Een dal of valleiEen
dal of vallei is een langgerekt gebied dat lager ligt dan de omgeving en waardoor meestal een waterloop stroomt. Een dal is een langgerekte laagte of verdieping in het landschap. Een dal wordt ook wel vallei genoemd. De meeste dalen zijn ontstaan door de uitspoeling van een beek of een rivier, maar ook
gletsjers en bewegingen in de aardkorst kunnen een bijdrage leveren in het ontstaan van een dal. Op basis van de ontstaansgeschiedenis worden U-dalen en V-dalen onderscheiden. U-dalen zijn uitgesleten door gletsjers en V-dalen door beken. Een kloof (ook wel
ravijn of canyon genoemd) is een door
erosie diep uitgesleten rivierdal met steile (rots)wanden.
Vaak is een dal een vruchtbare plek (water zoekt het laagste punt) en ligt het beschut tegen wind en koude. De temperatuur is in het dal dan ook hoger. In bergachtige streken zijn de meeste steden en dorpen daarom te vinden in valleien. In bergachtige gebieden zoals
Oostenrijk,
Zwitserland en
Noorwegen zijn dalen veel duidelijker te onderscheiden dan in gebieden met weinig reliëf, zoals in België.
ValleivormenAan de vorm kunnen we een zestal valleien herkennen:
Een
U-dalHet heeft een U-vorm en een platte bodem met aan beide zijden steile wanden. Een U-dal ontstaat doordat er een rivier of een gletsjer de bodem erodeert.
Een
kloofdalDe valleiwanden zijn nagenoeg vertikaal. Dit komt omdat er geen hellingserosie is of doordat de hellingserosie geen vat krijgt door de grote hardheid van het gesteente.
- canyons, vb.
Grand Canyon: de hellingserosie verschilt naargelang de lagen (die hebben een verschillende weerstand waardoor een trapvormig dwarsprofiel ontstaat)
- gorges in kalkgebieden in Frankrijk vb.
Verdon, ontstaan mede door instorting van ondergrondse grotten
Een V-dalEen V-dal heeft schuin aflopende hellingen en een smal bodemdal.
De hellingserosie heeft maar weinig invloed gehad gezien de hardheid van het gesteente. Een andere naam voor een V-dal is een vleugeldal.
Een Vlakbodemdal
Een vlakbodemdal heeft een brede vallei met een vlakke bodem waarin een meanderende rivier stroomt. Door overstroming van deze rivier wordt een alluviale vlakte gevormd. Een vlakbodemdal kan ook gevormd worden door een verwilderde rivier.
Een Boogdal
Het afgespoelde materiaal van de hellingserosie blijft grotendeels op de dalbodem liggen en wordt niet door de rivier afgevoerd = afronding.
Een Vlakdal
Bij een vlakdal zijn de hellingen bijzonder zwak.
Rivieren vormen door insnijdingen valleien. Door de hellingserosie worden de valleien breder. De snelheid van de erosie is afhankelijk van de beschikbare energie en de erosiegevoeligheid van het gesteente. Op de flanken van de valleien ontstaan bijrivieren die op hun beurt de aarde afbreken.
Na verloop van tijd verdwijnen de waterscheidingskammen. Het landschap evolueert van een hoger gelegen oppervlak naar een lager gelegen vlakte, een
schiervlakte. Op de schiervlakte zijn heuvels terug te vinden die bovenaan vlak zijn, dit zijn
getuigenheuvels. Deze werden niet volledig afgebroken omdat het gesteente te hard is of omdat ze te ver van de rivieren vandaan gelegen zijn. Een schiervlakte wordt zelden voltooid : ofwel wordt ze overspoeld bij daling van het land (=
transgressie) ofwel wordt ze opgeheven (=
regressie) waardoor de afbraak vernieuwde energie krijgt.
Kloofdal.
Klik hier.
V-dalEen V-dal is een dal dat door middel van een rivier is ontstaan. Een V-dal ontstaat wanneer er sprake is van verticale erosie en horizontale erosie, hierdoor krijgt het dal een V-vorm. Een V-dal ontstaat (net als een rivierdal) bijna altijd door een rivier. V-dalen komen overal ter wereld voor, vooral in bergachtige gebieden. Als de verticale erosie stopt, maar de horizontale erosie doorgaat, ontstaat er een trogdal.
U-dal of trogdal.
Klik hier.