DE LUCHTFOTO EN DE KAART GEVEN DE RUIMTE VERKLEIND WEER
Op een
luchtfoto (schuine en of verticale) zijn sommige landschapselementen zo klein, dat je ze nauwelijks kunt herkennen. Daarom werd er van de foto een tekening gemaakt, waarop alle landschapselementen door overeengekomen tekens worden voorgesteld. Zo een tekening noemt men een
kaart: ze is een verkleinde weergave van het landschap. In de legende vind je de verklaring van de tekens of symbolen. Op bijgevoegde foto

zie je vooral akkers, weilanden. De bewoning bestaat uit boerderijen, omgeven door een erfbeplanting. Je bemerkt tevens een afwateringsgracht.
ER BESTAAN VERSCHILLENDE SOORTEN KAARTEN
Goed kunnen kaartlezen is belangrijk. Sommige kaarten stellen natuurkundige elementen voor; waterlopen, hellingen, begroeiing, enz. en heten daarom natuurkundige of fysische kaarten (bv.
Europa). Op andere vind je menselijke elementen:
op staatkundige kaarten (bv.
Benelux) de grenzen van provincies of landen; op economische kaarten gegevens over de landbouw, de industrie, het verkeer, (
wegenkaart) enz. Op een bv.
Bevolkingsdichtheidkaart ziet men de spreiding van de bevolking. Zie ook
tabel van de Belgische bevolking.
IEDERE KAART HEEFT EEN
SCHAALDe breukschaal: 1/25 000 geeft de verhouding tussen de afstanden op de kaart en de werkelijke afstanden op het terrein. Die verhouding noemen we de schaal. Een schaal aangegeven in de vorm van een breuk is een breukschaal. Dus 1 mm op de kaart is 25 000 mm in werkelijkheid. 25 000 mm = 25 m = 0,025 km.
Schaal 1/100 000 wil zeggen: 1 cm op de kaart = 100 000 cm in werkelijkheid.
Dus: 100000 cm = 1 km.
Stel dat je op een kaart een afstand meet van 18 cm en dat de breukschaal gelijk is aan 1/25 000 dan is die gemeten afstand: 250 m x 18 = 4500 m of 4,5 km (1/25 000; 1 cm = 25 000 cm = 250 m).
KAARTEN MET VERSCHILLENDE BREUKSCHALEN
Men kan kaarten indelen volgens de gebruikte schaal.
PLATTEGRONDEN: tot schaal groter dan 1/10 000;
plattegronden van gebouwen 1/100,
kadasterkaarten 1/1000,
gemeentekaarten 1/2 500.
TOPOGRAFISCHE KAARTEN: van 1/10 000 tot en met 1/250 000; hiertoe behoren de
stafkaarten gebruikt in het leger. Zij bevatten alle bestaande elementen.
GEOGRAFISCHE KAARTEN: kleiner dan 1/250 000; dat zijn de meeste kaarten in een atlas, wandkaarten en vele toeristische kaarten.
DE LIJNSCHAAL: op een lijnschaal kan men de afstand onmiddellijk aflezen. De lengte van de lijn, uitgedrukt in mm geeft het aantal km. Men kan dan berekenen hoeveel km een mm is. Bv. een lijnschaal van 20 mm = 4 km. Dus 1 mm op de kaart = 4 km gedeeld door 20 = 0,2 km = 200 m.
Extr uitleg over het begrip schaal,
Klik hier en
Klik hier.