Getijde (waterbeweging)

Het getijde, tij of getij is de periodieke wisseling van de
waterstand, en de daarmee samenhangende
getijstroom, die op
Aarde optreedt als gevolg van de
zwaartekracht van de
Maan en, in mindere mate, die van de
Zon.
Doordat het getij op een locatie bepaald wordt door veel factoren, waaronder de afstand van de locatie tot de evenaar, de waterdiepte, en de aanwezigheid en vorm van landmassa's, vertoont het van plaats tot plaats grote verschillen. De getijvormen worden grofweg onderverdeeld in dubbeldaags getij, enkeldaags getij, en gemengd getij. De waterstand die daadwerkelijk optreedt wordt daarnaast niet alleen door het getij maar ook door
weersomstandigheden als
luchtdruk en
wind bepaald.
De periode van het stijgen van het water heet
vloed of opkomend tij, die van het dalen
eb of afgaand tij. De maximale waterhoogte heet hoogwater of hoogtij, de minimale hoogte laagwater of laagtij. Wanneer de getijkrachten van Zon en Maan dezelfde richting hebben en zo elkaar versterken, is de amplitude van het getij het grootst; dit wordt
springtij genoemd. Wanneer de genoemde getijkrachten haaks op elkaar staan en elkaar verzwakken, is het verschil tussen hoogwater en laagwater het kleinst, men spreekt dan van
doodtij.
Springtij en doodtijIn een
synodische maand van 29 dagen, 12 uur en 44 minuten staan de Zon, de Aarde en de Maan tweemaal op één lijn – bij
volle en
nieuwe maan. Hierbij versterken de getijdenkrachten van de Maan en Zon elkaar en treden er hogere hoogwaterstanden en lagere laagwaterstanden op. Dit is
springtij. Bij het
eerste en
laatste kwartier verzwakken de getijdenkrachten elkaar en treden er minder hoge hoogwaterstanden en minder lage laagwaterstanden op. Dit is het
doodtij.
Voor extra uitleg, zoals berekening van de getijdenkracht, getijdentypen enz. zie Wikipedia (Volledige tekst Getijde (waterbeweging).
Klik hier.