* De Aarde (soms de wereld of Terra genoemd) is vanaf de Zon gezien de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Radiometrische dateringen hebben uitgewezen dat de Aarde 4,57 miljard jaar geleden is ontstaan en het leven
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Sinds het ontstaan van leven op Aarde heeft de biosfeer (het leven) de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Andere namen voor Aarde zijn
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Planeten waarvan het oppervlak is opgebouwd uit vaste stoffen noemt men
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De ster waar de Aarde omheen draait en het helderste object aan de hemel is
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Het zonnestelsel bestaat uit de Zon en die hemellichamen die door de zwaartekracht
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Op de Aarde komt leven voor: ze is de woonplaats
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Met leven worden over het algemeen organismen aangeduid
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een organisme kan worden gedefinieerd als een levend wezen
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* In de biologie is een soort een basisbegrip, een bouwsteen
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Taxonomie is de wetenschap van
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Het heelal of universum in de astronomie ofwel de kosmos in de kosmologie zijn synoniemen voor alle materie en energie binnen het gehele
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Radiometrische datering is een techniek om de ouderdom van materialen te bepalen, die gebaseerd is op
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De biosfeer is het gedeelte van de Aarde waar leven mogelijk is en bevindt zich in de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De hydrosfeer is binnen de fysische geografie het geheel van water op, onder
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De lithosfeer of steenschaal is het buitenste gedeelte van de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Dank zij zuurstof kunnen
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Aeroob betekent dat een organisme onder aanwezigheid
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Anaerobe organismen hebben geen
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De ozonlaag is een laag in de stratosfeer, tussen ongeveer 15 en 30 kilometer hoogte,
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De ozonlaag beschermt het aardoppervlak tegen schadelijke ultravioletstraling ,
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Het aardoppervlak is voor 71% bedekt met water in de vorm van zeeën en oceanen, de rest
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Oppervlaktewater is al het water dat zich in vloeibare vorm aan de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een zee is een grote hoeveelheid zout water, die in verbinding staat
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een oceaan is een min of meer zelfstandige wereldzee tussen de continenten, en kan
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een continent is een zeer grote landmassa die niet of vrijwel niet
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een eiland is een landoppervlakte dat aan alle kanten omringd is door water, maar kleiner is dan een continent
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De lithosfeer, de buitenste laag van de vaste Aarde, is verdeeld in een aantal rigide platen of schollen , die op een geologische tijdschaal (over miljoenen jaren)
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een tektonische plaat of schol is een stuk van de aardkorst
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een geologische tijdschaal is een indeling van de geschiedenis van de Aarde
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Deze beweging van de platen of schollen veroorzaakt
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Het aardoppervlak is het grensvlak tussen de vaste aardkorst samen met het erop gelegen water
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een gebergte is een verzameling vrij aaneengesloten bergen die met elkaar
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Vulkanisme is een geologisch en geomorfologisch proces waarbij gesmolten
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Onder de lithosfeer bevindt zich de langzaam
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De stroming in de aardmantel veroorzaakt de bewegingen van de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Convectie is warmtetransport
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Onder de mantel bevinden zich een vloeibare buitenkern (waarin het aardmagnetisch veld wordt opgewekt)
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De buitenkern of bovenkern is een zone in het binnenste van de Aarde die zich bevindt
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De buitenkern van de Aarde bestaat waarschijnlijk voornamelijk uit vloeibaar nikkel en ijzer en heeft
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Het aardmagnetisch veld (ook wel aardmagneetveld genoemd) is het magnetisch
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Het aardmagnetisch veld, dat vermoedelijk ontstaan is door stroming van magnetische mineralen en elementen in de aardkern, beschermt de planeet tegen de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De binnenkern van de Aarde is een vaste bol met een straal van ongeveer 1220 km in het midden van de Aarde,
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De zonnewind is een stroom van geladen deeltjes die
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Kosmische straling (vroeger ook hoogtestraling genoemd) is een verzamelnaam voor hoog-energetische
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De Aarde draait om de Zon in dezelfde tijd dat ze 366,26 maal om haar eigen as draait. Deze tijdsduur
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een siderisch jaar is de hoeveelheid tijd waarin de Aarde een maal om de Zon beweegt, ten opzichte van de sterren. Het is de kortste hoeveelheid tijd tussen twee momenten dat de Zon vanaf Aarde gezien op precies dezelfde plek aan de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Omdat de rotatie van de Aarde om haar as en de baan van de Aarde om de Zon dezelfde richting volgen (vanaf de noordpool gezien tegen de wijzers van de klok in) is de lengte van het jaar in zonnedagen gemeten
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een synodische dag of zonnedag is de periode die een planeet nodig heeft om eenmaal om zijn as te roteren gezien vanaf
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De aardas maakt een hoek van 23,439281° met het vlak waarin de aardbaan ligt,
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een seizoen of jaargetijde is een jaarlijks
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De Aarde heeft één natuurlijke satelliet, de Maan , die vlak na de vorming
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Een natuurlijke maan of natuurlijke satelliet is een hemellichaam dat rond een planeet, dwergplaneet of planetoïde,
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De aantrekkingskracht van de Maan veroorzaakt getijden in de oceanen, stabiliseert de hellingshoek van de aardas en doet de rotatiesnelheid
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Het getijde of getij is de verticale waterbeweging die optreedt onder invloed van de zwaartekracht van de maan en in mindere mate de zon en de
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
*Rotatie , is in de natuurkunde de beweging van een star lichaam waarbij punt(en) van het lichaam in rust blijven, en de andere
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Omtrek van de aarde is
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* Diameter van de Aarde is
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.
* De massa van de Aarde is
???
hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
convecterende aardmantel.
aan de Zon gebonden zijn.
met een andere zee of met een oceaan.
een temperatuur van ongeveer 2900°C.
wordt een siderisch jaar genoemd.
aerobe organismen overleven.
terugkerende periode van 3 maanden.
bestaat uit continenten en eilanden.
ontsnappen van het oppervlak van de Zon.
40.074 km.
in geologische tijdperken.
wereld, Terra.
van de planeet langzaam afnemen.
zodat leven op het land mogelijk is.
van miljoenen soorten organismen.
of lithosfeer.
veld dat de Aarde omringt.
een cirkelvormige beweging beschrijven.
derde planeet van ons zonnestelsel.
tussen de 2900 en 5100 km diepte.
precies één dag korter, namelijk 365,26 dagen.
waarin relatief veel ozon aanwezig is.
geïoniseerde straling van de zonnewind.
de zon.
radioactief verval van natuurlijke isotopen.
aardse planeten of terrestrische planeten.
gelegen op 5110 tot 6370 kilometer diepte.
aardatmosfeer zuurstofrijk gemaakt.
met een eigen metabolisme.
en een vaste binnenkern.
5,9742×1024 kg.
platen en vulkanisme aan het aardoppervlak.
vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik.
meerdere (kleinere) zeeën bevatten.
hemel staat ten opzichte van de sterren.
materiaal uit de ondergrond naar boven komt.
ruimte-tijdcontinuüm waarin wij bestaan.
en de atmosfeer.
die zich kunnen vermenigvuldigen.
en groter dan een rots of een zandbank.
van zuurstof kan gedijen.
12.756,274 km.
oppervlakte van een planeet bevindt.
het indelen.
maximaal 1 miljard jaar daarna.
wat de seizoenen veroorzaakt.
zuurstof nodig.
het hemellichaam waar hij omheen draait.
met andere landmassa's verbonden is.
langzaam over het aardoppervlak bewegen.
van de taxonomie.
in een gas of vloeistof.
of eventueel een andere maan, draait.
van de Aarde moet zijn ontstaan.
een topografisch geheel vormen.
en boven het oppervlak van een planeet.
andere planeten op de roterende aarde.
de vorming van gebergten en vulkanisme.
straling die ons vanuit de kosmos bereikt.