Continent
Een continent is een zeer grote landmassa die niet of vrijwel niet met andere landmassa's verbonden is, en die zo groot is dat er plekken zijn waar een
landklimaat of
overgangsklimaat heerst. Hierbij wordt alleen gelet op land en water, niet op de waterdiepte, onderzeese bergruggen of het
continentaal plat. Volgens bovenstaande definitie bevinden zich op aarde, gerangschikt van groot naar klein, de volgende continenten:
Eurazië,
Afrika,
Noord-Amerika,
Zuid-Amerika,
Antarctica en
Australië.
Eiland, schiereiland en werelddeelEen landmassa die te klein is om een continent te worden genoemd, is een
eiland. Over het algemeen wordt
Groenland beschouwd als het grootste eiland en Australië (vier keer zo groot) als het kleinste continent. Deze keus is tamelijk arbitrair. Een relatief kleine landmassa die via een
landengte met een andere landmassa verbonden is, is een
schiereiland.
Hoewel in het Engels hetzelfde (continent), wordt in het Nederlands soms onderscheid gemaakt tussen
werelddeel en continent. Een werelddeel is dan een geopolitieke en niet een geologische indeling. Soms omvat een werelddeel een continent, inclusief de omringende eilanden, zoals het werelddeel Afrika gelijk is aan het continent Afrika plus onder meer
Madagaskar. Soms is een werelddeel een deel van een continent, zoals het werelddeel
Europa deel is van het continent Eurazië, plus enkele eilanden. Spreken de Britten over het vasteland van Europa, dan zeggen ze meestal the continent.
Begrenzing

Volgens de gegeven definitie zijn Noord-Amerika en Zuid-Amerika aparte continenten. Ze zijn elk groot genoeg en ze zijn slechts door een smalle landengte met elkaar verbonden. Ook Afrika geldt als een apart continent. Het continent Eurazië is gescheiden van Afrika door het
Suezkanaal.
De grens van de twee Amerika's en de grens van Afrika liggen niet precies vast. Men kan zeggen dat het
Panamakanaal (tussen Noord- en Zuid-Amerika) en het Suezkanaal (tussen Eurazië en Afrika) tot gevolg hebben dat de continenten geheel door water van elkaar gescheiden zijn. De grens loopt dan door de door mensen gecreëerde kanalen. Vindt men dat een kunstmatige waterweg niet meetelt, dan legt men de grens op de plaats waar de landengte het smalst is (dat is ongeveer hetzelfde) of, om praktische redenen, bij een landgrens (dus tussen
Panama en
Colombia en tussen
Israël en
Egypte).
BeperkingenDe begrippen continent en werelddeel vormen een geheugensteun voor wie voor het eerst kennismaakt met de wereldkaart; als dusdanig zijn ze nuttige hulpmiddelen bij het onderwijs in de aardrijkskunde aan jonge kinderen. Ze zijn echter tamelijk oppervlakkig: hun gebruik voor meer diepgaande classificaties in de fysische of sociale geografie of in andere wetenschappen legt aan de geobserveerde omgeving een denkkader op dat objectieve conclusies in de weg staat. In de fysische geografie heeft het weinig zin een fundamenteel verschillende rol toe te kennen aan de Afrikaanse en de Indische landmassa; en in de sociale geografie lijkt het niet zinvol de Arabische en Subsaharaanse bevolking van Afrika als één groep te beschouwen, en die groep dan pakweg te contrasteren met de Europese bevolking. In commerciële en sociaal-economische rapportering wordt dan ook vaker verwezen naar (supranationale)
regio's, bijvoorbeeld
Latijns-Amerika als culturele en economische eenheid in plaats van Zuid-Amerika als continent.
Geologie van continenten
Geologisch is het niet de kustlijn die de grens bepaalt tussen continenten en oceanen, maar de uitgebreidheid van het
continentaal plat. Tot het continentaal plat behoren ook de zeeën en kustwateren waar de bodemplaat een geringe helling vertoont, typisch niet meer dan 1 tot 37 m per km. Sommige van deze plateaus bereiken een diepte van meer dan 500 m, maar vaak wordt conventioneel de grens getrokken op 200 m zeediepte. De gemiddelde breedte van het continentaal plat buiten de kustlijn is ongeveer 70 km met een grote plaatselijke variatie. Onderzeese continentale plateaus bedekken naar schatting ongeveer 5% van het aardoppervlak.
Op één uitzondering na komen de grootste tektonische platen overeen met continenten: de
Antarctische Plaat, de
Noord-Amerikaanse Plaat, de
Euraziatische Plaat, de
Afrikaanse Plaat, de
Zuid-Amerikaanse Plaat en de
Australische Plaat. De uitzondering is de
Pacifische Plaat onder een groot deel van de
Grote Oceaan. Daarnaast ondersteunen de
Arabische Plaat en de
Indische Plaat elk een subcontinent.
Platentektoniek is een theorie die de ligging en vorming van continenten, oceanen, gebergten en andere structuren van het aardoppervlak verklaart door de observatie dat de
lithosfeer bestaat uit acht grote en een groot aantal kleinere stijve platen die bewegen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de onderliggende
asthenosfeer. De grenzen tussen platen behoren tot drie hoofdtypes, die elk een eigen typisch uiterlijk hebben:
- divergente grenzen, meestal langs het ruggenstelsel van de oceanen, waar nieuwe lithosfeer wordt gecreëerd en waar de platen zich van elkaar verwijderen;
- convergente grenzen, waar platen naar elkaar toe bewegen en de ene plaat onder de andere schuift (subductie); als dit nabij de grens van een continent gebeurt, ontstaat er een bergketen zoals de Andes;
- transformatiegrenzen, waar twee platen horizontaal naast elkaar schuiven, zoals de San Andreasbreuk in Californië; dergelijke gebieden hebben talrijke aardbevingen maar relatief weinig vulkanische activiteit.
De
continentale platen onderscheiden zich van de
oceanische platen door hun grotere dikte en hun geringere dichtheid. Daardoor komt het dat bij subductie tussen een continentale en een oceanische plaat, het bijna altijd de oceanische plaat is die onder de continentale schuift.
Oudere continentenOp grond van de platentektoniek en
paleomagnetische metingen kan worden afgeleid dat alle huidige continenten 250 miljoen jaar geleden samenhingen in één landmassa, die de naam
Pangaea heeft gekregen. Ongeveer 180 miljoen jaar geleden ontstonden uit het supercontinent Pangaea het noordelijke
Laurazië en het zuidelijke
Gondwana. Rond 100 miljoen jaar geleden splitsten zich dan continenten af waarvan de huidige vorm nog herkenbaar is: Laurazië werd Noord-Amerika en Eurazië; Gondwana viel uiteen in Zuid-Amerika, Afrika, Indië, Australië en Antarctica. De huidige landmassa's lijken het best in elkaar te passen als niet de kustlijn, maar de rand van de
continentale helling op ongeveer 2000 meter diepte als grens wordt gehanteerd.
Hoewel de aarde 4,6 miljard jaar oud is, is het moeilijk bewijsmateriaal te vinden voor continenten en platen die meer dan 200 miljoen jaar oud zijn. Geologen beschikken over aanwijzingen voor bepaalde tektonische bewegingen van vóór Pangaea die 600 miljoen jaar geleden begonnen.