Voorbeeld van landschapsvorm resulterend uit fluviatiele processen:
RIVIERVLAKTES met daarin KOMMEN Een kom is een laaggelegen gebied naast een rivier waarin afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] is afgezet. Kommen ontstaan bij de overstromingen van rivieren in de benedenloop van de rivier. Als de rivier overstroomt, blijft er zand en klei achter. Vlak bij de rivier wordt zand afgezet in afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] , verder weg bezinken de kleideeltjes, omdat deze lichter zijn. Klei klinkt in door afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] (en uitdroging) waardoor de komgronden lager liggen dan de oeverwallen. De zware klei in de kommen wordt afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] genoemd.
RIVIERVLAKTES met daarin HOEFIJZERMEER Een hoefijzermeer is een meer dat ontstaan is door het afsnijden van een afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] van een rivier. Meanders hebben als gevolg van afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] in de buitenbocht een natuurlijke neiging om steeds wijder te worden. Na verloop van tijd kan het gebeuren dat de rivier de lus van een meander afsnijdt en deze van de rivier geïsoleerd wordt. Hierdoor ontstaat een meer, dat vaak ruwweg de vorm van een afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] heeft.
RIVIERVLAKTES met daarin GLIJ-OEVER De glij-oever is de oever van een beek of rivier waarbij de stroming zich nagenoeg aan de ander zijde van het water bevindt. Bij de glij-oever is dus relatief weinig
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] , zodat zich hier zand kan afzetten. De glij-oever bezit een flauw, glijdend
talud .
RIVIERVLAKTES met daarin STOOTOEVER Stootoever is de benaming voor de oever van een rivier of beek waar de stroming van het water vlak bij loopt. Deze oever vormt als het ware de buitenbocht van de rivier. Door de nabijheid van de stroming is de oever gevoelig voor
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] . Als de oever niet wordt beschermd, zal de oever instorten. De in het water gevallen grond wordt met de stroming meegevoerd en elders, waar de stroming gering is, afgezet. De stootoever heeft een
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] talud. Bij grote rivieren wordt de stootoever beschermd door het aanleggen van
kribben of
strekdammen die
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] vanuit de oever de rivier in steken. Hierdoor wordt de hoofdstroom verder naar het midden van het rivierbed verlegd.
RIVIERVLAKTES met daarin MEANDER Een meander is een lus in de loop van een natuurlijke waterloop (beek, rivier of zeestroming). Een opeenvolging van meanders vormt een
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] rivier. Dergelijke lussen ontstaan bij rivieren of beken doordat in de
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen , waar het water het snelst stroomt, grond wordt weggespoeld, terwijl aan de andere zijde grond wordt
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] . De oever waar de grond wordt geërodeerd wordt
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] genoemd en de oever waar materiaal wordt afgezet de
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] . Door dit mechanisme hebben de bochten de natuurlijke neiging steeds wijder te worden, waardoor ook de rivier steeds langer wordt. Dit gaat door totdat twee bochten in elkaar overlopen (meanderdoorbraak); als dit gebeurt wordt de meander zelf een 'dood' stuk van de rivier en herneemt de rivier zelf nagenoeg zijn oude loop. Het dode stuk heeft vaak de karakteristieke vorm van een hoefijzer en wordt daarom hoefijzermeer genoemd. Bij
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] is een meander een tijdelijke afbuiging van de zeestroming die vaak evolueert tot een
wervel , een gebied in de stroom waar het water concentrisch ronddraait.
RIVIERVLAKTES met daarin UITERWAARDEN Uiterwaarden (ook: uiterdijken) zijn gronden die gelegen zijn tussen een
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] en de
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] van een beek of rivier. De primaire functie van de uiterwaard is waterhuishoudkundig. Het is de ruimte die de rivier nodig heeft om tijdelijke piekafvoeren aan te kunnen. In perioden van grote waterafvoer lopen de uiterwaarden tot aan de winterdijken onder water. Gebieden in de winterbedding die een deel van het jaar onder water staan worden
broeken genoemd. In België worden uiterwaarden
afgezet afkalving bedding beemden buitenbocht dwars erosie glij-oever hoefijzer klei komgrond meander meanderende oeverwallen ontwatering steil stootoever stroming winterdijk zeestromingen [?] of
meersen genoemd.
Voor meer uitleg. Klik op
riviervlaktes .