Voorbeeld van landschapsvorm resulterend uit fluviatiele processen:
RIVIERVLAKTES met daarin OEVERWAL Oeverwallen worden door het stromende water zelf, van nature opgeworpen. Tijdens hoge afvoer treedt een rivier buiten de
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] . Het overstromend gebied direct naast de rivier loopt relatief snel vol en wordt daarna traag meestromend water. Het water in de diepere geul zelf stroomt
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] en vervoert
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] (
klei ,
silt , fijn
zand - grover materiaal wordt alleen in de diepe delen van de geul over de bodem vervoerd). Oeverwallen vormen zich tussen geul en
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] gebied, omdat daar de stroomsnelheid plotseling afneemt en fijn zand, silt en klei er
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] . Vergeleken met overstromingsafzettingen verderweg van de rivier, zijn oeverwalafzettingen grover van korrelgrootte. Daardoor is de bovengrond op oeverwallen lichter bewerkbaar dan de zware
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] verder van de rivier af. Over een langere periode (honderden jaren bij gemiddeld een overstroming per jaar, langs geulen met dagelijks
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] ) bouwt zich de oeverwal steeds hoger op, en wordt steeds breder. Dit betekent dat het gebied verder van de rivier af steeds minder vaak overstroomt (bij hogere dus zeldzamere afvoeren). In tijden van hoger water kan
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] over en door de oeverwallen heen stromen. Wanneer de rivier de oeverwal doorbreekt, kan zij nieuwe geulen uitschuren die nieuwe rivierlopen vormen (
avulsie , in delta's een veelvoorkomend verschijnsel). Een
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] rivier verplaatst zich in de loop der tijd, waarbij bochten uitbouwen en afgesneden kunnen raken. Er kunnen hierbij (tijdelijke)
bezinken eilanden getij harder kleigronden meanderende oevers overstroomd rivierwater sediment [?] in de meanderende rivier ontstaan en korte nevengeulen die parallel aan de grootste geul (de hoofdstroom) lopen.
Voor meer uitleg. Klik op
riviervlaktes .