Begrippenlijst Geologie 7b


RIVIERVLAKTE
OEVERWAL
RIVIERDUIN
KRONKELWAARD
KREEKRUG
KWELDERWAL
STROOMRUG

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, INDIEN HET WOORD ER STAAT, TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
   bezinken      eilanden      getij      harder      kleigronden      meanderende      oevers      overstroomd      rivierwater      sediment   
Voorbeeld van landschapsvorm resulterend uit fluviatiele processen:

RIVIERVLAKTES met daarin OEVERWAL
Oeverwallen worden door het stromende water zelf, van nature opgeworpen. Tijdens hoge afvoer treedt een rivier buiten de . Het overstromend gebied direct naast de rivier loopt relatief snel vol en wordt daarna traag meestromend water. Het water in de diepere geul zelf stroomt en vervoert (klei, silt, fijn zand - grover materiaal wordt alleen in de diepe delen van de geul over de bodem vervoerd). Oeverwallen vormen zich tussen geul en gebied, omdat daar de stroomsnelheid plotseling afneemt en fijn zand, silt en klei er . Vergeleken met overstromingsafzettingen verderweg van de rivier, zijn oeverwalafzettingen grover van korrelgrootte. Daardoor is de bovengrond op oeverwallen lichter bewerkbaar dan de zware verder van de rivier af. Over een langere periode (honderden jaren bij gemiddeld een overstroming per jaar, langs geulen met dagelijks ) bouwt zich de oeverwal steeds hoger op, en wordt steeds breder. Dit betekent dat het gebied verder van de rivier af steeds minder vaak overstroomt (bij hogere dus zeldzamere afvoeren). In tijden van hoger water kan over en door de oeverwallen heen stromen. Wanneer de rivier de oeverwal doorbreekt, kan zij nieuwe geulen uitschuren die nieuwe rivierlopen vormen (avulsie, in delta's een veelvoorkomend verschijnsel). Een rivier verplaatst zich in de loop der tijd, waarbij bochten uitbouwen en afgesneden kunnen raken. Er kunnen hierbij (tijdelijke) in de meanderende rivier ontstaan en korte nevengeulen die parallel aan de grootste geul (de hoofdstroom) lopen.

Voor meer uitleg. Klik op riviervlaktes.