VERVALHet absolute verschil in meters tussen twee plaatsen is het verval. Het verval geeft aan hoeveel meter een rivier richting zeeniveau zakt tussen twee plaatsen.
Voorbeeld
Vraag: Wat is het verval van de rivier tussen plaats A en B?
De hoogteligging van plaats A is 1200 meter.
De hoogteligging van plaats B is 1000 meter.
1200 [m] - 1000 [m] = 200 meter.
Antwoord: Het verval van de rivier tussen plaats A en B is 200 meter.
DEBIETHet debiet is de hoeveelheid water die per tijdseenheid door een bepaald punt in de rivier stroomt. Dit wordt meestal uitgedrukt in kubieke meter per seconde (m
3/s). Hierbij staat 1 m
3 gelijk aan 1000 liter.
Er bestaat een formule om het debiet te berekenen, namelijk Q = AV.
Q = het debiet
A = de oppervlakte van de doorsnede van het rivierbed
V = de stroomsnelheid van het water
De oppervlakte en de stroomsnelheid zijn van een aantal dingen afhankelijk. De oppervlakte wordt uiteraard bepaald door de breedte en diepte, maar ook door de aanwezigheid van
sediment. Op een punt in de rivierloop waar sedimentatie plaatsvindt, zal de oppervlakte kleiner zijn dan op een punt waar
erosie plaatsvindt. Denk hierbij aan het verschil tussen de binnen- en buitenbocht van een
meanderende rivier. Zo zie je dat
exogene processen hier een belangrijke rol in spelen.
De stroomsnelheid is afhankelijk van het verhang en eventuele obstakels in het water. Het verhang geeft aan hoe steil het landschap is waar de rivier loopt. Bij obstakels in het water kun je denken aan kribben die de stroomsnelheid verlagen.
VERHANGOm te kunnen bepalen door wat voor een soort landschap een rivier stroomt zul je het verhang moeten berekenen.
Het verhang is het verval per kilometer. Het verhang geeft aan hoeveel een rivier richting zeeniveau zakt per kilometer lengte.
Je kunt deze berekening gebruiken (let op de eenheden): verval [m] / lengte [km] = verhang [m/km]
Voorbeeld
Vraag: Wat is het verhang van de rivier tussen plaats A en B?
De hoogteligging van plaats A is 1200 meter.
De hoogteligging van plaats B is 1000 meter.
De afstand in kilometers tussen plaats A en B is 10 kilometer.
Verval [m] / lengte [km] = verhang [m/km]
Dus: 200 / 10 = 20 m/km.
Antwoord: Het verhang van de rivier tussen plaats A en B is 20 m/km.
RegiemHet regiem is de fluctuatie van het debiet door het jaar heen, oftewel de schommeling van de waterafvoer door een rivier. Het regiem wordt sterk bepaald door de klimaatomstandigheden langs de rivierloop.
Het klimaat bepaalt het regiem door middel van:
Wisseling in neerslag per seizoen
In het geval van een gletsjerrivier, temperatuurswisseling die zorgt voor smeltwater vanuit
gletsjers Temperatuurswisseling die zorgt voor een verandering in de mate van
verdampingOok de mens kan invloed uitoefenen op het regiem. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van stuwdammen. Hiermee kan het water in de regenperiode worden vastgehouden in een bassin, om vervolgens tijdens een droge periode de dam open te zetten en het benedenstroomse gebied van water te voorzien. Daarnaast kunnen mensen het debiet en regiem veranderen door
vegetatie te verwijderen (
ontbossing). Vegetatie dempt het water en creëert een soort vertragingstijd in de afvoer.
Welke gevolgen kunnen het debiet en het regiem hebben?Het debiet en regiem betekenen voor mensen een aantal belangrijke zaken:
- Een hoog debiet, waarbij de stroomsnelheid ook hoog is, kan gebruikt worden voor het opwekken van hydro-elektriciteit. Dit is veelal het geval in gebieden met een groot verhang.
- Een hoog debiet kan ook zorgen voor overstromingsrisico. Als er op een bepaald moment meer water door de rivier moet worden afgevoerd dan het waterbed aankan, dan treedt de rivier buiten zijn oevers.
- Een regiem met sterke fluctuaties kan ook leiden tot verdroging. Een rivier die geen wateraanvoer krijgt vanuit neerslag of smeltwater in bepaalde seizoenen, zoals dat bij hete gebieden met veel verdamping vaak het geval is, kan soms maandenlang droog liggen. Dit noem je een wadi. Dit zorgt voor uitdagingen in de watervoorziening van mensen.
- Verdroogde grond kan minder makkelijk water opnemen. Dit kan in gebieden met sterke neerslagvariatie zorgen voor overstromingen. Droge gebieden hebben vaak weinig vegetatie, waardoor de grond niet wordt vastgehouden door wortels. Hierdoor kan in sommige wadi’s het risico op modderstromen ontstaan.
Video
Wil je meer weten over het debiet en regiem? Bekijk dan uitlegvideo van Aardrijkskunde.
Klik hier.
Maatregelen bij rivieren: Drietrapsstrategie & Ruimte voor de Rivier.
Klik hier.
Kenmerken van de rivier: Verhang, verval, stroomgebied en stroomstelsel van de Rijn uitgelegd.
Klik hier.