Astronomie: begrippen

Scintillatie
Het fonkelen van de sterren wordt scintillatie genoemd. Dit fonkelen wordt veroorzaakt door de dampkring van de aarde. Door verschillen in temperatuur zijn de luchtdeeltjes voortdurend in beweging. Daardoor lijken de sterren te trillen. Hetzelfde verschijnsel ziet men op een warme dag boven een grasland. Dan lijkt alles in de verte ook te trillen. Kijk anders maar eens boven een kaarsvlam of boven een kachel. Ook daar lijkt alles te trillen. Hoe lager een ster staat, hoe langer zijn weg door de dampkring van de aarde is. Daarom zal een ster die erg laag staat veel meer trillen dan een ster die in het zenit (het punt recht boven de waarnemer) staat. Planeten fonkelen duidelijk minder, doordat ze niet puntvormig zijn.


Spiegeling en breking van golven (Principe van Huygens)
Klik hier.

Mysterieuze lichtflits
In februari 2006 nam de Hubble Space telescope een geheimzinnige lichtflits waar, en tot op heden weten astronomen nog steeds niet wat het was. Het licht werd gedurende honderd dagen steeds helderder, en nam daarna gedurende honderd dagen weer in helderheid af, en verdween. De onverklaarbare lichtflits houdt veel astronomen uit hun slaap.

Geen supernova
Verschillende telescopen werden ingezet om het verschijnsel te volgen, en astronomen kwamen in de daaropvolgende jaren met vele suggesties maar, zoals astronoom Kyle Barbary recent tijdens een congres liet weten, geen daarvan is in staat de flits te verklaren. Een vertrouwde supernova (het ineenklappen van een stervende ster) was het in ieder geval niet; daarvoor duurde de flits veel te lang.

Alles weg
Op de betreffende plek is zelfs met de Hubble telescoop niets meer te zien: geen ster, geen melkwegstelsel, niets. Astronomen hebben dus ook geen idee van de afstand waarop de flits zich afspeelde. Maar kosmologisch was het verschijnsel zeker. Barbary acht de kans dat er ooit een verklaring voor zal worden gevonden klein. Hij hoopt op een tweede, gelijksoortige flits die mogelijk meer onthult. Zijn favoriete suggestie is dat het een buitenaardse beschaving was, die een nieuwe deeltjesversneller opstartte. Met beroerde gevolgen.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, ALS HET WOORD BESTAAT,TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
   centrum      dampkring      dichtheid      effecten      focuseren      fonkelen      heelal      horizon      ionosfeer      lichtflits      object      ringen      straling      stralingsmeter      volume      zenit      zichtbare      zon      zonnestelsel      zwarte gaten   
Scintillatie
Scintillatie (lichtflits) is een begrip in verschillende wetenschappen, dat refereert aan bijzonder die ontstaan rond de afbuiging, reflectie of weerkaatsing en refractie of lichtbreking van licht.

Atmosferische scintillatie
Scintillatie in de astronomie is het van de sterren dat wordt veroorzaakt door de van de Aarde. Luchtdeeltjes zijn constant in beweging door temperatuurverschillen. Hierdoor lijkt op een warme dag bijvoorbeeld de te trillen. Als een ster lager staat, is de weg die zijn licht door de dampkring aflegt langer. Een ster die erg laag staat, lijkt daarom veel meer te trillen dan een ster die in het staat. Doordat planeten niet puntvormig zijn, hebben zij een minder duidelijke scintillatie.

Stralingsscintillatie
In de elementaire natuurkunde is scintillatie de kenmerkende die voorkomt als fluorescente stoffen gebombardeerd worden met een of andere . Wanneer fluorescente stoffen bestraald worden met een of andere straling, nemen deze stoffen de stralingsdeeltjes op. De energie onysyaan uit de straling wordt, na verloop van tijd, weer uitgestraald als licht -- ditmaal met de golflengte die kenmerkend is voor de fluorescente stof. Het resultaat (zeker bij straling van een hogere intensiteit, waarbij de kans op botsing van straling en stof op een gegeven moment dus zeer hoog wordt) is een "lichtflits". Dit effect wordt gebruikt bij een vorm van die een scintillatiemeter genoemd wordt.

Radarscintillatie
Scintillatie bij radarinstallaties is het verschijnsel dat een op radar getoond object "in het rond lijkt te springen". Dit wordt veroorzaakt door de verplaatsing en rotatie van het reflectievlak van objecten waar de radiostralen vanaf reflecteren. Dit kan veroorzaakt worden door beweging of draaiing van het .

Scintillatie van radiogolven
Soms gebeurt het dat plaatselijk sterker geïoniseerde gedeelten in de radiogolven tijdelijk of defocuseren; hieruit resulteert een fading van het signaal van enkele dB's in zowel negatieve als positieve zin. Uiteraard heeft dit uitsluitend betrekking op radiogolven welke vanuit de ruimte de aarde bereiken zoals de signalen van ruimtesondes.


Seeligereffect
Het Seeligereffect is het effect dat een object in het een grotere helderheid heeft wanneer het in oppositie staat met de . Een voorbeeld van het Seeligereffect zijn de ringen van Saturnus. Als Saturnus in oppositie staat zijn de helderder ten opzichte van Saturnus zelf dan in andere tijden van het jaar. Het effect is vernoemd naar de astronoom Hugo von Seeliger.


Singulariteit in de natuurkunde
Een singulariteit is in de kosmografie een punt met een oneindig klein en een oneindige grote . De ruimte-tijd is hier zo sterk gekromd, dat ruimte en tijd feitelijk ophouden te bestaan. Dit heeft onder meer tot gevolg dat ook de in de gewone natuurkunde geldende wetten in een singulariteit niet meer geldig zijn. Wellicht vinden er in of in de buurt van een singulariteit allerlei processen plaats die in de huidige exacte wetenschap nog onbekend zijn. Volgens de oerknaltheorie is het hele ontstaan uit een zeer klein punt, dat in de buurt van een singulariteit kwam. Een echte singulariteit was dit echter (vermoedelijk) niet.

De algemene relativiteitstheorie veronderstelt verder voor het huidige heelal minstens twee soorten singulariteiten: het van zwarte gaten en zogeheten naakte singulariteiten, dat wil zeggen de tegenhangers van (zonder gebeurtenissenhorizon). Van het bestaan van dit laatste verschijnsel is men niet geheel overtuigd, maar er zijn sterke aanwijzingen dat er behalve zwarte gaten inderdaad ook naakte singulariteiten bestaan.