OceanenEen oceaan (Oudgrieks Ωκεανός (Ōkeanós)) is een min of meer zelfstandige wereldzee tussen de continenten en kan meerdere (kleinere) zeeën bevatten. Er worden op aarde meestal vijf oceanen onderscheiden. Deze zijn allemaal met elkaar verbonden en vormen zo samen één grote massa
zout water. De oceanen en zeeën nemen in totaal 72% van het oppervlak van de aarde in (~3.6 x 108 km
2), waarvan de oceanen met 71% het leeuwendeel vormen. Het land (het geheel van de continenten en eilanden) maakt de rest uit. De oceanen omvatten 97% van al het water op Aarde. Volgens
oceanografen is maar 5% van de oceanen verkend. In totaal omvatten de oceanen ongeveer 1,3 miljard kubieke kilometer en hebben ze een gemiddelde diepte van 3688 meter. In verschillende perioden in het verleden waren alle continenten met elkaar verbonden. Men spreekt dan van
supercontinenten, die omringd waren door
superoceanen.
Eilanden in een oceaan kunnen worden onderverdeeld in
continentale eilanden en oceanische eilanden, terwijl de laatste verder kunnen worden onderverdeeld in
vulkanische eilanden en
koraaleilanden.
De vijf oceanenSinds het vastleggen van de grenzen van de Zuidelijke Oceaan door de
Internationale Hydrografische Organisatie in 2000, worden er vijf oceanen onderscheiden (in volgorde van grootte):
- De Grote of Stille Oceaan, in Amerika beter bekend als Pacific Ocean, (vroeger Stille Zuidzee genoemd) - Begrensd door (in wijzerzin vanaf het noorden) de Noordelijke IJszee, de westkust van Noord- en Zuid-Amerika, de Atlantische, de Zuidelijke en Indische Oceaan, de oost- en noordoostkust van Australië, de Indonesische archipel en de oostkust van Azië. De totale oppervlakte bedraagt 155.557.000 vierkante kilometer. De voornaamste eilandgroepen in de Grote Oceaan zijn Polynesië, Melanesië en Micronesië. Bij het eiland Guam ligt een zeer diepe trog, de Marianentrog. Deze werd in 1960 ontdekt en verkend met de bathyscaaf Trieste tot op een diepte van 10.916 meter.
- De Atlantische Oceaan - Begrensd door de Noordelijke IJszee, de west- en zuidkust van Europa, de noord- en westkust van Afrika, de Indische, Zuidelijke en Grote Oceanen en de oostkust van Zuid- en Noord-Amerika. Oppervlakte: 76.762.000 vierkante kilometer.
- De Indische Oceaan - Begrensd door de zuidkust van Azië, de Indonesische archipel, de west- en zuidkust van Australië, de Grote, Zuidelijke en Atlantische Oceanen en de oostkust van Afrika. Oppervlakte: 68.556.000 vierkante kilometer.
- De Zuidelijke Oceaan (ook Antarctische Oceaan genoemd) - Begrensd door de kust van Antarctica enerzijds, en de Atlantische, Indische en Grote Oceanen anderzijds. De grens met deze oceanen ligt op 60° zuiderbreedte. Oppervlakte: 20.327.000 vierkante kilometer.
- De Noordelijke IJszee (ook Arctische Oceaan genoemd) - Begrensd door de Atlantische Oceaan, de noordkust van Noord-Amerika, de Grote Oceaan en de noordkust van Azië en Europa. Oppervlakte: 14.056.000 vierkante kilometer.
Soms wordt er ook gesproken over
zeven oceanen, in dit geval zijn de Grote of Stille Oceaan en de Atlantische Oceaan ter hoogte van de
evenaar verder onderverdeeld in een Noordelijk en Zuidelijk deel.
ZeestromenHet water van de oceanen is in voortdurende beweging. Op grote schaal is dit zichtbaar in de grote oceaanstromingen zoals de
Golfstroom. Een groot deel van de
bewegingsenergie van de oceaan zit echter in meer kleinschalige
wervelingen van een paar tientallen kilometer groot. Uiteindelijk komt al die energie van het
zonlicht en van de aswenteling van de Aarde.
De grote oppervlaktestromingen van de oceaan worden aangedreven door
passaatwinden en hun tegenhangers, de
westenwindgordels. Door de
ekmanspiraal loopt de zeestroming niet evenwijdig met de windrichting. Het gecombineerde effect is een verzameling ringvormige zeestromingen,
gyres genaamd. De Atlantische en de Grote Oceaan hebben elk een noordelijke en een zuidelijke subtropische gyre, terwijl de Indische oceaan één (zuidelijke) gyre heeft. Daarnaast is er een grote circumpolaire stroom rondom Antarctica en enkele kleinere subpolaire gyren.
Er bestaan ook gebieden van massale op- of neerwaartse beweging van het oceaanwater, waardoor er ook dieptestromen ontstaan. Daarbij zijn verschillen van zowel de watertemperatuur als het zoutgehalte van belang, omdat ze de massadichtheid van het oceaanwater bepalen. Het geheel van verticale stromen, oppervlaktestromen en dieptestromen heet thermohaliene circulatie.
Bedreigingen van oceanenDe zeeën en oceanen staan bloot aan diverse bedreigingen zoals
overbevissing, mijnbouw, vervuiling met vele stoffen, en CO
2.
De vervuiling met plastic leidde tot een
plasticsoep. Plastic dat in zee terecht komt, verzamelt zich voornamelijk in de gyres en in de arctische zee.
Flora en
fauna kunnen last ondervinden van dit plastic.
De oceanen hebben een deel van alle CO
2 die sinds de
Industriële revolutie in de atmosfeer is gekomen geabsorbeerd. Dit beperkt de
opwarming van de Aarde, maar leidt tot
verzurende oceanen. Een deel van het leven in de oceaan kan niet goed tegen de zuurdere omstandigheden. Koraal verbleekt bijvoorbeeld als gevolg van verzuring. Ook sommige groepen algen en schelpdieren ondervinden negatieve effecten. Door de klimaatverandering warmen de oceanen op.
Door de opwarming van het klimaat en lozingen van afvalwater en meststoffen, breiden gebieden met lage zuurstofconcentraties,
dode zones met nog maar weinig leven, zich uit.
De fysische en chemische verandering van de oceanen hebben gevolgen voor het leven in de oceanen en bedreigen de soortenrijkdom. De reacties van diersoorten, populaties, en hele
ecosystemen op deze veranderingen is moeilijk te voorspellen.
Het
VN-Milieuprogramma publiceerde in april 2021 haar tweede World Ocean Assessment rapport, waarin erop wordt gewezen dat veel voordelen die de oceanen bieden, ondermijnd worden door menselijke activiteiten, met meer dode zones als gevolg.