Enkele nationale parken in Oost-Afrika

Een voorbeeld van een safarireis door Kenia (klik hier) en Tanzania (klik hier)



1e dag: Amsterdam-Nairobi
Men vliegt per KLM (klik hier) lijndienst van Amsterdam (klik hier) naar Nairobi (klik hier).


2e dag: een bezoek aan het Shaba Nationaal Park
Ligt ten noorden van de stad Isiolo en wordt bewoond door de Samburu-stam. Dit park is vooral bekend om de Grevy's-zebra, gerenoeks, netgiraffes en Somalische struisvogels. Daarnaast is de kans om olifanten en krokodillen te zien vrij groot. Het landschap wordt gedomineerd door lavavlakten, diepe geulen en ronde heuveltoppen. De vegetatie bestaat voornamelijk uit doornstruiken en acacia's met langs de Ewaso Nyiro-rivier galerijbossen. De Samburu, die voornamelijk leven van hun geiten en runderen, zijn nauw verwant aan de Masaï; zij spreken dezelfde taal, het Maa, en dragen eveneens rood en purper getinte kleding.


Ewaso Ngiro is een rivier in Kenia die ontspringt aan de westkant van de Mount Kenya en stroomt naar het noorden dan naar het oosten en tenslotte zuid-oosten.
Het bovenste stroomgebied van de Ewaso Ngiro rivier is 15.2002. De rivier heeft een continue watertoevoer als gevolg van de gletsjers op de Mount Kenya. De naam van de rivier is afgeleid van de taal van de lokale gemeenschap. Het betekent de rivier van bruin of troebel water. In het dorre noorden van Kenia, betekent water leven. De wateren van deze grote rivier trekken het wild in grote getale naar de oevers en het schept een oase van groen.




3e dag: een bezoek aan het Shaba Nationaal Park
In de halfwoestijn van Noord-Kenia liggen drie gebieden langs de rivier 'Ewaso Ngiro' die tezamen een ecologische eenheid vormen. Ten zuiden van de 'Ewaso Ngiro' liggen Buffalo Springs en Shaba Nationaal Park, ten noorden ligt het Samburu Nationaal Park. De reservaten liggen allen net boven de evenaar. Samburu en Buffalo Springs worden gekenmerkt door bergen en heuvels met zandrivieren die bijna altijd droog staan. Het grootste deel van het jaar is de aarde roodbruin gebakken. Het gebied rond de 'Ewaso Ngiro' is beduidend groener en een permanente waterbron voor de dieren en herbergt een variëteit aan wild en vogels. De rest van het gebied wordt alleen groen gedurende het regenseizoen. In Shaba is de watervoorziening beter dan in de Samburu en Buffalo Springs, dat komt door de aanwezigheid van vier bronnen. Vanwege de specifieke klimatologische omstandigheden huisvest het gebied diersoorten die in andere parken niet voorkomen, waaronder de Grevy-zebra (met grote oren en smalle strepen), netgiraffen, gerenoeks (giraffegazellen).


4e dag: een bezoek aan het Aberdare National Park
Dit park vormt een onderdeel van de centrale hooglanden. De steile westelijke hellingen vormen een onderdeel van de Rift Muur. Dit gebied is te steil voor de meeste diersoorten. De oostelijke hellingen bieden onderdak aan een reeks van wilde dieren, waaronder olifanten, buffels, apen, leeuwen en luipaarden. De dieren migreren bergop- of afwaarts al naar gelang de seizoenen.)


5e dag: een bezoek aan het Lake Nakuru Nationaal Park
Een ondiep sodameer dat zo alkalisch is dat er maar weinig levensvormen gedeien. Het is de habitat van de groene alg, die gegeten wordt door kleine schaaldieren. De algen vormen de voedselbron van de kleine flamingo's die dieproze gekleurd zijn. De grote, bleekroze flamingo's eten de schaaldieren en plankton. Lake Nakuru wordt ook wel het grootste vogelspektakel ter wereld genoemd. Het moeras- en grasland wordt afgewisseld door acacia's en rotsachtige kliffen. Het meer ligt ingebed tussen twee hoge bergketens die beiden zichtbaar zijn als het helder weer is. Lake Nakuru heeft geen uitgang, dus als er veel regen valt neemt het alkalisch gehalte van het meer af. De flamingo's trekken dan weg naar andere meren.


6e en 7de dag: een bezoek aan het Masaï Mara Nationaal Park
Het Masaï Mara is waarschijnlijk het bekendste en meest bezochte park in Kenia. Het staat bekend om de grote aantallen wild en het trotse Masaï volk. Masaï Mara ligt aan de grens met Tanzania en tezamen met het daar gelegen Serengeti Nationaal Park vormt het één ecosysteem voor de rondtrekkende kudden. De savanne bestaat uit zachtglooiende heuvels, acaciabossen en uitgestrekte vlaktes met prachtige uitzichten. Groot en klein wild is ruimschoots aanwezig. De grootste populaties leeuwen van Kenia leven in dit gebied en de kans is redelijk groot hen jagend te zien. Cheeta's en luipaarden zijn moeilijker te spotten, maar komen toch in ruime mate voor. Het grootste spektakel in Masaï Mara is ongetwijfeld de jaarlijkse trek van de wildebeesten, gazellen, zebra's en impala's. Deze enorme migratie vindt plaats rond oktober tot januari naar de Serengeti en weer terug naar de Masaï Mara omstreeks juni, juli en augustus. De grote trek vindt niet op vaste tijden plaats, maar is afhankelijk van de onvoorspelbare neerslag in het totale ecosysteem.




8e dag: een bezoek aan het Masaï Mara Nationaal Park en aan Nairobi - Arusha (Tanzania)
Gedurende een lange reisdag gaan de toeristen vanuit de Masaï Mara naar Nairobi. Hier wordt men naar een stadshotel gebracht vanwaar men 's middags per shuttlebus vertrekt naar Arusha. Deze rit neemt circa 5 uur in beslag.


9e dag: een bezoek aan het Lake Manyara Nationaal Park
Dit park ligt ongeveer 130 kilometer van Arusha aan de Rift Valley, een rotswand van 300 meter. Manyara is een ondiep alkalisch meer van 40 kilometer lang en 13 kilometer breed; een deel van het meer maakt deel uit van het nationaal park. Het park is 320 km2 en biedt een zeer divers landschap. Prachtige bossen gevoed door het ondergrondse water, acacia bossen, open grasvlaktes, moerassen en het meer. Lake Manyara staat bekend om haar vele vogels, zoals flamingo's en pelikanen. Naast het prachtige landschap vindt u er ook de grotere zoogdieren zoals nijlpaarden, olifanten en niet te vergeten de "boomklimmende" leeuwen.




10e en 11e dag: een bezoek aan het Serengeti Nationaal Park (klik hier)
Men maakt een safaritocht door het gevarieerde gebied van Lake Manyara en bezoekt men onder andere de oever van het meer. Men kan hier grote aantallen giraffen, nijlpaarden, flamingo's en andere watervogels aantreffen.


Het Lake Manyara National Park is een mooi en interessant park in Tanzania met een groot aantal wilde dieren. Het park beslaat slechts 330 km² – naar Tanzaniaanse maatstaven klein – waarvan tweederde water is. Net zoals de meeste andere meren van de Rift Valley is het Manyarameer een ondiep sodameer dat gevoed wordt met grondwater en afhankelijk van het seizoen in omvang verschilt. De rest is een dunne strook land dat is ingeklemd tussen het meer en de rotsen en alleen via één onverharde kan worden bereikt. Het park en het meer danken hun naam aan het Manyara-struikgewas, dat door de Masaï wordt gebruikt om hun velden te omheinen. Bij de ingang van het park treft menu Manyara-struikgewas aan. Het eerste deel van het park bestaat uit dichte grondwaterbossen met hoge bomen, waaronder Mahonie-bomen, crotons, vijgenbomen en diverse soorten palmen. Rond de dichte ondergroei van wilde bloemen vliegen talloze vlinders. Dit deel van het park is echter minder geschikt om wild te spotten. Als men verder het park inrijdt, kan men naast de weg groepen anubisbavianen en witkeelmeerkat zien spelen. Bosbokken maken zich los uit de struiken en na een bocht zou men best een olifant op de weg kunnen zien. Olifanten maken vaak gebruik van de weg om niet door de dichte ondergroei te hoeven lopen. Net als in Tarangire zitten de leeuwen hier soms in de bomen en verder leeft hier een groot aantal luipaarden. Hoe verder men het park ingaat, des te droger het wordt. Langzamerhand opent het bos zich en verandert de begroeiing in koortsbomen en baobabs. De wijziging van vegetatie brengt ook andere soorten wild met zich mee. In dit deel van het park leven buffels, gnoes, zebra’s en giraffen. In de lucht cirkelen vechtarenden en berghanen op zoek naar een prooi. Aan de zuidkant van het park ligt een aantal borrelende en stomende hete bronnen die met hun chemische stoffen de omliggende grond alle kleur van de regenboog hebben gegeven.
Flamingo's zijn een van Lake Manyara's kenmerken, met grote aantallen geschat op rond de drie miljoen. De flamingo’s geven het meer vanaf een afstand gezien een wazige, roze tint. Een nog steeds onopgelost mysterie vond plaats tussen juni en juli 2004, toen duizenden flamingo’s zijn gestorven aan de kust. De oorzaak van de dood is nog steeds onbekend. In 2008 was de totale bevolking gelukkig weer hersteld en het merendeel van de tijd kunnen zij worden aanschouwd op het meer. Flamingo's hebben ook een soort van migratie. De vogels verdwijnen ongeveer 2 tot 3 maanden per jaar naar andere meren om te broeden.


12e dag: een bezoek aan Olduvai Gorge - Ngorongoro Conservation Area (klik hier)
Men rijdt richting de wereldberoemde Ngorongoro krater. Onderweg doet men de Olduvai kloof aan. Op deze plaats hebben de bekende Dr. Leakey en zijn team opgravingen gedaan naar sporen van de eerste mens. Er bevindt zich een klein museum waar men uitleg krijgt over het werk en de prehistorische vondsten.


13e dag: een bezoek aan de Ngorongoro Conservation Area
In het Ngorongoro conservation area bevindt zich de indrukwekkende Ngorongoro krater. Dit is de krater van een vulkaan die waarschijnlijk al 250.000 jaar uitgedoofd is. Van bovenop de krater (die 20 km breed en 600 m hoog is) is het uitzicht misschien niet zo indrukwekkend. Maar, eens men door de overvolle jungle weer zijn weg naar beneden heeft gebaand, wordt men wel degelijk geïmpressioneerd. Men heeft de krater vergeleken met de ark van Noah, of de tuin van Eden. Het enige verschil: de krater bestaat ook in de realiteit! Noah zou hier in elk geval geen moeite gehad hebben om zijn dieren te vinden: leeuwen, olifanten, neushoorns, buffels en andere herbivoren van de vlakte zoals de wildebeest, Thomson's gazellen, zebra's en reebokken. Verder zijn er nog duizenden flamingo's die in het lage water van het Magadi-meer waden. Dit meer bevindt zich op de vloer van de krater. De lokale Masaï-stam heeft het recht om hier zijn vee te laten grazen.


14e dag: een bezoek aan het Tarangire Nationaal Park
Dit park ligt even ten zuiden van Lake Manyara en beslaat een oppervlakte van 2600 km². Tarangire is, afhankelijk van het seizoen, een perfekt park voor het zien van wilde dieren. In november trekken de dieren het park uit en komen in juni, na het regenseizoen, weer terug. Dit prachtige natuurgebied kenmerkt zich door het heuvelachtige terrein, de diep gelegen rivier die hier bijna altijd water heeft, de enorme baobabbomen, gele acacia's, kleine moerassen en palmbomen. Het wildpark kent een relatief grote olifantenpopulatie, veel elandantilopen en buffels. Ook treft men hier roofwild aan zoals jachtluipaarden, hyena's en veel leeuwen. Van de Ngorongoro reist men verder naar het Tarangire Nationaal Park. De Tarangire rivier, welke door het park stroomt, is de belangrijkste waterbron van dit ruige gebied vol baobabbomen. In het park kan men een grote verscheidenheid aan wild tegenkomen. Een andere attractie zijn de enorme pythons die hier veelal in bomen te vinden zijn.




15e dag: een bezoek aan de Kilimanjaro (klik hier)

16e dag: Vertek naar Amsterdam.

  
Klik op een nummer in het raster om de aanwijzing of aanwijzingen voor dat nummer te zien. Als je vastzit, kun je op "Hint" klikken om een letter te krijgen. Men verliest dan wel punten. Vul het kruiswoordraadsel volledig in en klik vervolgens op de toets "CONTROLEER", om je antwoorden te controleren.

Men kan naargelang de gebruikte browser, de oefening opnieuw maken, door met de rechtermuistoets te klikken op het scherm. Er opent zich een nieuw venster. Als er in dat venster het woord "vernieuwen" staat kan men daar op klikken.
          1        2        
3   4     5                    
           6     7          
    8                    
         9          10    11     
     12     13               14   
15                  16        
                      
   17    18                   
            19            
                      
  20       21       22       23    24     
 25            26             
       27          28         
 29                       
      30                 31   
32                        
    33       34               
                      
35                  36        
         37               
 38                       

Horizontaal

1. Grote steltpotige waadvogel.
3. Ander woord voor "luchthaven".
6. Een groot zoogdier met een hoorn op zijn neus.
8. Vloeibare heet gesteente dat uit een vulkaan stroomt.
10. Koninklijke Luchvaart Maatschappij (afk.).
13. Overlevering, overdragen van cultuurgoederen.
15. Een volksstam die leeft in het Shaba National Reserve (Kenia).
16. Een stad in Tanzania.
18. De hoofdstad van Kenia.
19. Een vuurspuwende berg.
20. Ander woord voor "cascade".
22. Sporttak met racket, bal en net.
27. Ruimteveer, trein, bus die een verbinding onderhoudt tussen twee plaatsen.
28. Een zoogdier uit de savanne met een lange hals.
29. Een land in Oost-Afrika waarvan Nairobi de hoofdstad is.
30. De hoofdstad van Nederland.
34. Ander woord voor "vliegveld".
35. Ander woord voor "regenseizoen.
36. Ander woord voor de plantengroei aangeduid door het woord de "bush".
37. De langste breedtecirkel op aarde.
38. Een ander woord voor de plantengroei aangeduid door het woord "rimboe".

Verticaal

2. De naam van een Zuidafrikaanse antilope.
4. Gevlekt katachtig roofdier uit de savanne.
5. Sporttak met bal en holes.
7. Nationaal vliegveld van Nederland nabij Amsterdam.
9. Een reptiel, groot gepantserd hagedisachtig dier.
11. De bewoners van de savanne in Kenia.
12. Overstap tijdens een vliegtuigreis.
14. Engels woord voor "safaritocht".
17. Ander werkwoord voor "ontspannen".
21. Vergunning om naar of door een ander land te reizen.
23. Een groot natuurpark in Tanzania.
24. Het woord "reis" in het Swahili.
25. Het Engels woord voor een "meer".
26. Vermakelijkheid, aantrekkingskracht.
30. Boom van de soort Robinia.
31. Komvormige opening in een vulkaan.
32. Eenhoevig zoogdier met donkere strepen.
33. Lichte warme maaltijd omstreeks het middagmaal.