De mens in het industrieel milieu

HET RUHRGEBIED IN HET WESTEN VAN DUITSLAND IN DE DEELSTAAT Noordrijn-Westfalen

Het Ruhrgebied ligt tussen de Lippe in het noorden en de Ruhr in het zuiden en van de Rijn in het westen tot de stad Hamm in het oosten. Het is ongeveer 100 km bij 44 km en meer dan 5 miljoen inwoners. De rivier de Emscher stroomt van oost naar west dwars door het midden. Er zijn 4 grote stedelijke agglomeraties: Duisburg (met grootste binnenhaven van Europa), Oberhausen, Gelsenkichen, Dortmund. Van de totale oppervlakte is 43% ingenomen door landbouwgrond, 17% door bos en 34% is bebouwd gebied. Zie Haven van Duisburg. Klik hier.

Extra uitleg over het Ruhrgebied. Klik hier.

RECONVERSIE VAN OUD INDUSTRIEGEBIED

Tot 1960 waren steenkool, staalindustrie, chemische industrie de 3 pijlers van de economie in het Ruhrgebied. Door een economische omschakeling = reconversie zijn de oude industrietakken gedeeltelijk vervangen door investeringsgoederen. De nog bestaande staalindustrie is gemoderniseerd, geherstructureerd en kent nu een hoge productiviteit. Investeringsgoederen zijn: graafmachines en boormachines voor bodemsanering, pompen en schroeven voor waterzuivering, sorteermachines voor recyclage, ovens en filters voor verbranding van afval.

Productiegoederen
Productiegoederen worden gebruikt om goederen en diensten te produceren. Bijvoorbeeld machines voor het maken van goederen en vrachtauto`s voor het leveren van diensten. Let op: met productiegoederen worden dus zowel duurzame als niet-duurzame consumptiegoederen gemaakt. N.B.: Productiegoederen worden ook kapitaalgoederen genoemd.

Investeringsgoederen
Goederen waarvan de aanschaffingswaarde niet meteen geheel wordt afgeboekt, maar in termijnen wordt afgeschreven en waarvan de boekwaarde jaarlijks op de balans wordt vermeld. Investeringsgoederen kunnen betrekking hebben op machines die in de productie worden gebruikt, doch ook op computers en gebouwen.

Het Ruhrgebied bestaat voor bijna de helft uit:
1. landelijk gebied.
2. bebost gebied.
3. bebouwd gebied.
Het Ruhrgebied bezit heden een grote verscheidenheid van werkgelegenheid.
1. JUIST.
2. NIET JUIST.
Het landschap in het Ruhrgebied is heden aantrekkelijker dan vroeger
1. JUIST.
2. NIET JUIST.
De zware metaalindustrie neemt in het Ruhrgebied nog steeds een belangrijke plaats in.
1. JUIST.
2. NIET JUIST.
In het Ruhrgebied zijn handel en diensten nu de belangsrijkste sectoren.
1. JUIST.
2. NIET JUIST.
Het Ruhrgebied ligt:
AL DE JUISTE ANTWOORDEN AANDUIDEN.
1. in de noordelijk helft van de EU.
2. in het westen van Duitsland.
3. in het zuiden van Europa.
4. nabij de Nederlandse grens.
5. in het oosten van Duitsland.
In het Ruhrgebied is er een stad met de grootste binnenhaven van Europa. Naam van die stad.
Klik hier.
Een van de grootste steden van Noordrijn-Westfalen qua inwoneraantal, na Keulen, Düsseldorf en Dortmund.
Geef de naam van de stad.
Klik hier.
Geef de naam van een grote stad die ligt tussen Essen en Dortmund.
Klik hier.
Geef de naam van de stad gelegen op de rivier Emscher. Ligt tussen de steden Bottrop en Herne.
Klik hier.
Geef de naam van de stad, gelegen ten oosten van Bochum en ten oosten van de rivier de Emscher.
Klik hier.
Geef de naam van de stad. Ligt aan het Datteln-Hammkanaal (DHK) en aan de Lippe in de noordoosthoek van het Ruhrgebied en dicht bij het Münsterland.
Een van de langste rivieren van Europa 695 kilometer ervan ligt in Duitsland, stroomt door het Ruhrgebied.
EEN WOORD INTIKKEN.
Klik hier.
Geef de naam van de meest noordelijke rivier in het Ruhrgebied. Stroomt door de stad Hamm.
Klik hier.
Geef de naam van de rivier in het Ruhrgebied. Ontspringt in de buurt van de stad Dortmund.
Klik hier.
Geef de naam van de meest zuidelijke rivier in het Ruhrgebied.
In het Ruhrgebied ligt nu het zwaartepunt van de industriële productie bij de
1. PRODUCTIEGOEDEREN.
2. INVESTERINGSGOEDEREN.
In het Ruhrgebied overweegt de tewerkstelling in de:
1. primaire sector.
2. secundaire sector.
3. tertiaire sector.
4. toeristische sector.
In de jaren 60 waren er in het Ruhrgebied 3 belangrijkste economische pijlers:
1. voeding, bruinkool, textiel.
2. steenkool, staalindustrie, chemische industrie.
3. computerindustrie, kleding, bouwnijverheid.
Geef een ander woord voor economische omschakeling!
Boormachines, filters, ovens enz... noemt men:
1. productiegoederen.
2. investeringsgoederen.
In het Ruhrgebied zijn de metaalfabrieken:
1. totaal verouderd.
2. gemoderniseerd.
3. verdwenen.
4. niet renderend.
Veel produceren per tijdseenheid noemt men:
1. diversiteit.
2. laag rendement.
3. kwaliteit.
4. hoge productiviteit.
Geherstructureerd wil zeggen:
1. afbreken.
2. opbouwen.
3. herinrichten en moderniseren.
4. kwantiteit verhogen.
Het Ruhrgebied ligt in de industriële driehoek van Europa.
1. JUIST.
2. FOUT.