ONDERGROND EN BODEM

AFZETTINGSGESTEENTEN EN STOLLINGSGESTEENTEN

Kaart 2

Extra uitleg over afzettingsgesteenten! Klik hier.
Extra uitleg over stollingsgesteenten! Klik hier.

FOSSIELEN
Fossielen zijn de resten of afdrukken van dieren en planten die in het rotsgesteente bewaard zijn gebleven. Heel vaak zijn het alleen nog maar harde delen van een dier die achter gebleven zijn. Zoals tanden of beenderen. De rest is weggerot. Soms kan het ook een pootafdruk van een dier zijn die we terugvinden. De vorming van fossielen duurt miljoenen jaren. De wetenschap die zich bezighoudt met de studie van fossielen heet paleontologie.

Ontstaan van fossielen
Organismen sterven en worden bedekt door zand of klei. Ze komen zo in een aardlaag te liggen. Bijvoorbeeld een klei- of zandlaag.
Alleen de harde delen van dit organisme blijven over. Van een dier of een mens zijn dit de beenderen. Bovenop het organisme komt weer een andere aardlaag te liggen. Zo'n laag noemt men een sediment. Het organisme wordt zo afgesloten van de lucht. In de loop van de tijd (eeuwen) komen verscheidene lagen op elkaar te liggen. Door de druk van de lagen fossiliseert of versteent het organisme. Uit de gefossiliseerde delen tracht men een voorstelling te maken hoe het organisme er uit gezien heeft. Men noemt dat een reconstructie.

Extra uitleg over fossielen! Klik hier.

BREUKEN
De aardkorst bestaat niet uit één groot blok steen. We merken dat bijvoorbeeld als verschillende blokken langs elkaar gaan schuiven. We voelen dat als een aardbeving. Het gesteente schuift dan langs een breukvlak, of kortweg een breuk.

Gesteente kan breken
Net als ieder ander materiaal kunnen gesteenten breken. Wanneer er grote druk op een gesteentelaag komt te staan, zal deze daar uiteindelijk onder bezwijken. Er vormt zich eerst een barst. Daarna kunnen er twee dingen gebeuren. Vindt er verder geen beweging plaats tussen de twee gesteenteblokken, dan noemen we de barst een diaklaas. Verschuiven de twee blokken gesteente ten opzichte van elkaar, dan spreken we van een breuk. De afstand die het ene blok wordt verplaatst ten opzichte van het andere, noemen we het verzet. Breuken kunnen verschillende afmetingen hebben. Ze kunnen voorkomen binnen mineraalkorrels. Ze zijn dan soms kleiner dan een millimeter. Andere breuken zijn tientallen tot honderden kilometers lang, bijvoorbeeld waar twee aardschollen tegen elkaar aan zitten.

Belangrijke breuken
Een heel bekende breuk is de San Andreas breuk in Californië in de Verenigde Staten. San Francisco is precies op deze breuk gebouwd. Hier hebben ze dan ook regelmatig flinke aardbevingen te verduren. Er was daar een hele grote aardbeving in 1906. In Nederland hebben we ook breuken in de grond. In april 1992 werden we ons dat weer bewust toen in Roermond een aardbeving was. De beweging vond plaats in de Peelrand breuk, een breuk die dwars door ons land loopt, van Limburg tot de kust in Noord-Holland. Er was toen niet heel erg veel beweging, maar toch genoeg om in de buurt van Roermond flink wat schade toe te brengen.

Horsten en slenken
Een heel systeem van breuken bevindt zich langs het stroomgebied van de Rijn in Duitsland. Dit breuksysteem veroorzaakt hier de Boven-Rijnslenk en de Beneden-Rijnslenk. Een slenk is een gebied dat is gezakt ten opzichte van gebieden ernaast. De hogere gebieden noemen we horsten. Tussen een horst en een slenk zit een breuk. In Zuid- Duitsland is dit heel duidelijk. Tussen de hoog gelegen Vogezen en het Zwarte Woud stroomt de Rijn. De rivier zoekt het laagste punt op om te stromen en dat is dus in de Rijnslenk. In de Rijnslenk zijn nog meer aanwijzingen van breuken te vinden, namelijk vulkanisme. Langs breuken kan heel makkelijk magma aan het aardoppervlak komen. Dit gebeurt onder andere bij de Kaiserstuhl, een vulkaan in de Rijnslenk.


Extra uitleg over cement! Klik hier.
Extra uitleg over cementproductie! Klik hier.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
IN ONDERSTAANDE GEGEVENS STAAN ER VAAK HYPERLINKS. KLIK ER OP EN LEES OOK DIE TEKSTEN.
ER WORDEN DAAR VRAGEN OVER GESTELD.

Combineer een element links met een element rechts. Je kan selecteren uit het uitrolmenu.
ALLES VERWERKT? KLIK DAN PAS OP DE TOETS CONTROLEER.

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN, ALS HET WOORD BESTAAT, IN HET GEOPENDE VENSTER TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"

GESTEENTEN

AFZETTINGSGESTEENTEN LIGGEN MEESTAL GELAAGD

De meeste gesteenten werden miljoenen jaren geleden door de ZEE, de RIVIEREN of de WIND afgezet. Het zijn dus AFZETTINGSGESTEENTEN. Ze komen in LAGEN voor. Losse gesteenten in water zullen na een tijdje bezinken. De zwaarste het eerst en de lichtste het laatst. In afzettingsgesteenten kun je FOSSIELEN vinden. Dat zijn resten of afdrukken van planten en dieren die tijdens de afzettingsperiode van het gesteente leefde.

HORIZONTALE EN GEPLOOIDE LAGEN

Foto 1 en 2









kaart 1
Sommige lagen liggen bijna HORIZONTAAL andere lagen zijn GEPLOOID. Die plooiing werd veroorzaakt door de druk van geweldige krachten in de aardkorst. Zo werden de meeste bergen gevormd. Als toen harde gesteenten werden samengedrukt of opgestuwd ontstonden plaatselijk BREUKEN. In de diepste delen van die breuken vind je soms MEREN en aan de randen VULKANEN. Weggezakte delen van de aardkorst die aan weerszijden door breuken begrensd zijn, noemt men SLENKEN. De meren die er in ontstaan zijn SLENKMEREN. Ze zijn meestal langwerpig en zeer diep.

Slenkmeren: Tektonische meren zijn meren die door bewegingen van de aardkorst ontstaan zijn, zoals bijvoorbeeld slenkmeren. Door vervorming of barsten van de aardlagen ontstaan sleuven, maar ook diepe slenken en ketels. Tektonische meren zijn dikwijls zeer diep.
Hiertoe behoort o.a. het Baikalmeer in Zuid-Siberië (tot 1620 meter diep) en het Tanganyikameer in Afrika.

STOLLINGSGESTEENTEN ZIJN HEEL HARD

DIORIET en GRANIET zijn twee stollingsgesteenten. Ze zijn ontstaan door stolling van MAGMA. Dioriet en graniet hebben geen gelaagdheid maar ze zijn zeer hard en gespikkeld. Dioriet wordt gebruikt om kasseien te maken. In België komt dioriet uit de groeven bij LESSEN en QUENAST in de nabijheid van de rivier de ZENNE en de DENDER in de provincie HENEGOUWEN. In die streek hebben zich miljoenen jaren geleden vulkanische verschijnselen voorgedaan.

DE GESTEENTEN DIENEN ALS BOUWMATERIAAL

In het noorden van België overwegen STEENBAKKERIJEN. Ze hebben zich op de KLEIGROEVEN gevestigd. Onthoud die uit de RUPELSTREEK (nabij Boom), de KEMPEN (nabij Rijkevorsel) en WEST-VLAANDEREN (Kortemark). De meeste steengroeven komen echter in het midden en het zuiden van België voor. CONDROZ is de streek van de ZANDSTEEN, het MARMER en het ARDUIN. In de ARDENNEN werkt nog één kleine leisteengroeve. Zoals gezegd ontgint men in de DIORIETGROEVEN van LESSEN en QUENAST breuksteen en vooral steenslag (o.m. onder de dwarsliggers van de spoorlijnen).

CEMENT bekomt men door het branden van kalksteen of krijt uit het "witte land" van DOORNIK en ANTOING te OBOURG (bij Bergen) en te HACCOURT. Al die steengroeven leveren een grote keus van bouwmaterialen.

WE GEBRUIKEN DE GESTEENTEN OOK ALS GRONDSTOF OF ALS ENERGIEBRON

ZAND is een belangrijke grondstof voor de GLASFABRICAGE. Uit zeer zuivere kleisoorten bakt men KERAMIEK en vuurvast aardenwerk. We hebben ook in België in SPA en CHAUDFONTAINE warmwater en geneeskrachtige bronnen.
Tot 1990 beschikte België ook nog over steenkoolmijnen. De WAALSE en KEMPENSE mijnen zijn gesloten ondat de kostprijs voor het bovenhalen van de steenkool te hoog lag. AARDOLIE, AARDGAS, en STEENKOOL worden nu volledig ingevoerd.
*
Twee stollingsgesteenten die in nevenstaande tekst staan!
Het zijn gesteenten van vulkanische oorsprong.
*
Aafzettingsgesteenten werden op drie manieren afgezet. Hoe?
*
Vloeibare massa die uit een vulkaan stroomt? Vloeibare gesteenten afkomstig uit de mantel.
*
Zie foto 1 en 2! Afzettingsgesteenten komen voor in:
*
Bij foto 1 zijn de lagen:
*
Bij foto 2 zijn de lagen:
*
In afzettingsgesteenten zitten soms resten van planten en dieren. Hoe heten die resten?
*
Door samendrukken en opstuwen van gesteenten ontstaan er:
*
Een riftvallei; een langgerekt stelsel van slenken, dat loopt van Libanon tot
Mozambique over een totale lengte van 6400 km.
*
Zie kaart! Bij welke rivier ligt de gemeente Lessines?
*
Meren, breuken, slenken en ........... zijn kenmerken van een breukengebied.
*
Zie kaart 2! In Noord-België steunen de steenbakkerijen
op de grondstof:
*
Door het branden van kalksteen of krijt bekomt men:
*
Uit zeer zuivere kleisoorten bakt men .......... en vuurvast aardenwerk.
*
De belangrijkste grondstof voor de glasfabricage is:
*
Condroz (België) is de streek van de:
*
Van dioriet maakt men:
*
Zie kaart 2! Wit zand vindt men in de omgeving van:
*
Zie kaart 2! In België vindt men vooral kleigroeven in de omgeving van:
*
Zie kaart 2! Leisteen delft men vooral in de provincie:
*
Zie kaart 1! De naam van een belangrijke werkende vulkaan in Afrika?
*
Stollingsgesteenten zoals dioriet hebben geen:
*
Energiegrondstoffen die België moet invoeren:
*
Zie kaart 1! In welk continent ligt dit breukengebied?
*
Weggezakte gedeelten van de aardkorst in een breukgebied noemt men: