Geologische begrippen (deel 15) Evolutie van de mens

Voor meer uitleg over
evolutie van de mens, klik hier, klik hier, Klik hier
Neanderthaler.
Floresmens.
Homo sapiens.
Mens.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, INDIEN HET WOORD ER STAAT, TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
   1350 ml      30-41 kilo      340 tot 360 cm³      aapachtige      Australopithecus      benen      dikke      eiland      fossiele mensaap      garhi      gespierde      groter en zwaarder      grotten      heidelbergensis      hersenvolume      Homo habilis      ijstijd      kaakspieren      kaken      kleine      klimmer      lange armen      lichaamswarmte      mens      Neanderthaler      nog erg naar voren      oudste      plantaardig      plat      platte      praten      schaduwrijke bossen      slanke benen      taal      teenstructuur      vlakke velden      vooruitstekende      vroege Plioceen      vuur      werktuigen   


De Pre-Australopithecus-fase (ongeveer 7,0 tot 4,5 miljoen jaar geleden.)
Binnen de gemeenschappelijke voorouder van de chimpansee en de ontwikkelden zich groepen met nieuwe kenmerken. De mensachtigen begonnen op twee te lopen en de vorm van hun tanden veranderde. Dit waren de starters van de lijn die uiteindelijk naar de moderne mens zou voeren. Van een drietal soorten mensachtigen zijn er botten gevonden, die waarschijnlijk de aanleiding gaven tot de grote groep van de -soorten. Deze drie mensachtigen zet men in de groep Pre-Australopithecus-fase.

Sahelanthopus tchadensis (7,0-6,0 miljoen jaar geleden)
Sahelanthropus tchadensis is een die geclassificeerd is als het mogelijke lid van de menselijke stamboom. Naderhand zag men dat het om een aap uit het Mioceen gaat die verwant is met de mens en de nu levende Afrikaanse mensapen. Hij leefde ongeveer 7 Ma geleden. Er zijn alleen delen van de schedel, vijf stukken kaak en wat tanden gevonden. De schedelinhoud is klein () in vergelijking met die van moderne mensen (1350 cm³).

Orrorin tugenensis (6,0 miljoen jaar geleden)
Er zijn maar weinig overblijfselen van O. tugenensis gevonden en daarom is het moeilijk om iets over zijn soort te vertellen. Zijn tanden lijken veel op die van een moderne chimpansee, maar verschillen van de latere Australopithecus-soorten. De botten van zijn hand laten zien dat hij een goede was.

Ardipithecus ramidus (4,4 miljoen jaar geleden)
Ardipithecus ramidus was een mensachtige van ongeveer 30 kilo. Hij had kleine tanden die leken op de tanden van de latere Australopithecus-soorten en hij liep af en toe rechtop. Ardipithecus is een zeer vroeg geslacht van de onderfamilie Homininae, waar de mens toe behoort. De tanden lijken wat op die van Australopithecus. Ardipithecus leefde 4,4 miljoen jaar geleden in het .

Twee soorten zijn er beschreven, Ardipithecus ramidus en Ardipithecus kadabba. De laatste was aanvankelijk beschreven als een ondersoort van A. ramidus, maar op basis van de tanden die recentelijk ontdekt zijn in Ethiopië verheven tot een aparte soort. De hoektanden laten de primitieve functie zien die ze onderscheiden van die van de recentere mensachtigen. Mogelijk was Ardipithecus kadabba nauwer verwant aan de huidige chimpansees dan aan de mens. Op basis van de afmetingen van botten gaat men ervan uit dat de Ardipithecus-soorten dezelfde afmetingen hebben als de moderne chimpansee. De van de A. ramidus suggereert dat dit wezen rechtop liep, en dit veroorzaakt problemen met huidige theorieën over het ontstaan van de rechtoplopende mensachtigen: men neemt aan dat Ardipithecus leefde in in plaats van op een savanne, waar het harder lopen, dat een gevolg is van het bipedalisme, een voordeel was.

Australopithecus anamensis (4,2 tot 3,9 miljoen jaar geleden)
Australopithecus anamensis was een van ongeveer 47-55 kilo en liep al op twee voeten. Hij had mensachtige tanden. Zijn leefgebied bestond waarschijnlijk uit met hier en daar struiken en bossen. Voor meer uitleg. Klik hier.

Australopithecus afarensis (3,8-2,9 miljoen jaar geleden)
A. afarensis was een aapmens met het formaat van een huidige chimpansee (45-30 kilo). De mannetjes waren dan de vrouwtjes, wat een belangrijk kenmerk is voor mensachtigen. De herseninhoud was ook vergelijkbaar met dat van een chimpanzee. Australopithecus afarensis had , waarmee hij goed in bomen kon klimmen, maar hij liep rechtop.

Australopithecus africanus (3,0 tot 2,0 miljoen jaar geleden)
Australopithecus africanus was een mensachtige met dezelfde grootte als een chimpansee. Zijn gewicht wordt geschat op . Er is verschil in grootte tussen de mannetjes en vrouwtjes, en het hoofd van Australopithecus africanus is een stuk platter dan dat van zijn voorouders, A. afarensis. Hij kon goed rechtop lopen, maar was ook een bekwaam klimmer. Hij had een hersenvolume van gemiddeld 457 ml (vergelijkbaar met dat van een chimpansee, moderne mensen hebben een hersenvolume van gemiddeld 1.350 ml).

Australopithecus bahrelghazali (3,5-3,0 miljoen jaar geleden)
Van Australopithecus bahrelghazali is alleen een onderkaak gevonden. De tanden in de kaak stonden toe, wat een aapachtig kenmerk is.

Australopithecus garhi (2,5 miljoen jaar geleden)
De tanden van Australopithecus stonden nog erg naar voren toe, wat hem veel op een chimpansee liet lijken. Ook de herseninhoud was even groot als die van een chimpansee (450 cm2) en hij woog ongeveer 40 kilo.

Australopithecus habilis (2,5-1,5 miljoen jaar geleden)
A. habilis (door sommige onderzoekers genoemd) had een groot hersenvolume (510 tot 640 ml) en men neemt aan dat hij gebruikte. Zijn gezicht stak minder ver vooruit dan bij de meeste Australopithecus-soorten en zijn tanden waren kleiner. Mogelijk beheerste Australopithecus habilis een primitieve vorm van . Om deze redenen willen vele paleoanthropologen Australopithecus habilis bij de Homo erectus-soorten indelen. Zijn armen waren echter erg lang en hij kon daarmee waarschijnlijk ook goed in bomen klimmen.

Kenyanthropus platyops (3,5-3,3miljoen jaar geleden)
Van Kenyanthropus platyops werd slechts een gebroken schedel gevonden, maar het hersenvolume lag waarschijnlijk tussen de 450 en 510 ml, een stuk groter dan de herseninhoud van zijn tijdgenoot, Australopithecus afarensis. Hij had wel een opvallend gezicht.

Kenyanthropus rudolfensis (2,5-1,8 miljoen jaar geleden)
Kenyanthropus rudolfensis (Engels) had kenmerken die horen bij de meeste Australopithecus-soorten, maar ook kenmerken die bij de Homo-soorten worden gevonden. Zo had hij een schedel, met een groot hersenvolume van 785 ml, maar hij had ook grote, vooruitstekende tanden. Sommige paleoantropologen denken dat hij kon .

Paranthropus aethiopicus (2,7-2.3 miljoen jaar geleden)
Alle leden van Paranthropus hadden een , robuuste schedel met een platte kam op hun hoofd. Aan de kam zaten sterke vast waarmee hij met veel kracht kon kauwen. Paranthropus aethiopicus bezat ook kenmerken van de Australopithecus-soorten. Zo had hij een vooruitstekend gezicht en grote, vooruitstekende tanden.

Paranthropus robustus (1,8-1,5 miljoen jaar geleden)
Paranthropus robustus had grote, krachtige kaken en de kam op zijn schedel die kenmerkend is voor de Paranthropus-soorten. Met zijn kaken vermaalde hij waarschijnlijk materiaal. Daarnaast had hij een groter hersenvolume dan de Australopithecus-soorten, namelijk gemiddeld 520 ml.

Paranthropus boisei (2,3-1,3 miljoen jaar geleden)
Paranthropus boisei had de krachtigste van alle mensachtigen. Ook hij had een platte kam op zijn hoofd. Zijn hersenvolume was iets groter dan dat van Paranthropusomo robustus (500-530 ml) , maar hij had dan ook een groter lichaam. Zijn lichaamslengte zat waarschijnlijk tussen de 124 en 137 cm en hij woog ongeveer 34 a 49 kilo, waarbij de mannetjes groter en zwaarder waren dan de vrouwtjes

Homo ergaster (1,9-1,5 miljoen jaar geleden)
Waarschijnlijk leek Homo ergaster veel op een moderne mens. Hij liep rechtop met lange, en was ongeveer 180 cm hoog. Ook had hij een groot hersenvolume van 880 ml.

Homo erectus (1,8-0,2 miljoen jaar geleden)
De schedel van Homo erectus kende een paar verschillende vormen. Zo zag de Chinese Homo erectus er anders uit dan de Javaanse Homo erectus. Het was al heel groot en varieerde van 850 tot 1100 ml. Homo erectus liep rechtop en had waarschijnlijk een lengte van 155 tot 180 cm. Ze konden werktuigen maken en gebruiken, zoals vuistbijlen, maar ook , dat hen hielp te overleven in koudere gebieden en mogelijk ook bij de voedselbereiding.

Homo antecessor (800.000 jaar geleden)
Homo antecessor had een groot hersenvolume van gemiddeld 1000 ml. Hij had krachtige kaken en leefde mogelijk in .

Homo heidelbergensis (500.000-200.000 jaar geleden)
Homo leek veel op de moderne mens. Zijn tanden waren nagenoeg hetzelfde als die van de en hij liep waarschijnlijk op dezelfde manier als de moderne mens. Homo heidelbergensis.

Homo neanderthalensis (230.000-30.000 jaar geleden)
De Neanderthaler is goed te beschrijven als een robuuste, stevig mens van gemiddeld 166 cm lang. Door zijn korte gestalte kon hij zijn beter vasthouden , wat gunstig was omdat hij leefde ten tijde van de laatste . Hij had een grote neus, grote tanden en zijn hersenvolume van 1450 ml was groter dan dat van de moderne mens. Zijn vingers waren breed en hij had een stevige grip met zijn duim.

Homo floresiensis (50.000 jaar geleden)
Homo floresiensis leefde in een tijd dat de moderne mens al door Azië trok, maar hij was heel klein, vermoedelijk niet meer dan 1 meter hoog. Ook het hersenvolume was gering, slechts 380 ml. Naast deze grote verschillen had hij veel kenmerken overeen met andere Homo-soorten en zijn kleine gestalte was waarschijnlijk het gevolg van het leven op een geïsoleerd waar roofdieren ontbraken. Veel wetenschappers gaan ervanuit dat Homo floresiensis een verdwergde Homo erectus is. Als dat zo is dan duurde de Homo erectus-fase niet tot 130.000 jaar geleden maar tot aan het einde van de laatste ijstijd.

Cro-magnonmens (45.000 en 15.000)
De Cro-magnonmens. Circa 100.000 jaar geleden begon de verspreiding van de Cro-magnonmensen, afkomstig uit Afrika, over Azië en Europa.

Homo sapiens (130.000 jaar geleden tot heden)
De moderne mens heeft een minder robuust skelet dan zijn voorgangers. Ook de aanwezigheid van een kin is uniek voor Homo sapiens. Hij heeft een gemiddeld hersenvolume van en een dikke wenkbrauwboog is niet meer zichtbaar. De opponeerbare duim van Homo sapiens geeft hem een precieze grip, waardoor hij prima in staat is gebruiksvoorwerpen te hanteren en zijn omgeving te veranderen.