Gentrificatie

Gentrificatie (Engels: gentrification), in België ook verzaveling, is een proces van opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied, het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners/gebruikers en de daarmee gepaard gaande verdrijving van de lagere klassen uit het stadsdeel. De opwaardering gaat gepaard met een stijging van de prijzen voor onroerend goed en de huurprijzen. Men ziet gentrificatie in grote en middelgrote steden. Voorbeelden van steden zijn: Amsterdam met de Jordaan en De Pijp, Rotterdam met Nieuw Crooswijk, Den Haag met het Zeeheldenkwartier en de Stationsbuurt, Arnhem met Klarendal, Enschede met Roombeek, Antwerpen met het Eilandje, Oud-Borgerhout, Sint-Andries en de kaaien, Hasselt met de Blauwe Boulevard of Quartier Bleu, Breda met de Belcrum, Brussel met de Marollen, Groningen met Lewenborg en Paddepoel, Londen met Docklands, Chelsea en Notting Hill, Berlijn met Prenzlauer Berg, Wenen met Spittelberg, Los Angeles met Los Feliz, New York met Williamsburg en Park Slope. In engere zin heeft gentrificatie betrekking op het weer naar de stad terugkeren van midden- en hogere welstandsklassen. Zeker in Nederland komt dat slechts in een beperkt aantal gevallen voor. Gentrificatie heeft dus doorgaans ook betrekking op binnenstedelijk verhuisgedrag van hogere welstandsklassen waarbij tevens sprake is van een revitalisering van buurten.

Oorsprong en etymologie
De term gentrificatie is van Engelse oorsprong en verwijst naar het begrip gentry, de aanduiding voor niet-aristocratische Engelse grondbezitters (‘people of good social position next below the nobility’ vgl. Oxford Advanced Learner's Dictionary of Current English).
Het begrip werd in 1964 geïntroduceerd door de radicale planologe en sociologe Ruth Glass, die bij haar onderzoek naar de verhouding tussen huisvesting en klassenstrijd in de Engelse steden een patroon opmerkte: het terugkeren van de middenklasse naar de steden en het opknappen van statige victoriaanse huizen ging gepaard met een verschuiving van huur naar koop en de verdringing van de arbeidersklasse, voor wie de woningen onbetaalbaar werden. Van daar werd het concept gentrificatie internationaal een intellectueel wapen in de strijd van sociale bewegingen die de steden toegankelijk probeerden te houden voor de lagere klassen (Slater 2011). In Nederland is het daarentegen expliciet beleid van gemeenten geworden (Kleinpaste 2015).

Waarom zo veel aandacht?
Gentrificatie heeft in de sociaal-wetenschappelijke literatuur veel aandacht gekregen. Hamnett (2005) noemt een aantal redenen voor deze belangstelling:
  • Het bleek een interessant terrein van onderzoek voor een nieuwe generatie van sociologen en sociaal-geografen in de periode 1970-1985.
  • Het verschijnsel gentrificatie toonde de onjuistheid aan van de klassieke theorie over stedelijke ontwikkelingen zoals die was uiteengezet door Burgess en Hoyt. In deze opvattingen is de interne geleding van steden in economische zin het resultaat van de relatie tussen biedprijzen en afstand tot het centrum. Lage inkomensgroepen zijn in deze redenering aangewezen op wijken in de onmiddellijke nabijheid van het zaken- en dienstencentrum (het Central Business District) en wonen er in hoge dichtheden.
  • Rond gentrificatie ontwikkelde zich een fundamenteel debat tussen de aanhangers van de humanistische geografie (en de nieuwe culturele geografie) en de aanhangers van de structuralistisch georiënteerde maatschappijkritische geografen en sociologen (maatschappijkritische geografie). Kort gezegd tussen een benadering vanuit de vraagzijde (consumentengedrag) en een benadering vanuit de aanbodkant (producenten van onroerend goed, projectontwikkelaars, investeerders in de stedelijke onroerend goedmarkt).

Gentrificatie als uitkomst van persoonlijke voorkeuren
In 1980 publiceerde David Ley ‘Liberal ideology and the post-industrial city’. Hij wijst daarin op een aantal essentiële maatschappelijke veranderingen aan het einde van de jaren 60 van de twintigste eeuw. In sociaal-economische zin is er sprake van een sterke groei van de tertiaire en quartaire beroepsbevolking, anders gezegd de blauwe boorden worden vervangen door de witte boorden. Verder zien we een sterker wordende overheidsbemoeienis met de (binnen)stedelijke ontwikkeling en ten slotte is er de opkomst van een nieuwe middenklasse met specifieke smaak en stijlvoorkeuren. In aansluiting hierop wijzen Cortie en Van de Ven (1981) in navolging van Gale (1980) op de veranderingen in bepaalde buurten als gevolg van de positie die personen innemen in het dragen van risico’s bij de realisering van woonvoorkeuren.
  • In de eerste fase van buurtverandering nemen enkele huishoudens de beslissing in een bepaald stadsdeel oude huizen of bedrijfspanden (met naar verhouding lage prijzen) op te kopen en voor eigen bewoning geschikt te maken. Deels is dit een uiting van zelfexpressie, deels wensen ze zich een buurt waar acceptatie van hun levensstijl geen probleem zal vormen. Deze pioniers worden ‘risico-onbedachtzamen’ genoemd.
  • In een daaropvolgende fase zien we een categorie van vestigers die menen dat het kopen van oude, vaak verwaarloosde woningen of bedrijfspanden een goede investering is. Uiteraard wordt dit motief gecombineerd met de wens te wonen in een stedenbouwkundig aantrekkelijke buurt (monumenten), met in de directe omgeving goede sociaal-culturele voorzieningen. Het indirecte gevolg van hun verschijnen in de buurt is dat de prijzen (en huren) van onroerend goed gaan stijgen. Deze groep wordt aangeduid met de naam ‘risico-bewusten’.
  • In de derde fase komen de kapitaalkrachtige investeerders (aannemers, projectontwikkelaars etc) die panden opkopen omdat ze verwachten (na splitsing en renovatie) voor een groeiende groep kopers een aantrekkelijk appartement te kunnen realiseren. Deze groep noemt men de ‘risico-uitsluiters’.

Gentrificatie als resultaat van kapitaalstromen op stedelijk niveau
Het is met name Neil Smith (1979) geweest die de aandacht heeft gevestigd op de naar zijn mening dominante rol van de aanbieders op de onroerend goedmarkt. Dat moet ook de verklaring vormen voor het gegeven dat bepaalde stadsbuurten wel en andere niet in het gentrificatieproces betrokken zijn geraakt.
Door de suburbanisatie van de industriële bedrijvigheid en de oplopende ouderdom van het woningbestand wordt het verschil tussen gerealiseerde opbrengsten en potentiële opbrengsten bij optimale inrichting zo groot dat herinvesteren interessant wordt. Kapitaalkrachtige personen en instellingen zien dan nieuwe mogelijkheden en nemen het voortouw voor de revitalisering van een buurt. In deze visie komen niet mensen, maar het kapitaal als eerste terug in de buurt. In latere publicaties heeft Neil Smith deze visie genuanceerd door ook kenmerken van de vraagzijde meer aandacht te geven.
In de jaren negentig introduceerde Smith bovendien het begrip stedelijk revanchisme om het verschijnsel mee aan te duiden dat gentrificatie in veel gevallen gepaard gaat met het weren van minder welvarende en gemarginaliseerde stadsbewoners.

Nederlands onderzoek
In het Nederlandse onderzoek naar gentrificatie is zowel aan de kenmerken van de vraag als van het aanbod aandacht besteed. In 1981 vestigen Cortie en Van de Ven aandacht op dit verschijnsel. Ze vergelijken de op gang gekomen revitaliseringsprocessen in de Amsterdamse binnenstad met de ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Het belangrijkste doel van deze eerste publicatie was na te gaan of de bovengenoemde theoretische veronderstellingen ook voor de Nederlandse situatie zouden kunnen gelden.

In 1982 publiceren Cortie, Van de Ven en De Wijs-Mulkens een vervolg op de studie uit 1981. In dit artikel doen ze verslag van een onderzoek in de Jordaan. Enkele conclusies uit dit onderzoek:
  • De nieuwe bewoners konden niet worden gerekend tot ‘gentrifiers’ in engere zin, dat wil zeggen personen die na eerst de stad verlaten te hebben, weer waren teruggekeerd. Het betrof vrijwel steeds bewoners uit de stad zelf.
    Ondanks het betrekkelijk kleine gebied was er een grote verscheidenheid in de vorm van de revitalisering en de snelheid van het proces.
  • Bewoners die op eigen initiatief woningen hadden vernieuwd, voelden een duidelijke verbondenheid met de buurt. Grote panden, bijvoorbeeld aan de Brouwersgracht, die door projectontwikkelaars waren vernieuwd, werden bewoond door personen met een geringere buurtbinding.

De bovengenoemde fasering van gentrificatie kon in de Jordaan worden herkend.

Vergelijkbare conclusies worden getrokken door Van Weesep, Hulsebosch en Maas in 1985 uit een onderzoek naar de aanbodkant van de revitalisering in Amsterdam (Brouwersgracht). Het revitaliseringsproces werd op gang gebracht door enkele individuele (eigenaar-) bewoners en geleidelijk aan in de loop der jaren verschoof het accent naar professionele projectontwikkelaars. De pioniers hadden een goed oog gehad voor de bijzondere architectonische kwaliteiten van de leegstaande pakhuizen aan de Brouwersgracht. De relatief lage prijzen in het beginstadium verlaagden hun financiële risico.
Ten slotte kan het proefschrift van Elleke de Wijs-Mulkens (1999) worden genoemd. Zij toont aan hoe de expressieve kant van het wonen, anders gezegd wonen als aspect van een bepaalde lifestyle, een rol speelt in de woonkeuze van mensen. Zij noemt in dit verband de Amsterdamse Concertgebouwbuurt.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
IN ONDERSTAANDE GEGEVENS STAAN ER VAAK HYPERLINKS. KLIK ER OP EN LEES OOK DIE TEKSTEN.
ER WORDEN DAAR VRAGEN OVER GESTELD.

Combineer een element links met een element rechts. Je kan selecteren uit het uitrolmenu.
ALLES VERWERKT? KLIK DAN PAS OP DE TOETS CONTROLEER.

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, INDIEN HET WOORD ER STAAT, TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
*
In een maatschappij, een groep mensen met een vergelijkbare economische positie,
en daardoor met vergelijkbare levenskansen.
*
De hoofdstad van Nederland.
*
Een wijk in het centrum van de Nederlandse stad Amsterdam. De grenzen worden gevormd
door het water van de Prinsengracht, de Brouwersgracht, de Lijnbaansgracht
en de Leidsegracht.
*
Een Amsterdamse wijk en een voormalig stadsdeel van Amsterdam, nu onderdeel van stadsdeel Zuid.
*
Op een na grootste stad van Nederland qua inwoneraantal.
*
Een Rotterdamse wijk die ingeklemd ligt tussen de wijk Kralingen,
de Boezem, het Oude Noorden en Centrum.
*
De hoofdstad van de provincie Zuid-Holland en met 547.757 inwoners
(1 januari 2021, bron: CBS) de op twee na grootste gemeente van Nederland,
na Amsterdam en Rotterdam.
*
Ook bekend onder de naam Zeeheldenbuurt, is een wijk in het centrum van Den Haag.
Andere naam?
*
Een wijk in Den Haag, gelegen in het meest oostelijke deel van de vroegere Zusterpolder.
De wijk bestaat uit drie buurten: Huygenspark, Rivierenbuurt-Noord en -Zuid.
*
Een stad en gemeente in Nederland en de hoofdstad van de provincie Gelderland.
De gemeente telt 162.477 inwoners per 1 januari 2021 (bron: CBS) en is daarmee
de dertiende gemeente van Nederland.

*
Een wijk in Arnhem, gelegen tussen de wijken Spijkerkwartier en St. Marten.

*
Een stad en gemeente in Twente, in het oosten van de Nederlandse provincie Overijssel.
*
Een wijk in Enschede. De wijk is vooral bekend geworden van de vuurwerkramp
in 2000. Daarbij vielen 23 doden en ca. 950 gewonden. Veel woningen werden
verwoest of zwaar beschadigd.

*
Een stad in het Belgische gewest Vlaanderen. Het is de hoofdstad van de provincie
Antwerpen en van het gelijknamige arrondissement.
*
Een gebied in het noorden van de Belgische stad Antwerpen. Het kreeg zijn naam
doordat het omsloten was door vlieten en sloten eertijds.

*
Een plaats in België en het in oppervlakte kleinste district van de stad Antwerpen
met een inwonertal van 45.948 (1 januari 2013).
*
Een wijk in Antwerpen, in het zuiden van het stadscentrum, in het district Antwerpen.
Er wonen zo'n 6.300 inwoners. ligt aan de Scheldekaaien, meer specifiek achter de
Sint-Michielskaai en de Plantinkaai.
*
De hoofdstad van de Belgische provincie Limburg en telt ruim 80.000 inwoners.
*
Andere naam voor de Blauwe Boulevard in Hasselt.
*
Een Nederlandse stad in het westen van de provincie Noord-Brabant.
Van oudsher de voornaamste stad van West-Brabant.
*
Een wijk in Breda-Noord binnen de gemeente Breda. De wijk grenst aan het
centrum en ligt direct aan de achterzijde van het Station Breda.
*
De hoofdstad van België, van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap
en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

*
De oudste volksbuurt van Brussel, gelegen tussen het Justitiepaleis en het Zuidstation.
*
De hoofdstad van de Nederlandse provincie Groningen, en de grootste kern
in de gelijknamige gemeente.
*
Een wijk in het oosten van de stad Groningen met 9055 inwoners (2017)
*
Een gebied ten noorden van de stad Groningen, globaal gelegen tussen
het Reitdiep en de Paddepoelsterweg, met Wierumerschouw als de
meest noordelijke punt.
*
De hoofdstad en grootste stad van zowel Engeland als het Verenigd Koninkrijk.
*
De semi-officiële naam voor een gebied in het oosten en zuidoosten van Londen
aan de rivier de Theems, dat delen omvat van de London boroughs Southwark,
Tower Hamlets, Newham en Greenwich.
*
Een wijk in het Londense bestuurlijke gebied Kensington & Chelsea, in de regio Groot-Londen.
Hier is de botanische tuin Chelsea Physic Garden te vinden.
*
Een wijk in Londen in het stadsdeel Kensington en Chelsea.
*
De hoofdstad van Duitsland en als stadstaat een deelstaat van dat land.
Met 3.664.088 inwoners (31 december 2020).
*
Een stadsdeel binnen het district Pankow in Berlijn. Tot 1 januari 2001 was het
nog een zelfstandig district binnen Berlijn.
*
De hoofdstad van Oostenrijk en vormt sinds 1922 een eigen deelstaat.
De stad ligt in het noordoosten van het land aan de rivier de Donau.
*
Een onafhankelijke gemeente tot 1850 en is nu een district van Wenen in
het 7e district van Wenen Neubau.
*
Een grote en uitgestrekte stad aan de westkust van de Verenigde Staten.
Het is de grootste stad in de staat Californië en de op een na grootste van
de Verenigde Staten.
*
Een heuvelbuurt in het grotere Hollywood-gebied van Los Angeles, Californië,
grenzend aan Hollywood en omvat een deel van de Santa Monica Mountains.
*
De hoofdstad en veruit de grootste stad van Rusland.
*
De grootste stad van de Verenigde Staten van Amerika.
*
Een wijk in het noorden van Brooklyn in de stad New York.
Hij is verbonden met East Village en Lower East Side in Manhattan
door de Williamsburg Bridge over de East River.
*
Volgens Karl Marx het maatschappelijk conflict tussen de verschillende sociale klassen,
die door Marx ieder werden gedefinieerd vanuit hun economische positie in de samenleving.
*
Een handelingstheoretische benadering in de sociale geografie is gebaseerd op
een handelingstheoretische benadering in de sociale wetenschappen in het algemeen.
Binnen de sociale geografie komt deze benadering voort uit wat soms de
*
Een specialisatie binnen het brede werkveld van de sociale geografie, die bijzondere
waarde hecht aan sociaal-culturele aspecten bij het analyseren en verklaren
van ruimtelijke processen.
*
Een stroming binnen de sociale geografie die moeilijk eenduidig te typeren is.
Men heeft haar radicaal, marxistisch of maatschappijkritisch genoemd of
*
Een begrip dat in de tweede helft van de jaren negentig is geïntroduceerd
door de Amerikaanse geograaf Neil Smith. Het was in de eerste plaats
een poging om het stedelijke beleid van Rudy Giuliani, de burgemeester
van New York City van 1994 tot 2001, te karakteriseren.