Een evaporiet is een gesteente dat is ontstaan door indamping. Als de verzadiging van mineralen en zouten die opgelost zijn in (zee)water te hoog wordt, slaan deze neer en vormen een indampingslaag. Naarmate er meer verzadiging en toch verse aanvoer van water plaatsvindt, wordt het pakket evaporieten steeds dikker.
Bekende voorbeelden van evaporieten zoals bekend uit de geologie zijn Haliet (steenzout (NaCl)) Anhydriet (CaSO4), ontstaat uit gips (CaSO4.H2O) door indamping en verlies van het water.
Een strandwal is een door de branding opgeworpen, boven het zeeniveau liggende, zandbank. Een strandwal is langgerekt, enkele meters hoog en ligt evenwijdig aan de kust. Oudere strandwallen zijn in Nederland gevormd tijdens het Holoceen, gedurende het Atlanticum. Als gevolg van hogere temperaturen in deze periode steeg de zeespiegel, waardoor de vorming van zandbanken en strandwallen mogelijk was. De ophoging van de zeebodem ging in deze periode sneller dan de rijzing van de zeespiegel. Achter deze wallen ontstond een waddengebied, waar oude zeeklei kon bezinken. Het droog geworden zand van de strandwallen werd later door de wind opgeblazen tot kleine duintjes. Via vegetatie werd uiteindelijk duinvorming een feit. Dit zijn nu de oude duinen. In het natte westen van Nederland boden de hoger gelegen strandwallen gelegenheid tot de eerste transportroutes over land en werden er al snel nederzettingen gesticht.
Meer uitleg over een pakket gesteentelagen in de ondergrond van grote delen van het noorden en midden van Europa KEUPER.
Cyclotheem
Een cyclotheem is in de sedimentologie en stratigrafie een cyclische afwisseling van mariene en niet-mariene sedimentlagen, waarin steenkool voorkomt. Cyclothemen worden alleen gevonden in het Carboon (359 tot 299 miljoen jaar geleden). Ze zijn waarschijnlijk gevormd door afwisselende perioden van transgressie en regressie als gevolg van het cyclisch aangroeien en weer smelten van ijskappen (in het Carboon vond een ijstijd plaats). Cyclothemen worden in de huidige ijstijd (het Kwartair, vanaf 2,5 miljoen jaar) niet gevormd. Dit komt waarschijnlijk omdat in het Carboon de randen van de continenten bestonden uit laaglanden met zeer kleine topografische verschillen in hoogte, waardoor een kleine stijging van de zeespiegel voor een grote verschuiving van de kustlijn kon zorgen.
Een carbonaat is een chemische verbinding met koolstof (carbon) en zuurstof, het is een ion. De chemische formule is CO32-. Een carbonaat is een zout van koolzuur. Carbonaten zijn meestal vaste stoffen doordat de ionen-binding zo sterk is dat een regelmatig ionenrooster wordt gevormd. De meeste carbonaten zijn kleur- en reukloos. Met uitzondering van de alkali-carbonaten zijn de carbonaten slecht oplosbaar in water. Het carbonaat dat het meeste voorkomt in de aardkorst is calciumcarbonaat. Andere voorbeelden van carbonaten zijn: natriumcarbonaat, natriumwaterstofcarbonaat.
De geologie van Helgoland
Onder de dikke Trias- en Krijtlagen bevindt zich een zoutkoepel uit het Perm. Door bewegingen van de aardschollen die 65 miljoen jaar geleden plaatsvonden drukte het steenzout de bovenliggende lagen omhoog en veroorzaakte daarbij breuken met een helling van bijna 20 graden. Op dit tijdstip rees een ongeveer 30 vierkante kilometer groot gebergte dat bestond uit krijtgesteente en bontzandsteen op in de Duitse Bocht. Gletsjers uit de ijstijden polijsten het gebergte en vlakten het af. Tegenwoordig is Helgoland het enige stukje dat is overgebleven van dit gebergte. Helgoland is opmerkelijk rijk aan fossielen. In 1910 werd bijvoorbeeld de schedel van een Paratosaurus geborgen. Tegenwoordig valt deze te bezichtigen in het Humboldt-museum in Berlijn. Dergelijke vondsten, evenals die van andere grote dieren zoals de resten van een waterdinosaurus en een longvis zijn natuurlijk uitzonderlijk. Fossiele ammonieten, belemnieten en zee-egels uit de krijtzee komen veel vaker voor. Stukken veen met fossiele slakkenhuisjes spoelen regelmatig aan op het strand. Deze stammen uit de tussenijstijd in het Eemien en zijn dus een stuk jonger dan de krijtfossielen. Naast de rode bontzandsteenklip stond vroeger een klip van witte kalksteen die minstens evenhoog was. Deze klip was tot (ongeveer) het jaar 1700 nog duidelijk zichtbaar. De kalksteenrots is door mensenhanden en door stormvloeden volledig weggeslagen. Bij extreme eb zijn de resten onder water te zien. De Helgolander duinen, een zandeilandje dichtbij Helgoland, zijn gelegen op deze witte klif. Het relatief zwakke kalksteen stamt uit het Trias.
Bestudeer eerst bovenstaande cursus. Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!
MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, INDIEN HET WOORD ER STAAT, TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"