West-Vlaanderen is de enige Belgische provincie die aan de
kust gelegen is. Het westelijke en noordelijke deel van de provincie bestaan hoofdzakelijk uit de vlakke
Polders, in het westen doorsneden door de rivier de
IJzer, die in
Nieuwpoort in de
Noordzee uitmondt. Het binnenland is minder vlak, en in het zuiden bevindt zich het
West-Vlaams Heuvelland, met als hoogste top de
Kemmelberg (154 m -
TAW). Het zuidoosten van de provincie wordt doorsneden door de rivier de
Leie, die verder naar Oost-Vlaanderen stroomt. In het uiterste zuidoosten wordt de provinciegrens door de
Schelde gevormd.
Hoogste punt: Kemmelberg (154 m - TAW)
Belangrijkste waterlopen: IJzer, Leie,
MandelWest-Vlaanderen is de enige Vlaamse provincie die aan twee buurlanden grenst, zowel aan
Frankrijk als aan
Nederland.
Qua oppervlakte is de provincie de grootste in het Vlaams Gewest en de op vier na grootste in België.
Stedelijke gebieden beslaan 22,8% van de
kadastrale oppervlakte,
land- en
tuinbouwgebiedzo'n 68%. Dit laatste zorgt voor een relatief open en landelijk karakter, voornamelijk in de
Westhoek. De provincie wordt niet gedomineerd door één grote stad, maar kent een stedenpatroon dat relatief evenwichtig over de vier regionale steden
Brugge,
Kortrijk,
Oostende en
Roeselare is verspreid, met de kleinere steden, zoals
Ieper,
Waregem,
Tielt,
Torhout,
Izegem,
Poperinge,
Diksmuide en
Veurne, ertussenin. Vooral Brugge in het noorden en Kortrijk in het zuiden gelden als belangrijkste aantrekkingspolen. Het zuiden van de provincie staat onder toenemende invloed van de metropool
Rijsel, maar de staatsgrens en het taalverschil remmen deze vooralsnog wat af.
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Oost-Vlaanderen
Het noorden van de provincie ligt bijna geheel in de geografische streek
Zandig Vlaanderen en wordt vaak verder onderverdeeld in het
Waasland (onder andere
Sint-Niklaas en
Lokeren), het
Meetjesland (onder andere
Eeklo), het
Scheldeland (onder andere
Gent en
Dendermonde) en de
Leiestreek (onder andere
Deinze en Gent). Het zuiden van de provincie is gelegen in
Zandlemig Vlaanderen en het uiterste zuiden (onder andere
Geraardsbergen,
Zottegem,
Brakel en
Ronse) vormt de
Vlaamse Ardennen. In het oosten bevindt zich de
Denderstreek (onder andere
Aalst,
Denderleeuw,
Ninove en Geraardsbergen). Oost-Vlaamse gemeenten in de nabijheid van de noordelijke
Zeeschelde (onder andere
Beveren en
Sint-Gillis-Waas) ten slotte worden tot de
Polders gerekend.
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Antwerpen
TopografieDe totale oppervlakte van de provincie bedraagt 2867 km², het noordelijkste punt van de provincie (en tevens van België), bevindt zich te
Meersel-Dreef met de coördinaten 51°30 NB - 4°46 OL.
Het hoogste punt van de provincie, de
Beerzelberg is gelegen in de
Putse deelgemeente
Beerzel en is 51,60 meter. Het op een na hoogste punt is de "
Heistse Berg" te
Heist-op-den-Berg. De "Heistse Berg" is een
getuigenheuvel met een hoogte van 48 meter. Het op twee na hoogste punt ten slotte is gelegen te
Postel en bedraagt 44 meter. Eigenlijk is het hoogste punt niet een natuurlijke heuvel maar een door de mens aangelegde heuvel: de in de Antwerpse haven gelegen stortplaats de "
Hooge Maey" die 55 meter hoog is. Het laagste punt van de provincie ligt in de
vallei van de
Grote Nete nabij
Lier op 4 m.
PedologieDe pedologie stelt dat de bodem van de provincie voornamelijk bestaat uit natte en droge
zand- en lemig-zandgronden, natte
leemgronden, historische
polders en overdekte
pleistocene gronden. De zuidwestelijke gemeenten hebben een natte leemgrond. Alle zes worden ze gerekend tot de
podzolgronden (askleurige bodems).
StratigrafieDe stratigrafie stelt dat de
gesteenten in de provincie zich tijdens diverse tijdsvakken vormden. Zo stamt de streek rond
Antwerpen uit het
Plioceen, de streek rond
Bornem uit het
Oligoceen, de streek rond
Mechelen (stad) uit het
Jura en de streek rond
Lier uit het
Mioceen. De haven van Antwerpen bevindt zich dan weer in een streek gevormd in het
Holoceen, de streek van de zuidelijke randgemeenten stamt dan weer uit het Mioceen en de streek van de noordelijke gemeenten ten slotte uit het
Pleistoceen.
LithologieDe lithologie stelt dat het grootste deel van de bodemoppervlakte in de provincie uit
tertiair en
pleistoceen zand bestaat. In de ruime omgeving van Antwerpen, haar haven en de gronden nabij de belangrijkste rivieren bestaat de bodem uit
zeeklei en
rivieralluvia en in het centrum van de provincie ten slotte bestaat de bodem uit tertiaire
klei.
Geografische streken
De provincie ligt bijna geheel in de geografische streek
Kempen en de
Groentestreek. De gemeenten van
Klein-Brabant (Puurs, Sint-Amands en Bornem) ten slotte liggen in
Zandlemig Vlaanderen.
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Vlaams-Brabant
Topografie
De totale oppervlakte van de provincie bedraagt 2.106,13 km², de hoofdstad van de provincie is
Leuven. De provincie heeft een langgerekte vorm en meet van oost naar west ongeveer 90 km, van noord naar zuid bedraagt de afstand in vogelvlucht ongeveer 40 km. Het hoogste punt van de provincie is gelegen nabij het golfterrein van Sint-Genesius-Rode en bedraagt 142 m.
Pedologie
De pedologie stelt dat de bodem van de provincie in het oosten voornamelijk bestaat uit droge
leemgronden en in het westen uit natte leemgronden en leemgronden op zand. De Noordelijke gemeentes hebben dan weer een natte zandleemgrond. Ten zuidoosten van Leuven is er een bijmenging van
limonietzandsteen. Rond de grote rivieren (
Zenne,
Demer en
Dijle) bestaat de bodem uit
alluviale gronden.
Stratigrafie
De stratigrafie stelt dat de gesteenten in de provincie zich tijdens diverse tijdsvakken vormden. Zo stamt het oostelijke gedeelte van de provincie grotendeels uit het plioceen en het westelijke gedeelte dan weer grotendeels uit het oligoceen. Dit geldt eveneens voor de directe omgeving van
Asse. Beide worden gerekend tot de
podzolgronden (askleurige bodems). De samenvloeiing van Demer en Dijle (en bij uitbreiding de bedding van alle grote rivieren) ten slotte heeft haar oorsprong in het Holoceen.
Lithologie
De lithologie stelt dat het grootste deel van de bodemoppervlakte in de provincie uit tertiair en pleistoceen zand bestaat. De noordelijke rand van de provincie daarentegen bestaat uit tertiaire klei. De gronden nabij de belangrijkste rivieren bestaan uit rivieralluvia.
Geografische streken
Het grootste deel van de provincie maakt deel uit van de
Brabantse leemstreek. Het noordwestelijke gedeelte wordt gerekend tot
Zandlemig Vlaanderen. Het zuidwestelijke gedeelte tot het
Pajottenland. Het noordoostelijke gedeelte behoort tot het
Hageland (met enkele gemeenten, die op de noordelijke rechteroever van de Demer liggen, in de
Zuiderkempen) en het zuidoostelijke gedeelte tot
Droog Haspengouw. De centraal-noordelijke gemeenten ten slotte worden tot de Groentestreek gerekend.
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Limburg
De provincie grenst in het noorden aan de Nederlandse provincie
Noord-Brabant, in het oosten aan de Nederlandse provincie
Limburg, in het zuiden aan Luik, en in het westen aan Vlaams-Brabant en Antwerpen. Sedert het vastleggen van de
taalgrens in 1963 ligt de
gemeente Voeren (
Voerstreek) als een Limburgse exclave geklemd tussen de provincie Luik en de Nederlandse provincie Limburg. De hoogste punten van de provincie (en tevens van Vlaanderen) zijn het
Stroevenbos en de
Reesberg gelegen bij
Remersdaal in de gemeente Voeren (287,5 m).
Geografische streken
De provincie bestaat uit vier landstreken, namelijk de Voerstreek (als
exclave in het uiterste zuidoosten), Haspengouw (in het zuiden), het
Maasland (in het oosten langs de
Maas) en de
Kempen (in het midden en noorden). Alle strekken ze zich tot buiten de provinciegrenzen uit.
Bodemkunde
De pedologie stelt dat de bodem van het noordelijke deel van de provincie voornamelijk bestaat uit natte en droge zand- en lemig-zandgronden. Het zuiden van de provincie heeft daarentegen natte zandleemgronden en natte en droge
leemgronden. In het oosten van de provincie is er een
grintbijmenging en in het westen van de provincie is er een bijmenging van
limonietzandsteen. Allen worden ze gerekend tot de
podsolgronden (askleurige bodems).
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Henegouwen
Een provincie in het zuidwesten van België, met als hoofdstad
Bergen. De oppervlakte is 3786 km² en de provincie telt 1.356.895 inwoners (1 januari 2023). De provincie behoort tot
Wallonië, is Franstalig, maar telt vier gemeenten (
Komen-Waasten,
Moeskroen,
Vloesberg en
Edingen) waar bij het vastleggen van de
taalgrens in 1963
taalfaciliteiten toegekend werden aan de Nederlandstaligen. Ook wordt in het westen van de provincie
Picardisch gesproken en in het oosten
Waals. Een deel van Henegouwen ligt op het
Henegouws Plateau. Het laagste deel van de provincie wordt gevormd door de
depressie Henekom.
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Waals-Brabant
De totale oppervlakte van de provincie bedraagt 1091 km², de hoofdstad is
Waver. De provincie heeft een langgerekte vorm en meet van oost naar west ongeveer 90 km, van noord naar zuid bedraagt de afstand in vogelvlucht ongeveer 40 km. Het
geografisch middelpunt van België ligt op het grondgebied van
Nil-Saint-Vincent-Saint-Martin, deelgemeente van
Walhain. Voor de annexatie van de
Oostkantons (als gevolg van het
Verdrag van Versailles) lag dit middelpunt in
Itter eveneens in Waals-Brabant. Op beide plekken is er een monument dat hiernaar verwijst. Het hoogste punt van de provincie (175 meter) ligt in de gemeente
Perwez op de grens met de provincie Namen nabij het Bois de Grand-Leez, het laagste punt (30 meter) in de
Dijlevallei bij
Nethen deelgemeente van
Graven op de grens met Vlaams-Brabant.
Hydrografie
De belangrijkste rivieren in de provincie zijn van west naar oost, de
Zenne, de
Dijle die zijn bron heeft in
Houtain-le-Val in het uiterste zuiden van de provincie, en de
Grote Gete. Deze rivieren behoren allen tot het
Scheldebekken en lopen elk van zuid naar noord. Kleinere rivieren zijn de
Hain, de
Laan (Frans: Lasne), de
Train en de
Kleine Gete. In het westen van de provincie, deels in de vallei van de Zenne loopt het
Kanaal Charleroi-Brussel.
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Namen
Geografie
De provincie Namen heeft een oppervlakte van 3666 km² en telde op 1 januari 2021 497.073 inwoners. De hoofdstad is de gelijknamige stad Namen. Het hoogste punt ligt bij
Croix-Scaille met 505 meter, het laagste punt in de Maasvallei bij
Andenne op 90 meter.
Het kleine deel van de provincie gelegen ten noorden van
Samber en Maas behoort in het westen tot het Brabants-Henegouws plateau en in het oosten tot Haspengouw. Het centrale gedeelte van de provincie maakt deel uit van het
Condrozplateau, dat in het zuiden overgaat in de
Fagne-Famennedepressie. Deze wordt van de Ardennen in het zuidelijkste deel van de provincie gescheiden door de smalle
Calestiennestrook.
Hydrografie
De Maas komt bij
Heer, in het zuiden van de provincie, vanuit Frankrijk België binnen en snijdt de provincie doormidden van zuid naar noord. Net zoals haar belangrijkste zijrivier de Samber, die er in Namen mee samenvloeit, is zij gekanaliseerd door het bouwen van sluizen en stuwen en na de laatste modernisering nu bevaarbaar voor schepen van
CEMT-klasse V.
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Luik
Geografie
De provincie grenst in het noorden aan zowel Belgisch Limburg als kleine stukjes van Nederlands Limburg nabij
Maastricht en
Vaals, in het oosten grenst het aan de Duitse deelstaten
Noordrijn-Westfalen en
Rijnland-Palts, in het zuiden aan het
Groothertogdom Luxemburg en de Belgische provincie Luxemburg, en in het westen aan de eveneens Belgische provincies Namen, Waals-Brabant en Vlaams-Brabant. In het uiterste oosten, tegen de Duitse grens, bevinden zich de
Oostkantons, een aantal gemeenten die de
Duitstalige Gemeenschap vormen. De provincie is verder bekend om het natuurschoon en de toeristische aantrekkingskracht van de
Ardennen. Ooit was het een belangrijk
mijngebied. De belangrijke rivieren zijn de Maas, de
Jeker, de
Mehaigne, de
Hoyoux, de
Vesder, de
Ourthe en de
Amblève. In de
Hoge Venen ligt met 694 meter het hoogste punt van België, namelijk het
Signaal van Botrange.
Voor extra uitleg.
Klik hier.
Luxemburg
Topografie
De provincie heeft een oppervlakte van 4440 km², daarmee is het naar oppervlakte de grootste provincie van zowel het Waalse Gewest als van België. De hoofdstad van Luxemburg is
Aarlen, gelegen in het zuidoosten van de provincie. Het hoogste punt vormt de 651 meter hoge
Baraque de Fraiture in de gemeente
Vielsalm. Rond de hoogste toppen is op beperkte schaal wintersport mogelijk.
HydrografieDe provincie is rijk aan rivieren, zoals de
Semois,
Lesse, Ourthe,
Lhomme en
Sûre en riviertjes zoals onder andere de
Rulles,
Vierre,
Vire,
Ton. Op de Ourthe bij
Nisramont en de Vierre bij
Suxy zijn stuwdammen gebouwd. De
Chiers vormt ter hoogte van
Torgny over enkele kilometer de grens met Frankrijk.
Geografische streek
De provincie maakt bijna geheel deel uit van de Ardennen-streek. Het zuidelijkste deel van Luxemburg heet de
Gaume, ook wel Belgisch-Lotharingen genoemd. Dit gebied hoort niet meer bij de Ardennen maar bij Lotharingen. Het is een lagere streek dan de Ardennen (de toppen reiken niet verder dan zo'n vierhonderd meter) en heeft een milder klimaat. Samen met de Kempen worden hier de hoogste temperaturen van België gemeten tijdens de zomermaanden.
Voor extra uitleg.
Klik hier.