
Sjott of Chott (Arabisch: شط; šaṭṭ; "oever, kust"; van de stam šṭṭ "overschrijden", "afwijken") is in landen in de Sahara de benaming voor zoutmeren die ontstaan uit smeltwater dat afkomstig is van bergsneeuw die in de lente en zomer afdaalt van het
Atlasgebergte, alsook soms uit regenwater of grondwater. Sjotts drogen regelmatig uit in de droge zomers. Het Hoogland van Sjott in Algerije is ernaar vernoemd.
Sjott el-Djerid is een
endoreïsch zoutmeer in centraal
Tunesië waarvan de bodem tussen de 10 en 25 meter beneden zeeniveau ligt. Normaal gesproken is het voor het overgrote deel opgedroogd, en daardoor kan men er dan ook met landvoertuigen als auto's doorheen reizen. Hoewel het land diverse zoutmeren (sjott's) kent, is Sjott el-Djerid het grootste, belangrijkste en bekendste. De oppervlakte van het meer is met ongeveer 5000 vierkante kilometer enorm, en de lengte ervan bedraagt ongeveer 250 kilometer. Ten noordwesten van het zoutmeer ligt de oase
Tozeur, en ten zuidoosten ervan de oase
Douz. Er loopt een verhoogde weg van Tozeur in het noordwesten tot Kébili in het zuidoosten, waar het verkeer normaal gesproken overheen reist. Vanwege het vele zand kan het reizen over het Sjott el-Djerid op bepaalde tijden moeilijk of zelfs gevaarlijk zijn. Op het zoutmeer heeft men bij zonnig weer grote kans
fata morgana's waar te nemen
De
medina (Arabisch: مدينة) is het oudste gedeelte van Noord-Afrikaanse steden. Ze wordt vaak omringd door
stadsmuren. Het verdedigbare deel wordt dan kasba genoemd. Naast dichtopeenstaande en gestapelde woningen zijn er veel winkels en andere bedrijfjes gevestigd. Medina betekent in het Arabisch stad. Na de komst van de Arabieren in de 9e eeuw ontstonden de medina's. Over het algemeen zijn de oudste gebouwen en objecten, zoals fonteinen,
moskeeën en paleizen van de stad er te vinden. Het grillige patroon van smalle straatjes maakte de stad in vroeger tijd goed verdedigbaar tegen binnendringende vijanden. Doordat de straten over het algemeen zeer nauw zijn - sommige straten zijn niet breder dan een meter - zijn medina's autovrij. Soms is ook het berijden van tweewielers er niet toegestaan.

De kasba of kashba is het verdedigbare deel van de medina. Het gebouw kenmerkt zich door hoge muren. Bijna iedere nederzetting in Marokko en Algerije heeft haar eigen kasba. Vroeger werd deze gebruikt als woning voor het dorpshoofd. Momenteel zijn de meeste kasba's niet meer als zodanig in gebruik, ze doen nu vooral dienst als toeristische attractie. Een kasba die als woonplaats wordt gebruikt noemt men ook wel van een dar. Indien een kasba als opslagruimte van graan wordt gebruikt, spreekt men van een igherm. In sommige gevallen doet een dergelijke igherm tevens dienst als bewakingspost, hij wordt dan agadir genoemd.

De soek bevindt zich vaak in de open lucht. In een iets groter dorp of een stadje is hij vaak overdekt. Vele handelaren proberen hun handel te verkopen volgens een methode die heel anders is dan men in Europa gewend is. De prijzen worden door onderhandeling vastgesteld. Zowel de koper als de verkoper noemt een irreële prijs; de koper een te lage, de verkoper een prijs die vele malen hoger kan zijn dan de werkelijke waarde van het product. Door iedere keer een nieuw bod te doen, groeien koper en verkoper langzaam naar een prijs waar al dan niet een akkoord over kan worden bereikt.