VulkanismeVulkanisme is een verzamelnaam voor
geologische processen aan het oppervlak, die het gevolg zijn van het omhoog komen van heet materiaal uit het binnenste van een
planeet. Het omhoogkomende materiaal kan bestaan uit
magma (gesmolten gesteente), maar ook uit
vluchtige stoffen zoals
gassen of
vloeistoffen. Als dergelijk materiaal het oppervlak bereikt spreekt men van een
eruptie of uitbarsting. Wanneer magma over het oppervlak uitstroomt, wordt het
lava genoemd. Een eruptie kan echter vergezeld gaan van explosies, waarbij ook puin en as (
tefra of pyroclastisch materiaal genoemd) weggeslingerd of de atmosfeer ingeblazen worden. Op de plek van de eruptie kan een
vulkaan ontstaan, wanneer de eruptie explosief van aard is ontstaat een
krater.
Als een lavastroom stolt, wordt het een
stollingsgesteente. Gestolde lava is echter niet het enige product van vulkanisme. Bij een vulkaanuitbarsting kunnen ook as en puin uit de hemel vallen, dat in relatief korte tijd dikke lagen kan vormen. Dit materiaal is niet erg stabiel, zodat na een eruptie vaak
landverschuivingen of modderstromen (
lahars) voorkomen.
Op Aarde komt vulkanisme vooral voor langs de randen van
tektonische platen. De aard van vulkanisme wordt bepaald door een combinatie van de ontwikkeling van het magma tijdens het omhoog komen door de
aardkorst en de omstandigheden aan het oppervlak.
Vulkanen
In een gebied waar vulkanisme voorkomt kunnen veel
landvormen ontstaan zijn door vulkanische activiteit. Het bekendst zijn vulkanen, de plekken waar lava of pyroclastisch materiaal vrijkomt tijdens uitbarstingen. Meestal bevindt zich onder de vulkaan een plek waar magma verzamelt, een zogenaamde
magmakamer. Het magma kan via een doorgang, zoals een vulkaanpijp of een scheur (
dike), naar het oppervlak bewegen.
Meestal denkt men bij een vulkaan aan een berg met de vorm van een
conus. Dit type vulkaan wordt een
stratovulkaan genoemd. Stratovulkanen hebben steile hellingen en kunnen grote hoogtes halen. Het zijn vaak de hoogste punten in de omgeving, zoals de
Vesuvius (1281 m) in Italië of de
Merapi (2968 m) op het Indonesische eiland
Java. De hellingen van een stratovulkaan bestaan uit pyroclastisch materiaal zoals as of puin, afgewisseld met gestolde lavastromen.
Schildvulkanen zijn eveneens grote bergen, maar hebben de vorm van een koepel met flauwe hellingen. Voorbeelden zijn de
Mauna Loa (top 4170 m boven zeeniveau) en
Mauna Kea (4205 m boven zeeniveau) op Hawaï. De toppen van deze vulkanen liggen op 4170 en 4205 m boven
zeeniveau, maar gerekend vanaf de bodem van de oceaan zijn ze meer dan 10 km hoog. Het volume en oppervlak van deze schildvulkanen is veel groter dan dat van de grootste stratovulkanen. Veel schildvulkanen hebben net als stratovulkanen een krater op de top van de vulkaan. Bij schildvulkanen kan de uitstromende lava zich vaak verzamelen in een
lavameer in de krater. Schildvulkanen zijn grotendeels opgebouwd uit gestolde lavastromen en bevatten nauwelijks pyroclastisch materiaal. Voor extra uitleg.
Klik hier.
Andere landvormenNiet alle vulkanen zijn bergen. Sommige vormen zelfs een
depressie in het landschap. Een voorbeeld zijn
maren, diepe kraters van enkele kilometers of honderden meters doorsnee waarin soms een meertje te vinden is. Een maar is vaak wel omringd door een ring van as en puin.
Een
caldera is een grote vulkanische krater met een doorsnede van meerdere kilometers. Caldera's kunnen meer dan één vulkaan bevatten. De grootste actieve caldera ter wereld is
Yellowstone in het midden van de Verenigde Staten. Deze caldera is ongeveer 55 km breed. Van een caldera is in Yellowstone aan het oppervlak niet veel te zien: vanwege de enorme schaal valt die pas op luchtfoto's op.
Vulkanische kegels zijn relatief kleine (hooguit een paar honderd meter hoog) kegelvormige bergjes in de buurt van een vulkaan. Ze hebben steile flanken en bestaan grotendeels uit pyroclastisch materiaal. Dit soort kegels wordt, afhankelijk van het type materiaal waaruit ze bestaan, bijvoorbeeld
sintelkegels, slakkenkegels of askegels genoemd. De meeste vulkanische kegels hebben een krater in de top. Wanneer de krater relatief groot is en het pyroclastische materiaal in een ring om de krater heen ligt, spreekt men van een tufring.
Een groot oppervlak bedekt met lavastromen en andere vulkanische landvormen wordt een
vulkanische vlakte genoemd. Uit het verre verleden zijn vulkanische vlakten gevormd die zo groot zijn dat ze grote delen van continenten beslaan. Voorbeelden zijn de
Deccan Traps in India of de
Siberische Trappen in Siberië. Bij de omvang van de uitbarstingen waarmee zulke
basaltvloeden gevormd werden vallen alle historische erupties in het niet.
Slapende vulkanen:
Klik hier.
Dode vukanen:
Klik hier.
Actieve vukanen.
Klik hierNog wat extra uitleg.
Klik hier en
Klik hier.