Limburg ligt in het noordoosten van België. Grenst aan
Nederland,
Duitsland en aan de Belgische provincies
Vlaams-Brabant,
Antwerpen en
Luik. In het oosten vormt de rivier de
Maas een natuurlijke scheiding met
Nederlands-Limburg. Meer weten over Limburg!
klik hier.
Provinciehoofdplaats:
Hasselt Oppervlakte: 2422 km²
Hoogste punt: Remersdaal, 287,5 m (hoogste punt van Vlaanderen)
Belangrijkste waterlopen: Maas,
Demer,
Herk,
Jeker,
Dommel Aantal inwoners: 895.030 (01/01/2023)
Bevolkingsdichtheid: 368,72 inw../km²
Taal: Nederlands met uitzondering van de
Voerstreek en
Herstappe (
faciliteitengemeenten)
Limburg, in cijfers.
Klik hier.
In Limburg heeft men delen van volgende streken:- het Kempensplateau met zijn heide, wijers, landduinen en dennenbossen.
- de Demervlakte, met zijn beken, wijers, moerassen en graslandschappen en hooilandschappen.
- het Haspengouwplateau met zijn fruitteelt en graanvelden.
- de Maasvlakte, met zijn brede vallei vol watersporten, zandgroeven en grindontginning.
- de Voerstreek (Plateau van Herve) met bosrijke dalen en vruchtbare kalkgraslanden.
- de Hagelandse Heuvels met zijn bossen, akkers en glooiende hellingen.
Een faciliteitengemeente is een Belgische gemeente waarvan grondwettelijk is vastgelegd dat die de gemeentelijke diensten in een andere taal dan de officiële taal van het taalgebied waarin de gemeente ligt (taalfaciliteiten) moet aanbieden. Zo moeten Vlaamse faciliteitengemeenten Franstalige faciliteiten aanbieden en moeten Waalse faciliteitengemeenten Nederlands- en Duitstalige faciliteiten aanbieden. Meer weten over "faciliteitengemeenten"!
1. Komen-Waasten 2. Mesen 3. Moeskroen 4. Spiere-Helkijn 5. Ronse 6. Vloesberg 7. Bever 8. Edingen 9. Drogenbos 10. Linkebeek 11. Sint-Genesius-Rode 12. Wemmel 13. Kraainem 14. Wezembeek-Oppem 15. Herstappe 16. Voeren 17. Malmédy 18. Waimes 19-22. Lontzen, Raeren, Eupen, Kelmis 23-27. Burg-Reuland, Sankt Vith, Amel, Bütgenbach, Büllingen.Bodemgebruik in Belgisch Limburg
Belangrijkste wegen in Belgisch Limburg
Europese weg 313 gaat door Belgisch Limburg.
Klik hier, evenals de Europese weg 314.
Klik hier.
Voor meer uitleg.
Klik hier.
Statistieken Provincie Limburg.
Klik hier.
Transportprobleem in Noord-Limburg "De IJzeren Rijn"
1830-1839
In 1830 scheidde België zich af van het verenigde koninkrijk dat naast België ook Nederland en Luxemburg omvatte. De
Nederlandse provincie Limburg koos voor België, alleen
Maastricht bleef nog bij Nederland. Deze situatie zou duren tot 1839. Gedurende deze periode zocht België naar een verbinding met het
Duitse Rijnland om haar industriële producten te kunnen afzetten. De eerste IJzeren Rijn werd gerealiseerd door het Maasdal en door de Ardennen, buiten Nederland om. In Duitsland sloot de lijn aan op de spoorlijn naar
Keulen.
1839
De Nederlandse provincie Limburg bleef echter niet bij België. Limburg kwam weer bij Nederland toen het
Verdrag van Londen, het Scheidingsverdrag van 1839, werd getekend. Alhoewel België op dat moment geen behoefte had nog een spoorlijn door Nederland aan te leggen, werd in het verdrag de clausule opgenomen dat België gerechtigd was een spoorverbinding tot stand te brengen van
Antwerpen naar het Duitse Rijnland via de Nederlandse provincie Limburg.
1879
Na veel politiek geharrewar werd in 1879 een nieuwe IJzeren Rijn in gebruik genomen: de spoorlijn Antwerpen –
Herentals –
Mol –
Neerpelt –
Weert –
Roermond –
Herkenbosch –
Wegberg –
Monchengladbach. De Duitsers noemden de lijn de ‘Baumwolle-Bahn’ omdat over deze lijn katoen werd aangevoerd voor de textielindustrie in Monchengladbach en Krefeld. Als spoedig werd de lijn geheel dubbelsporig.
1914-1940
Tijdens de eerste wereldoorlog besloot Nederland de IJzeren Rijn te sluiten voor het Duitse verkeer. Na de eerste wereldoorlog bleven de verhoudingen tussen Nederland en België ernstig verstoord. Nederland maakte het de Belgische handel erg moeilijk door bijvoorbeeld hoge doorvoertarieven te vragen voor het transport over den IJzeren Rijn. Ook werd het tweede spoor, met uitzondering van het stuk Roermond – Weert, gesloopt.
1940-2000
De IJzeren Rijn werd gedurende de tweede wereldoorlog weer in gebruik genomen door de Duitsers. Zelfs het dubbelspoor werd hersteld. Aan het eind van de oorlog werd de spoorlijn volledig vernield, maar de Amerikanen en Engelsen hadden de lijn zo hard nodig dat zij de dubbelsporige lijn hebben herlegd. Na de oorlog werd het tweede spoor door Nederland gedemonteerd. De IJzeren Rijn werd over de volle lengte tot in de jaren negentig van de vorige eeuw gebruikt. Belangrijk was het vervoer van vrachtauto’s per trein omdat het traject via de
Montzenlijn (een lijn pal onder de Nederlandse grens) voor dit vervoer onmogelijk was door te lage tunnels. Maar de tunnels werden aangepast en in 1991 werd het gedeelte Roermond – Dalheim voorgoed gesloten.
2000- ?
De IJzeren Rijn is opnieuw in de belangstelling komen te staan omdat het tekort aan vrachtwagenchauffers en het vastlopen van het ‘gewone’ wegverkeer een groei van het goederenverkeer per trein vereist. Vandaar dat België de IJzeren Rijn opnieuw in gebruik wil nemen. In Nederland stuit dit op bezwaren onder andere omdat een gedeelte van het traject door het
nationaal park De Meinweg loopt.
Zonder het nationaal park zouden er inmiddels al vele zware goederentreinen afkomstig van de Antwerpse haven, dwars door Midden-Limburg richting
Ruhrgebied rijden. Wanneer het traject lopende door het nationaal park gereactiveerd zou worden, zou het gebied over een afstand van meer dan vijf kilometer worden doorsneden. Dit is aanleiding geweest voor het opstellen van een milieu-effect-rapportage (MER) en voor het bestuderen van alternatieven.
De IJzeren Rijn: ” Effecten op flora en fauna”
Aan onderzoeksbureau Alterra is opdracht gegeven om te onderzoeken wat de effecten zijn bij het weer in gebruik nemen van de IJzeren Rijn. Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt tussen:
1. het permanent in gebruik nemen van het tracee door De Meinweg met 43 goederentreinen per dag met een snelheid van 80 km per uur
2. het tijdelijk in gebruik nemen van het tracee met 15 treinen per dag met een snelheid van 40 km per uur
Bij beide mogelijkheden is er van uitgegaan dat er geen spoorverdubbeling plaatsvindt. Bij permanent in gebruik nemen zijn ook de opties met en zonder geluidsschermen onderzocht.
Bij het onderzoek werden 11 diersoorten betrokken:
1. 2 amfibieen: de
rugstreeppad en de
kamsalamander2. 3 reptielen: de
adder, de
gladde slang en de
zandhagedis3. 5 vogels: de
zwarte specht, de
wielewaal, de
roodborsttapuit, de
nachtzwaluw en de
blauwborst4. 1 zoogdier: de
dasEnkele effecten bij het permanent in gebruik nemen:
1. de duurzaamheid van de amfibieenpopulaties zal afnemen ten gevolge van barrierewerking en sterfte
2. worden er niet doorlaatbare geluidsschermen geplaatst dan worden de drie onderzochte reptielensoorten gefragmenteerd waardoor de populaties in duurzaamheid af gaan nemen: ten zuiden van het tracee zal de adder verdwijnen en de gladde slang zal helemaal uit het gebied verdwijnen; bij doorlaatbare geluidsschermen zullen deze effecten niet optreden
3. zonder de plaatsing van geluidsschermen zal circa 21% van de leefplek van de onderzochte vogelsoorten worden verstoord; indien er wel schermen geplaatst worden zal nog altijd zo’n 15% van de vogels worden verstoord
4. zonder geluidsschermen neemt ook de populatie van de das af als gevolg van sterfte door aanrijdingen; met geluidsschermen wordt de populatie door de barrierewerking ervan in tweeen gesplitst waarbij de deelpopulatie ten zuiden van de spoorlijn zal uitsterven
Een tijdelijk in gebruik nemen van het tracee, mits beperkt tot een periode van 5 jaar, zal behalve het al eerder genoemde efffect op vogels, geen onomkeerbare aantasting tot gevolg hebben.
Al met al mag geconcludeerd worden dat reactivering van de IJzeren Rijn door De Meinweg ernstige en onomkeerbare schade zal aanbrengen aan de natuur. Het permanent in gebruik nemen van het historisch tracee brengt zelfs dusdanige negatieve effecten met zich mee dat deze strijdig moeten worden geacht met de toetsingscriteria volgens de Europese Habitat- en Vogelrichtlijnen.
Extra uitleg over de Ijzeren Rijn.
Klik hierDe noord-zuidverbinding in Belgisch LimburgDe Grote Baan
(N74) lag mee aan de basis van de bloei die bv.
Houthalen-Helchteren in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw beleefde. Winkels floreerden en er heerste een gezellige drukte. De snelle toename van het verkeer deed het tij echter keren. De leefbaarheid van de centra heeft een dieptepunt bereikt en er is meer en meer leegstand langs de Grote Baan. De Noord Zuid maakt de komende jaren een eind aan de huidige neergang van de centra. Door lokaal en doorgaand verkeer te scheiden, ontstaan nieuwe kansen voor voetgangers en fietsers. Fietsers krijgen een afgescheiden fietspad en het doorgaand verkeer wordt van het lokaal verkeer gescheiden door een groene berm.
Voor meer uitleg.
Klik hier en
Klik hier en
Klik hier.
Het fietsroutenetwerk in Belgisch Limburg.
In totaal zijn er in de provincie Limburg meer dan 2000 km knooppunttrajecten in gebruik. Ze lopen door naar Antwerpen, Vlaams-Brabant en Luik, en de Nederlandse provincies Noord-Brabant en Limburg. Voor de bewegwijzering worden rechthoekige blauwe borden met witte opdruk gebruikt. De borden staan op ooghoogte en bewegwijzeren de fietsroute in beide richtingen. Op de voornaamste knooppunten staan infoborden met een overzichtskaart.
Fietsroutenetwerk.
Klik hier.
Fietssroutes-Limburg.
Klik hier.
EconomieUit de dorpen van het
Maasland trokken tussen 1860 en de
Eerste Wereldoorlog brikkenbekkers naar
Duitsland. De ontdekking van
steenkool in het begin van de 20e eeuw betekende voor Limburg een keerpunt. Op 20 mei 1901 ontdekte de Leuvense professor
André Dumont in
As, een buurdorp van
Genk, een steenkoollaag. Een gebeurtenis die een immense invloed zou hebben. Enkele decennia later bruiste de provincie van de activiteit. Zeven nieuwe kolenmijnen stelden duizenden mensen te werk, Belgen én niet-Belgen uit een aantal Europese en Noord-Afrikaanse landen. De
Ford-fabriek te Genk die er kwam na stevig lobbywerk van
gouverneur Louis Roppe zorgde voor een nieuwe economische boost na de sluiting van de mijnen in het laatste kwart van de vorige eeuw.
Cijfers huidige economie in Belgisch Limburg.
Klik hier.
In oktober 2012 maakte Stephen Odell, de Europese topman van Ford, bekend dat Ford Genk in 2014 ging sluiten. 4.264 werknemers en 5.000 arbeiders bij de toeleveranciers werden getroffen door de sluiting, die veroorzaakt werd door de heersende overcapaciteit in Europa. Als reactie op het sluiten van de grootste werkgever van Limburg werd de Taskforce Limburg opgericht, belast met de taak om een plan voor economische heropleving van de regio op te stellen. In juli 2013 werd het
Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) goedgekeurd, wat 3.000 à 4.000 jobs op korte termijn en 10.000 op lange termijn zou opleveren. Financiering kwam van de
Vlaamse Regering (€ 81 miljoen), het
Europees Sociaal Fonds (€ 17,5 miljoen) en van het
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (€ 49 miljoen). Blikvangers van het plan waren het toerisme en een technologiecampus in
Waterschei.
Winkelen
Hasselt is naast hoofdstad van de provincie, ook een van de populairste bestemmingen om te winkelen. Daarnaast is ook
Maasmechelen Village een bekende trekpleister. Enkele andere voorbeelden zijn
Shopping 1, 2 en 3 in Genk, de Luikerstraat in Sint-Truiden en de centrumstraten en T-Forum van Tongeren.
Duurzaamheid
De provincie Limburg streeft ernaar om tegen 2020 de allereerste klimaatneutrale provincie te zijn. Klimaatneutraal is niet helemaal hetzelfde als CO2-neutraal. Het grote verschil bij klimaatneutraliteit is dat naast de hoeveelheid aan CO
2, ook
methaan en
lachgas in beschouwing worden genomen. Deze gassen komen voornamelijk voort uit de landbouw. Het logo van het project is een bronsgroen eikenblad. Dit symbool komt voort uit het Limburgs volkslied.
Maandelijkse cijfers Limburgse economie.
Klik hier.
Categorie: Economie in Limburg (België).
Klik hier.
Natuur in Belgisch LimburgNatuurreservaten in Belgisch Limburg
Klik hierNationaal park Hoge Kempen
Klik hier.