België: federaal koninkrijk bestaande uit Vlaanderen, Wallonië, Brussel

Bodems en ondergrond in België

Extra uitleg over de geologie van België en Nederland! Klik hier.

Begrip bodem. Klik hier.
Begrip ondergrond. Klik hier.

Zie ook
grondsoorten. Klik hier.
soorten gesteenten. Klik hier.
sedimentair gesteente. Klik hier.
metamorf gesteente. Klik hier.
stollingsgesteente. Klik hier.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, ALS HET WOORD BESTAAT,TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"


Zie Atlas (kaart bodemgroepen en grondsoorten in België) en de kaarten (Belangrijke grondsoorten en Beldische landstreken)!


In Noordelijk België vindt men vooral door de (klei, zand), rivieren (rivierklei) en de (leem) afgezette losse gesteenten. De bodem in België aangeduid door (groene kleur) bestaat uit en kleiig . In de Vlaamse Vlakte overheersen en zand. In het Hageland vindt men vooral lemig zand en zand. De bodem in de Noorderkempen bestaat uit zand en de Zuiderkempen heeft dan weer een bodem bestaande uit zand en licht . Op het Kempens Plateau zand en . In het centrum van België is de bodem zeer vruchtbaar. Hij bestaat uit . In Zuidelijk België vindt men vooral vaste gesteenten met een dunne verweringsbodem. In de Condroz leem met bijmenging van zandsteen en . In het Land van Herve bestaat de bodem uit en klei. De bodem van de Fagne Famennedepressie bestaat uit leem met bijmenging van , (Duits voor leisteen) terwijl de zuidrand van de Famenne leem met bijmenging van kalksteen kent. In de Ardennen bestaat de bodem vooral uit zandsteen en . In Belgisch Lotharingen vindt men van noord naar zuid: klei op , dan zandsteen op kalksteen, dan weer klei op mergel en tenslotte klei en leem op . (Italiaanse kalksteen)



De ondergrond in de Kustvlakte werd gevormd tijdens het in het Kwartair. De ondergrond van het Kempens Plateau vindt zijn oorsprong in het , terwijl grote delen van centraal België een ondergrond hebben uit het . In het Holoceen werden gesteenten zoals , rivieralluvium en duinzand afgezet door de zee. In het Pleistoceen heeft men afzetting van het los gesteente zand en .

ENKELE BEGRIPPEN UIT DE LEGENDE VAN BOVENSTAANDE KAARTEN

Metamorf gesteente is gesteente dat onder invloed van , druk of hydrothermale vloeistoffen is gerekristalliseerd of gemetamorfoseerd. Meestal gebeurt dit op grotere diepte in de of mantel. Metamorfe gesteenten worden gekenmerkt door metamorfe , die onder invloed van druk en temperatuur in het gesteente groeien. Als een gesteente slechts laaggradig metamorf is zullen deze mineralen sporadisch en klein zijn. Hooggradig metamorfe gesteenten bestaan volledig uit metamorfe mineralen

Hydrothermale circulatie (van Grieks: hydros=water; thermos=warmte is de circulatie van onder hoge druk en temperatuur door de aardkorst. Hydrothermale circulatie vindt voornamelijk plaats bij bronnen van warmte in de korst, zoals rond plekken van of magmatische activiteit.

Rekristallisatie is een fysisch proces binnen vaste stoffen die uit kristallen bestaan. Doordat ze zich in een bepaalde toestand van druk en temperatuur bevinden zijn de kristallen van het materiaal instabiel en groeien nieuwe kristallen over de oude heen. Een bekend voorbeeld is het "verijzen" van sneeuw, waarbij sneeuwkristallen zich omvormen naar . Andere voorbeelden zijn metamorfe processen in gesteenten, waarbij de in het gesteente wel kunnen reageren, maar de chemische samenstelling van het gesteente als geheel hetzelfde blijft. Bij rekristallisatie verandert de chemische samenstelling van het materiaal dus niet.

Löss of Limburgse klei is een grondsoort die onder andere in Belgisch-Limburg voorkomt. Het heeft een typerende kleur. Löss is een door de aangevoerde afzetting die dateert uit het laatste gedeelte van de "laatste . Destijds stond de droog en dit vormt het brongebied van de löss. De korrelgrootte ligt tussen die van zand en klei in. Qua samenstelling bevat löss voornamelijk kwarts en andere silicaten, maar het kan ook een kleine fractie kleimineralen bevatten. Soms is die fractie groter geworden sinds het moment van sedimentatie als gevolg van chemische verwering. De löss is zeer geschikt voor . Uitgestrekte löss-gebieden zijn er ook in Noord-China, langs de Gele Rivier, en in het Russische , waar de aan organische bestanddelen zeer rijke löss-bodem bekend staat onder de naam tsjernozjom of .
De löss heeft doorgaans een hoog gehalte aan kalk, die in koolzuurrijke regen deels oplost en vervolgens naar beneden toe weer neerslaat. Daardoor worden de löss-deeltjes in verticale richting aan elkaar gekit. Het gevolg daarvan is dat de in löss-bodems gevormde dalen vaak steilwandige ravijnen worden.