstraling naar gelang de bodemsamenstelling.
  • de invloed van het plaatselijk reliëf die de temperatuurverdeling beïnvloeden.


De zee heeft een thermische inertie die de jaarlijkse temperatuurfluctuatie langs de kust afzwakt: de winter is er zachter en de zomer frisser dan in het binnenland. Bij de gemiddelde temperatuur veroorzaakt dit een meerwaarde van ongeveer 1°C in de winter en een tekort van ongeveer 1°C in de zomer, t.o.v. Laag- en Midden-België. De maximale temperaturen zijn gemiddeld gevoelig lager aan de kust dan in het binnenland ; in de zomer bereikt dit verschil 3°C t.o.v. de Kempen.
De minimale temperaturen daarentegen zijn hoger aan de kust, zelfs ’s zomers. Het verschil bedraagt gemiddeld 2,5°C, steeds in vergelijking met de Kempen. Zodra het temperatuurverschil tussen land en zee voldoende groot wordt, vormt zich een thermische circulatie die een zeebries doet ontstaan. Deze bries belet de luchttemperatuur de waarden te bereiken van deze in het binnenland. Ze dringt 10 tot 20 km door in het land en de uitwerking ervan voegt zich bij deze veroorzaakt door de luchtdrukverdeling op grote schaal. Haar werking is het best merkbaar bij lichte wind tijdens periodes met hoge maximale temperaturen.
Buiten de kuststreek, vermindert de temperatuur gemiddeld met 0,6°C voor elke 100 m hoogteverschil. Het gemiddeld verschil tussen de laagvlakte en de hoogvlakten der Ardennen bedraagt dus 3°C. Men mag echter niet vergeten dat het hier een gemiddelde waarde betreft. Er doen zich gevallen voor waarbij dit verschil tot 6°C kan bereiken zoals bv. in een massa van onstabiele polaire lucht met vrij sterke wind, in andere gevallen kan het verschil nul zijn en zelfs omgekeerd : ’s Winters komt het voor dat de temperatuur hoger is in de Ardennen dan in de Laagvlakte. Dit laatste wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van een temperatuurinversie op geringe hoogte (200 m tot 400 m). De streken boven de inversie zijn warmer dan deze die er onder liggen. De absolute uiterste temperaturen in België waargenomen liggen tussen + 40°C en –30°C. De absolute jaarlijkse maxima bereiken gemiddeld 30 à 32°C in Laag- en Midden-België en in de valleien van Hoog-België. Op de toppen van de Ardennen, bereiken deze maxima slechts 28°C. De absolute jaarlijkse minima schommelen gemiddeld tussen –10°C aan de kust, –11°C tot –14°C in Laag- en Midden-België, –15°C op de plateaus van Hoog-België en –19°C in de Ardense valleien. Per jaar telt men gemiddeld 2 à 3 dagen aan de kust, zelfs tot 12 dagen in de Ardense valleien met minima lager dan –10°C. Men telt ook gemiddeld tot 4 dagen met temperaturen hoger dan 30°C in Laag- en Midden-België, maar tevens ook in de valleien van Hoog-België (maar geenszins op de toppen van de Ardennen). Het bovenvermelde (in verhouding tot andere regio’s op aarde) wettigt de benaming « gematigd klimaat » voor onze gewesten. De luchttemperatuur verandert snel nabij de grond: de minima waargenomen door een thermometer op grasniveau, zijn meestal 3 tot 5°C beneden de minima onder thermometerhut op 1,5 m boven de grond. Het verschil kan 10°C bereiken, zodanig dat, zelfs midden in de zomer het minimum op het gras beneden 0°C kan dalen. Zo kunnen ook de maxima in de onmiddellijke nabijheid van de bodem (op ongeveer 2 cm) licht hoger zijn dan deze in de vrije lucht op 1,5 m.


Extreme weerfenomenen in belgie. Klik hier.
Tropischedagen. Klik hier.

Enkele opmerkelijke temperaturen zijn:

Temperatuur °C)Temperatuur KOmschrijving
±1028±1028Temperatuur van het oerknal.
±13.600.000±13.600.000Temperatuur in het binnenste van de Zon.
±1.000.000±1.000.000Temperatuur in de corona boven het oppervlak van de Zon.
±5.500±5.800Temperatuur aan het oppervlak van de Zon.
15391812IJzer smelt.
100373water kookt, bij 1 atmosfeer druk.
82,2355,4Beste temperatuur voor het zetten van koffie - het water lost bij deze temperatuur de aroma-bevattende oliën op, maar laat de bittere alkaloïden in de koffie.
70,7343,85Hoogste temperatuur die ooit op aarde is gemeten, geregistreerd in Dasht-e Lut, Iran door de NASA in 2005.
70343Enkele variëteiten van bacteriën gedijen in heetwaterbronnen, een aanwijzing voor het feit dat bacteriën zeer geharde organismen kunnen zijn.
62,8336Melk die gedurende 30 min wordt verhit, wordt daarmee gepasteuriseerd zonder stremmen of uitvlokken, maar het grootste deel van de C-vitamine en D-vitamine worden vernietigd.
56,7330Hoogste temperatuur ter wereld in de schaduw, geregistreerd te Greenland Ranch (Death Valley), Verenigde Staten (10 juli 1913).
41,7314,9De meeste mensen zullen sterven als hun koorts deze temperatuur bereikt.
37,8311Ideale temperatuur voor een babybad.
37310,2Normale menselijke lichaamstemperatuur; ideale temperatuur voor een baby-zuigflesje.
32305De warmste zee ter wereld is de Perzische Golf, een binnenzee omgeven door woestijnen.
30,6303,8Boter smelt.
29,4302,6In koude klimaten heeft men in de winter in volkomen bedwelming ineengezakte dronken mensen gevonden met lichaamstemperaturen tussen 26,7 en 29,4°C. Op het eerste gezicht schijnen deze mensen dood; de huid heeft een grijze tint en de spieren zijn stijf als in rigor mortis. Bij het warmer worden komen ze echter 'tot leven'.
25298Standaardtemperatuur, zoals gehanteerd in de wetenschap.
21294Kamertemperatuur
13,7286,85Laagste inwendige menselijke lichaamstemperatuur die ooit overleefd werd - door de destijds 29-jarige Anna Bågenholm uit Zweden tijdens een skiongeluk op 20 mei 1999 vlakbij Narvik, Noorwegen. De 13,7 graden Celsius is de laagste lichaamstemperatuur die ooit bij een mens gemeten is.
4,4277,6Beste temperatuur voor het bewaren van melk en voor het in de koelkast of ijskast bewaren van voedsel in het algemeen.
4277,15water heeft zijn grootste dichtheid.
0273,15Zuiver water bevriest, bij 1 atmosfeer druk.
−1,1272IJzig poolwater (heeft een lager vriespunt door het zoutgehalte). Wie in water van deze temperatuur valt, heeft slechts twee minuten de tijd om eruit te komen; daarna raakt hij bewusteloos. Een van de oorzaken van het grote aantal doden bij het zinken van de Titanic in het ijzige water van de noordelijke Atlantische Oceaan.
−30243Kenmerkende dagtemperatuur op het oppervlak van Mars, geregistreerd door de Viking 1.
−38,87234,4Kwik stolt.
−78195Koolstofdioxide bevriest tot droogijs zonder door een vloeistoffase te gaan (rijpen).
−86187Kenmerkende temperatuur bij zonsopgang op Marsoppervlak, geregistreerd door de Viking 1.
−93,2181,0Laagste temperatuur die onder natuurlijke omstandigheden ooit op aarde is geregistreerd, op het Antarctisch Plateau, Antarctica (10 augustus 2010).
−24033Laagste temperatuur die onder natuurlijke omstandigheden ooit in het Zonnestelsel is geregistreerd, in de eeuwige schaduw in een krater op de zuidpool van de Maan, gemeten door de Lunar Reconnaissance Orbiter (LRO) op 17 september 2009.
−273,150Het absolute nulpunt, de temperatuur bij de minimale waarden van de enthalpie en de entropie van een gas.


Temperatuurschaal
Een temperatuurschaal is een methode om de temperatuur in een getal uit te drukken. Er zijn diverse schalen ontwikkeld, die handig zijn voor verschillende toepassingen. In het SI-stelsel is de kelvin, ook wel absolute temperatuur genoemd, voorgeschreven. In de dagelijkse praktijk gebruikt men in Nederlandstalige landen de schaal van Celsius en drukt men de temperatuur uit in graden Celsius.

Empirische schalen: temperatuurbepaling met de tenen
De in gebruik zijnde temperatuurschalen zijn van oorsprong empirisch. Deze schalen zijn gebaseerd op fysische eigenschappen van materialen die op een eenvoudige manier gemeten kunnen worden, zoals de uitzetting van een vloeistof (meestal kwik of alcohol) bij verhoging van de temperatuur. Er worden twee punten gekozen die een vaste waarde krijgen. Zo is 0 graden Celsius vastgelegd op het vriespunt van water, terwijl het kookpunt bij 100 graden Celsius is gelegd. Daartussen wordt lineair geïnterpoleerd en daarbuiten geëxtrapoleerd. Temperatuur is een eigenschap van materie, en de empirische schalen werken slechts in een smal gebied. In het dagelijks leven op aarde is dat ruim voldoende. Om zeer lage, of zeer hoge temperaturen te meten, zijn andere technieken nodig. Zo bevriest kwik bij 234,32 K (−39 °C) en is een kwikthermometer onder deze temperatuur niet bruikbaar. Ook zeer hoge temperaturen kunnen niet met een kwikthermometer worden gemeten.

Wetenschappelijke temperatuurschaal
Een meer wetenschappelijke aanpak is de bepaling van de temperatuur te baseren op de principes van de thermodynamica. Het absolute nulpunt is de 0 van deze schaal. Dat is de temperatuur waarbij de deeltjes van de materie slechts een minimale energie hebben die niet lager kan zijn.

Bedenkers van temperatuurschalen
In de geschiedenis zijn er diverse personen geweest die onderzoek deden naar temperatuur, en die een temperatuurschaal hebben ontwikkeld op basis van diverse metingen van materiaaleigenschappen.


persoon / uitvinder land jaarnaam van temperatuurschaal
Anders Celsius Zweden1742Celsius
Joseph-Nicolas DelisleFrankrijk1732Delisle
Gabriel Fahrenheit Polen/Nederland1724Fahrenheit
William ThomsonVerenigd Koninkrijk1848Kelvin
Isaac NewtonEngelandrond 1700Newton
William John Macquorn RankineVerenigd Koninkrijk1859Rankine
René-Antoine Ferchault de RéaumurFrankrijk1731Réaumur
Ole Christensen RømerDenemarken1701Rømer


Uitleg over
Absolute nulpunt. Klik hier.
Bewolking. Klik hier.
Celsius. Klik hier.
Fahrenheit. Klik hier.
Kelvin. Klik hier.
Kookpunt. Klik hier.
Smelten. Klik hier.
Smeltpunt. Klik hier.
Thermometer. Klik hier.
Temperatuurschaal. Klik hier.
Verdampen. Klik hier.
Warmtestraling. Klik hier.
Waterdamp. Klik hier.
Weerhut. Klik hier.
Wind. Klik hier.
Zeewater. Klik hier.
Zon. Klik hier.
Zonlicht. Klik hier.

Voor begrippen uit de meteorologie. Zie
KMI (Documentatie - weerwoorden). Klik hier of
KNMI (Kennis en datacentrum). Klik hier of
Categorie:Meteorologie. Klik hier.

Uitleg over een weerkaart en de symbolen op een weerkaart. Klik hier.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
IN ONDERSTAANDE GEGEVENS STAAN ER VAAK HYPERLINKS. KLIK ER OP EN LEES OOK DIE TEKSTEN.
ER WORDEN DAAR VRAGEN OVER GESTELD.

Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
   1,5      absolute nulpunt      absolute temperatuurschaal      bewolking      bodemtype      Celsius      Fahrenheit      kelvin      kookpunt      smelten      smeltpunt      thermometer      verdamping      warmtestraling      Waterdamp      weerhut      wind      zeewater      zon      zonlicht   
Temperatuur is een maat voor hoe warm of koud iets is. Natuurkundig gezien is het een maat voor de gemiddelde chaotische bewegingsenergie per molecuul, plus de beweging van atomen in moleculen. Het woord wordt ook specifiek gebruikt in de betekenissen koorts en buitenluchttemperatuur.

Temperatuur wordt doorgaans gemeten met een en in België en Nederland meestal uitgedrukt in graden . Bij ver weg gelegen objecten zoals sterren en ook van aardse zeer hete voorwerpen wordt de temperatuur gemeten via het spectrum van de . Het correct meten van een temperatuur vraagt een gedegen meettechnische kennis van zowel de gebruikte meetmethode als het begrip van de thermodynamische verstoring die door de meting veroorzaakt wordt.
Onder de koudst mogelijke omstandigheden - het nulpunt van de - liggen alle atomen en moleculen vrijwel stil, afgezien van de nulpuntsbeweging. Wordt het warmer, dan gaan de atomen en moleculen harder trillen. In gassen en vloeistoffen gaan ze tegen elkaar botsen. Veel stoffen maken bij stijgende temperaturen faseovergangen door: van vast naar vloeibaar, van vloeibaar naar gasvormig. Andere stoffen vallen bij hogere temperaturen uit elkaar door thermische ontleding (of pyrolyse): de bewegingen worden zo hevig dat chemische bindingen tussen de atomen in een molecuul erdoor kapotgaan. Bij toevoer van energie kan ofwel de temperatuur stijgen ofwel de aggregatietoestand (bijvoorbeeld vast of vloeibaar) van de stof veranderen. Er zijn vijf aggregatietoestanden: bose-einsteincondensaat, vast, vloeibaar, gas en plasma. De eerste toestand treedt op bij temperaturen extreem dicht bij het absolute nulpunt, hier zullen atomen enkel hun nulpuntsenergie hebben en daardoor een geheel vormen. De laatste toestand treedt op bij extreem hoge temperaturen waarbij atomen volledig geïoniseerd zijn: plasma is een mengsel van losse atoomkernen en elektronen. Om temperaturen uit te drukken in een getal zijn een aantal verschillende temperatuurschalen in gebruik. In Europa wordt vooral de temperatuurschaal van Celsius gebruikt; in Engelstalige landen die van ; en in de wetenschap de absolute temperatuurschaal van , afgekort als K (hoofdletter). De kelvin is de voorgeschreven SI-basiseenheid en wordt ook wel absolute temperatuur genoemd. Daarnaast bestaan nog de schalen van Delisle, Newton, Rankine, Réaumur en Rømer.

In Nederland en België worden temperaturen voor meteorologische, huishoudelijke en medische doeleinden meestal uitgedrukt in graden Celsius. Het nulpunt van de Celsiusschaal komt overeen met het van ijs (overgang van ijs naar water), en het van water is ongeveer 100 graden Celsius bij een luchtdruk van 1 bar. Zo wordt het in de praktijk gemakkelijk met behulp van deze twee kalibratiepunten de temperatuurschaal met enige nauwkeurigheid in ieder laboratorium te reproduceren. Overigens vraagt het kalibreren in de praktijk meer dan alleen een bakje met ijs en water, en een kookglas op een warmhoudplaatje.
In Engelstalige landen worden temperaturen meestal uitgedrukt in graden Fahrenheit. Temperaturen in Fahrenheit of Celsius zijn met een betrekkelijk eenvoudige formule in elkaar om te rekenen. Als TC en TF respectievelijk het aantal graden Celsius en het aantal graden Fahrenheit is, geldt:

TC = 5/9 (TF - 32)
TF = 9/5 (TC + 32)

Kelvin: absolute temperatuur
In de natuurkunde en in het eenhedenstelsel SI is de K de voorkeurseenheid van temperatuur. De absolute temperatuurschaal heeft stappen van dezelfde grootte als de Celsiusschaal, maar legt het nulpunt bij het , dat wil zeggen dat een temperatuur uitgedrukt in Kelvin niet negatief kan zijn. Het absolute nulpunt ligt ongeveer bij −273,15 °C, dit is dus nul Kelvin. Door het absolute nulpunt als aftelpunt te kiezen is de thermische energie, die deel uitmaakt van de inwendige energie in een systeem, evenredig met de temperatuur (althans voor zover de soortelijke warmte constant blijft).
In tegenstelling tot de Fahrenheit- en Celsiusschalen, waar de temperatuur wordt uitgedrukt in graden, wordt de absolute temperatuur uitgedrukt in de eenheid "Kelvin" en niet "graden Kelvin". Dat wil zeggen dat 25 °C = 298,15 K, en niet 298,15 °K.

Tropische dag
Een tropische dag of hittedag is een dag waarop de maximumtemperatuur, gemeten in een , 30 °C of hoger is. Daarbij is tropische dag de gebruikelijke term in Nederland en hittedag in België. Daarnaast gebruikt men in België ook de term hondsdag, voor een dag waarop ten eerste de minimumtemperatuur 18,2 °C overschrijdt en ten tweede de maximumtemperatuur 29,6 °C overschrijdt. In Nederland gelden de metingen van het KNMI in De Bilt als landelijke maatstaf voor een tropische dag. In Duitsland hanteert men voor Heißer Tag dezelfde definitie als voor een tropische dag of hittedag in België en Nederland (maximumtemperatuur 30 °C of hoger).
Het grootste deel van België en Nederland telt normaal (gemiddeld over het tijdvak 1981-2010) nul tot zeven tropische dagen per jaar, het oosten van Nederlands Limburg acht. In sommige jaren met warme zomers loopt dat aantal wel op tot meer dan 20 tropische dagen. In de zomer van 1976 werd op een aantal plaatsen in het zuiden van Nederland en in België, op vijftien opeenvolgende dagen een maximumtemperatuur boven de 30 °C gemeten. Ook de zeer warme juli van 1994 leverde daar plaatselijk een totaal van vijftien tropische dagen op. Aan zee is tropische warmte door de invloed van het koudere uitzonderlijker, maar bij aflandige wind worden ook hier soms tropische waarden bereikt. Op 3 en 4 augustus 1990 noteerde het KNMI-weerstation bij Den Helder maximumtemperaturen van achtereenvolgens 33 °C en 34 °C. In de uitzonderlijk warme zomer van 1976 werden op het KNMI-weerstation Vlissingen in totaal zeven tropische dagen geregistreerd.

Temperatuurrecords
De hoogste temperatuur ooit op een KNMI-station in Nederland gemeten bedraagt 38,6 °C op 23 augustus 1944 in Warnsveld. In Maastricht werd op 27 juni 1947 een vrijwel even hoge maximumtemperatuur van 38,4 °C genoteerd. In de zomers van 1986 en 1990 zijn maximumtemperaturen van 37 °C gemeten op weerstations in het zuiden van Nederland. In 1994 werd op 24 juli in Gilze-Rijen een temperatuur van 35,5 °C gemeten en op 4 augustus noteerde Volkel de hoogste temperatuur: 36,3 °C. Op 2 juli 2015 werd het temperatuurrecord bijna gebroken: het KNMI-station van Maastricht registreerde een maximum van 38,2 °C
De hoogste temperatuur die ooit, op een betrouwbare manier, werd gemeten op een KMI-station in België bedraagt 38,8 °C in Ukkel op 27 juni 1947. De hoogste temperatuur op de luchtmachtbasis van Kleine Brogel in de Belgische Kempen, waar men sinds 1954 waarnemingen doet, bedroeg 38,2 °C en werd gemeten op 20 augustus 2009.


Temperatuur convertor. Klik hier.

Maximumtemperatuur
Voor meer uitleg over Universele Tijd (UTC), wintertijd en zomertijd zie: astro.oma.be. Klik hier.

In de weerberichten worden er voor verschillende regio's maximumtemperaturen voorspeld, geldig voor een hoogte van m. Dit is de hoogst voorspelde temperatuur voor de dagperiode tussen 06.00 en 18.00 UTC (voor klimatologische waarnemingen wordt met een periode van 24 uur gewerkt). De maxima worden in België doorgaans bereikt rond 14.30 UTC en dit het hele jaar door. Dit is 2 tot 3 uur na de hoogste stand van de . De maxima in de zomertijd worden doorgaans geobserveerd rond 16u30 lokale tijd en in de wintertijd rond 15u30 lokale tijd. Uiteraard kan het maximum waargenomen worden op een totaal ander moment van de dag, bijvoorbeeld om 09u00. Dit kan gebeuren als er op dat ogenblik een belangrijk koufront doortrekt.

Er zijn veel factoren die de maxima bepalen:
  • De bewolkingsgraad is zowat de belangrijkste parameter. Hoe meer , hoe minder hoog de maxima oplopen. Vooral lage wolken zoals stratus kunnen problemen veroorzaken bij temperatuurvoorspellingen. Lage wolken kunnen hardnekkig lang blijven hangen in een bepaalde streek, terwijl het 20 km verderop zonnig is.
  • De . Bij rustig weer zal het dikwijls een tweetal graden warmer zijn dan bij winderig weer.
  • Het vochtgehalte van de lucht. absorbeert sterk infrarode straling zodat vochtige lucht voor een hogere temperatuur zorgt. De waterdamp zal immers na absorptie opnieuw straling uitzenden, die dan weer deels naar het aardoppervlak gaat.
  • Het . In vergelijkbare situaties zal de temperatuur overdag hoger oplopen boven zandgronden dan boven kleigronden. Leemgronden, die typisch zijn voor Centraal-België, nemen een tussenpositie in. Kleigronden hebben veel maar kleine luchtporiën, zodat ze in vergelijking met zandgronden het water veel hardnekkiger vasthouden. Hierdoor is bij klei een groot deel van de luchtporiën bezet door water, en bevatten zandgronden meer lucht. Water is een vrij goede warmtegeleider, zodat bij een kleigrond meer warmte naar de bodem verdwijnt. Lucht is een slechte geleider, waardoor bij zandgrond minder warmte naar de bodem gaat. Daarom is een zandgrond oppervlakkig soms zeer warm (en de lucht erboven ook), maar wordt snel terug koeler als je een beetje dieper graaft. Als het al lange tijd droog is, zullen de maxima hoger oplopen. De energie van de zonnestralen gaat immers minder verloren aan het verdampen van bodemvocht.


Minimumtemperatuur
In de weerberichten worden minimumtemperaturen voorspeld, geldig voor een hoogte van 1,5 m. Dit is de laagst voorspelde temperatuur voor de periode van 18.00 tot 06.00 UTC (voor klimatologische waarnemingen wordt met een periode van 24 uur gewerkt). Het tijdstip waarop de minima in België doorgaans worden bereikt, varieert in de loop van het jaar. Algemeen is dit iets na zonsopgang, in december rond 09u00 lokale tijd (wintertijd) en in juli rond 06u00 lokale tijd (zomertijd).

Het voorspellen van de minima is niet eenvoudig, omdat er veel beïnvloedende factoren zijn.
  • Overdag wordt de grond opgewarmd door het (zichtbaar licht, infrarode en ultraviolette straling). De aarde zendt deze geabsorbeerde energie op haar beurt uit onder de vorm van infrarode straling. 's Nachts koel de grond snel af door de grote uitstraling. Een deel van deze stralen wordt geabsorbeerd door gassen in de atmosfeer (hoofdzakelijk waterdamp) en door de wolken. Na absorptie stralen waterdamp en wolken opnieuw uit in het infrarood en deze warmte zal voor een deel terug de grond bereiken. Met andere woorden: als de lucht vochtig of bewolkt is, zal het minder afkoelen aan de grond en in de onderste luchtlagen. Droge continentale stromingen uit het oosten en het zuidoosten kunnen in de winter voor veel lagere minima zorgen dan vochtige zeelucht uit het noorden. Lage wolken zijn een soort van deken en zullen veel hogere minima opleveren dan een heldere lucht.
  • De windkracht. Bij rustig weer koelt het sterker af en vormt er zich een grondinversie.
  • De aard van de bodem. Zandgronden koelen sterker af dan kleigronden, want ze bevatten meer lucht (bij klei worden de luchtporiën meer bezet door water). Lucht is een slechte geleider zodat bij zand de overdag opgeslagen bodemwarmte 's nachts minder gemakkelijk naar het aardoppervlak geleid wordt.
  • In krachtige hogedrukgebieden koelt het meer af door de aanwezigheid van droge lucht boven de subsidentie-inversie.
  • Bij rustig weer is het in valleien vaak kouder dan op de aanpalende flanken en de hoogten. Door de nachtelijke afkoeling ontstaat aan de grond de koudste lucht. Koudere lucht heeft een hogere dichtheid (ze is "zwaarder") en zal bij hellingen de neiging hebben om naar de valleien te "rollen" en zich daar te concentreren.