WEER EN KLIMAAT

De temperatuur op aarde wordt door vier ruimtelijke factoren beïnvloed



Hieronder volgt een kort overzicht van de klimaatgordels en het daarbij horende weertype

Tropisch
regenwoud klimaat
Het tropisch regenwoudklimaat wordt gekenmerkt doordat de droogste maand van het jaar een gemiddelde maandneerslag heeft van meer dan 60 mm en, zoals alle tropische klimaten, komt de gemiddelde temperatuur van elke maand niet onder de 18 °C uit.
MoessonklimaatHet klimaat moet zoals alle tropische klimaten, een temperatuur hebben die niet lager is dan 18 graden Celsius, en is er ten minste één maand in het jaar met een gemiddelde maandneerslag van minder dan 60 mm. Hierbij moet de jaarlijkse neerslagsom bij een droogste maand van 0 mm hoger zijn dan 2500 mm en bij een droogste maand van 60 mm hoger zijn dan 1000 mm.
Tropisch
savanneklimaat
Het klimaat moet, zoals alle tropische klimaten, elke maand een gemiddelde temperatuur hebben van 18°C of hoger en is er ten minste een maand in het jaar met een gemiddelde maandneerslag van minder dan 60 mm. Hierbij mag de jaarlijkse neerslagsom bij een droogste maand van 0 mm niet hoger zijn dan 2500 mm en bij een droogste maand van 60 mm niet hoger zijn dan 1000 mm.
Steppeklimaat of
halfwoestijnklimaat
De natuurlijke begroeiing in steppeklimaten is steppe, een droog grasland waar geen bomen groeien. In nattere omstandigheden komen ook struiken voor. In drogere omstandigheden is de begroeiing schaarser en is sprake van een halfwoestijn. Ongeveer 14% van het aardoppervlak heeft een steppeklimaat.
Men heeft een warm steppeklimaat, een koud steppeklimaat, een warm steppeklimaat, droog seizoen in zomer, een koud steppeklimaat, droog seizoen in winter
WoestijnklimaatHet woestijnklimaat beslaat 12% van het aardoppervlak. Er is weinig begroeiing, voornamelijk sterke planten die lang zonder water kunnen, zoals cactussen en andere succulenten. In de buurt van een oase groeien soms palmen. Er valt bijna geen neerslag (minder dan 200 mm per jaar), maar als het een keer regent (één keer in de paar jaar) komt het met grote hoeveelheden tegelijkertijd uit de hemel. De grond in dit klimaat is droog, onvruchtbaar en bestaat meestal uit zand en rotsen. In gebieden met dit klimaat wonen daarom ook heel weinig mensen. Het woestijnklimaat kent een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht. Overdag is het tussen de 25 en 45 °C en 's nachts kunnen de temperaturen in enkele gebieden onder het vriespunt dalen.
Men heeft een warm woestijnklimaat, een koud woestijnklimaat, een warm woestijnklimaat, droog seizoen in zomer, een koud woestijnklimaat, droog seizoen in winter.
Zeeklimaat,
maritiem klimaat,
oceanisch klimaat,
regenklimaat
Een klimaat dat sterk wordt beïnvloed door de nabijheid van een zee en vooral oceaan, in tegenstelling tot een landklimaat. Het zeeklimaat karakteriseert zich doordat de droogste maand van het jaar een gemiddelde maandelijkse neerslag heeft van ten minste 30 mm en de neerslag ongeveer verspreid valt over het hele jaar. Dat geldt vooral voor de landen die op een gemiddelde breedtegraad liggen. Het mediterraan klimaat is daarentegen een voorbeeld van een zeeklimaat met droge zomers en milde, natte, winters.
Men heeft een warm zeeklimaat, een gematigd zeeklimaat, een koel zeeklimaat.
Mediterraan klimaatDe zomers zijn warm en droog, en de winters, waarin de meeste neerslag valt, zijn mild en nat.
Men heeft een warm mediterraan klimaat en een gematigd mediterraan klimaat.
ChinaklimaatEen chinaklimaat wanneer de natste maand in de zomer ten minste gemiddeld tienmaal zoveel neerslag heeft als de droogste maand in de winter en, zoals alle gematigde klimaten, de gemiddelde maandtemperatuur van de koudste maand tussen -3 °C en 18 °C ligt en ten minste één maand per jaar een gemiddelde temperatuur heeft van 10 °C of meer.
Men heeft een warm chinaklimaat en een gematigd chinaklimaat.
Landklimaat of
continentaal klimaat,
neerslag het hele jaar
Een klimaat met extreme temperaturen in zomer en winter.
Men heeft een warm landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar, een gematigd landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar, een koel landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar (subarctisch klimaat), een koud landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar (subarctisch klimaat).
Landklimaat of
continentaal klimaat,
droge winters
Een klimaat met extreme temperaturen in zomer en winter.
Men heeft een warm landklimaat, met droge winters, een gematigd landklimaat, met droge winters, een koel landklimaat, met droge winters (subarctisch klimaat), een Dwd: koud landklimaat, met droge winters (subarctisch klimaat).
Landklimaat of
continentaal klimaat,
droge zomers
In tegenstelling tot een zeeklimaat een klimaat met extreme temperaturen in zomer en winter.
Men heeft een warm landklimaat, met droge zomers (Mediterraan landklimaat), een gematigd landklimaat, met droge zomers (Mediterraan landklimaat), een koel landklimaat, met droge zomers, een koud landklimaat, met droge zomers.
ToendraklimaatGemiddelde temperatuur van de koudste maand onder -3°C. Gemiddelde temperatuur van de warmste maand tussen 0°C en 10°C.
IJsklimaatExtreem lange en koude winters, met iets warmere zomers. Veel sneeuw, maar vrijwel geen regen. Gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder -3 °C. Gemiddelde temperatuur van de warmste maand onder 0 °C.
HooggebergteklimaatHet is er het hele jaar ijskoud. De grond is er vaak het hele jaar bevroren. Dat noemen we permafrost. De temperatuur is er altijd onder de 0°C. Dit klimaattype kent veel neerslag, voornamelijk in de vorm van hagel of sneeuw. Tevens zijn de temperatuurverschillen vaak zeer groot

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
IN ONDERSTAANDE GEGEVENS STAAN ER VAAK HYPERLINKS. KLIK ER OP EN LEES OOK DIE TEKSTEN.
ER WORDEN DAAR VRAGEN OVER GESTELD.

Combineer een element links met een element rechts. Je kan selecteren uit het uitrolmenu.
ALLES VERWERKT? KLIK DAN PAS OP DE TOETS CONTROLEER.

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN, ALS HET WOORD BESTAAT, IN HET GEOPENDE VENSTER TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"

HET KLIMAAT IS EEN GEMIDDELDE

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Zie klimatogrammen. In Kinshasa aan de evenaar is het snikheet, in Brussel halverwege de evenaar en de noordpool is het fris en in Archangelsk (Rusland) is het snerpend koud. Volgens de breedteligging verdeelt men de aarde in vijf temperatuurzones.
De warme of tropische zones: tussen de keerkringen; de koude of polaire zones: benoorden de noordelijke of bezuiden de zuidelijke poolcirkels en twee gematigde zones tussen de keerkringen en de poolcirkels.


Hoe dichter bij de zee, hoe zachter de temperatuur.
In Brussel, hoofdstad van België is het in de zomer frisser dan in Kiev, hoofdstad van de Oekraïne. In Kiev zijn de winters kouder dan in Brussel. Beide steden liggen evenver van de evenaar. Brussel ligt dicht bij de zee.
Kiev ligt ver van de zee. De nabijheid van de zee verzacht de temperatuur. Het zeewater warmt wel traag op in de zomer, maar geeft in de winter warmte af. Het land warmt snel op in de zomer, maar koelt ook snel af in de winter. Men moet ook rekening houden met warme en koude zeestromingen.


Warme en koude zeestromingen beïnvloeden de temperatuur.
Zo zal de Noordatlantische Stroom met vrij warm water de Noorse kust steeds ijsvrij houden. Op dezelfde breedteligging is het aan de oostkust van Canada in de winter veel kouder dan aan de westkust van Alaska. Dit komt door de koude Labradorstroom tussen Canada en Groenland.

Oceanen zijn bepalend voor het klimaat op aarde. Door juiste doorgronding van de werking van een oceaan, proberen wetenschappers greep te krijgen op het huidige en toekomstige klimaat.

Bewegingen.
De hele zee is in beweging. Het overgrote deel van de energie om al dat water in beweging te zetten, komt van de zon en de draaiing van de aarde. Een klein deel van de maan. De zon veroorzaakt wind en oppervlaktestroming. De zon veroorzaakt temperatuurverschillen, waardoor een circulatie op gang komt. Een tweede kracht die aanwezig is heet Corioliskracht. Doordat de aarde draait om de eigen aardas, ontstaat een kracht op alle bewegende voorwerpen. De zeestroom die zich verplaatst met een snelheid van 1800 meter per uur, heeft dan een afwijking van 300 meter van de oorspronkelijke koers.

Grote rivieren in de Oceaan.
Zo bestaan de oceanen op aarde uit gigantische rivieren die in beweging komen door verschillen in temperatuur en zoutconcentratie. Deze rivieren zijn enorm breed. De bekende warme golfstroom in de Atlantische Oceaan vervoert 30 keer zoveel water als alle rivieren in de wereld bij elkaar. De warme golfstroom heeft een doorstroming van 30 miljoen ton water per seconde. Juist deze warme golfstroom zorgt ervoor dat het in Labrador in Canada vriest, terwijl het in Zuid Engeland zelden vriest en palmbomen groeien.


Hoe hoger, hoe kouder.
De temperaturen liggen in de Belgische Ardennen zowel in de zomer als in de winter lager dan in de rest van België. De hoogste delen van de Alpen kennen eeuwige sneeuw en ijs.


Het poolklimaat
In gebieden met het poolklimaat groeien alleen maar mossen. Dit komt omdat de wintertemperatuur er erg laag is. 's Winters komt de zon helemaal niet op rond de polen. Het is er dag en nacht donker en kan op sommige plaatsen wel 60 graden vriezen. In de zomer blijft de zon dag en nacht schijnen. Maar omdat het 's winters zo koud is en de zomer maar kort duurt ontdooit alleen de bovenste laag van de aarde, de rest blijft bevroren. Hierdoor kunnen er nauwelijks planten groeien, en tref je er voornamelijk mossen aan. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand ligt tussen de 0 en de 10 graden Celsius.
Het toendraklimaat is het klimaat zoals dat heerst op de toendra en andere klimatologisch gelijksoortige gebieden.

Het toendraklimaat
Gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder -3° C
Gemiddelde temperatuur van de warmste maand tussen 0° C en 10° C
Het ijsklimaat is het klimaat zoals dat heerst op de noordpool en de zuidpool.

Het ijsklimaat
Gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder -3 °C
Gemiddelde temperatuur van de warmste maand onder 0 °C

Het hooggebergteklimaat
Het valt onder het poolklimaat. Niet alle klimatologen zijn van mening dat het hooggebergteklimaat als een apart klimaat gezien moet worden en voegen het bij het toendraklimaat
Het hooggebergteklimaat komt voor in hooggebergten, zoals de Alpen en de Himalaya. Het is er het hele jaar ijskoud. De grond is er vaak het hele jaar bevroren. Dat noemen we permafrost. De temperatuur is er bijna altijd onder de 0 graden Celsius.

Dit klimaattype kent veel neerslag, voornamelijk in de vorm van sneeuw. Tevens zijn de temperatuurverschillen vaak zeer groot (afhankelijk van de tijd en het weer), waarbij zich ook inversie kan voordoen. Een bergwandeling in een vriendelijk zonnetje kan ontaarden in een nachtmerrie als het weer plotseling omslaat en de temperatuur tot beneden het vriespunt daalt.


Een gematigd klimaat of warm gematigd klimaat
Is een, gemiddeld over een jaar gemeten, vochtig klimaat, met gematigde temperaturen. Het heeft duidelijke seizoenskenmerken, maar de temperatuurverschillen tussen de winter en de zomer zijn niet extreem groot. Volgens de klimaatclassificatie van Köppen ligt in een gematigd klimaat de gemiddelde maandtemperatuur van de koudste maand tussen -3°C en 18°C en ten minste één maand per jaar heeft een gemiddelde temperatuur van 10°C of meer.

Verspreiding
Het klimaat komt voor op de gematigde breedtes, onder andere in West- en Centraal-Europa, het Middellands Zeegebied, Oost-Azië, het oosten en zuidoosten van de Verenigde Staten, grote delen van zuidelijk Zuid-Amerika, delen van Zuidelijk Afrika, de zuid- en oostkust van Australië en in Nieuw-Zeeland.

Verdere onderverdeling
zeeklimaat of maritiem klimaat; de droogste maand van het jaar heeft een gemiddelde maandneerslag van ten minste 30 mm en de neerslag valt ongeveer verspreid over het jaar.

mediterraan klimaat; gematigd klimaat met natte winters, met andere woorden: de droogste maand in de zomer heeft een gemiddelde maandneerslag van minder dan 30 mm en de natste maand in de winter heeft ten minste gemiddeld driemaal zoveel neerslag als de droogste maand in de zomer.

chinaklimaat; gematigd klimaat met natte zomers, met andere woorden: de natste maand in de zomer heeft ten minste gemiddeld tienmaal zoveel neerslag als de droogste maand in de winter.
*
Bij een lagedrukgebied is de hemel meestal
*
Bij een lagedrukgebied is de kans op neerslag meestal
*
Bij een hogedrukgebied is de hemel meestal
*
Bij een hogedrukgebied is de neeslagkans meestal
*
Tussen de Kreeftskeerkring en de Noordpoolcirkel heerst een
*
Op de hoogste toppen van de Alpen is het steeds onder het
*
In het gebergte vermindert de t°
*
De warme klimaatzones liggen
*
Een ijsberg steekt boven water voor
Voor meer uitleg, klik op IJSBERG
*
De jaarschommelingen van de t° nemen toe als men verder verwijderd is van de
*
De Noordatlantische stroom houdt de kust van Noorwegen
Voor meer uitleg, klik op GOLFSTROOM
*
Hoe verder van de evenaar, hoe
*
Polaire klimaten zijn
*
Gematigde klimaten zijn: o.a.
*
Kinshasa is de hoofdstad van
*
Als je langs de breedtecirkel van 50 graden N.B. van de oceaan naar het binnenland gaat wordt de winter steeds
*
Als je langs de breedtecirkel van 50 graden N.B. van de oceaan naar het binnenland gaat wordt de zomer steeds
*
Praag: min.t° = -1,1°C en de max.t° = 19,3°C. De t° schommeling bedraagt
*
Praag: min.t° = -1,1°C en de max.t° = 19,3°C. Het gemiddelde is
*
Tunis: min.t° = 10°C en de max.t° = 26°C. De t° schommeling bedraagt
*
Tunis: min.t° = 10°C en de max.t° = 26°C. Het gemiddelde is
*
De zeeën verzachten de
*
Hoe verder van de zee , hoe groter de
*
De oostkust van Canada is koud onder invloed van een koude zeestroom: de
*
Een vochtigheidsmeter noemt men ook een