AARDRIJKSKUNDIGE BEGRIPPEN DEEL 8

KLIK OP ONDERSTAANDE FOTO'S VOOR DE NODIGE UITLEG.


***

***

***

***

***

***

Klik op een nummer in het raster om de aanwijzing of aanwijzingen voor dat nummer te zien. Als je vastzit, kun je op "Hint" klikken om een letter te krijgen. Men verliest dan wel punten. Vul het kruiswoordraadsel volledig in en klik vervolgens op de toets "CONTROLEER", om je antwoorden te controleren.

Men kan naargelang de gebruikte browser, de oefening opnieuw maken, door met de rechtermuistoets te klikken op het scherm. Er opent zich een nieuw venster. Als er in dat venster het woord "vernieuwen" staat kan men daar op klikken.
1             2     3                            
                              4            
  5      6     7                8     9                
                              10            
11                12          13     14                 
                                15     16       
        17                                  
18                       19                     
        20                                  
21                    22               23           
                            24              
                     25                     
   26               27                28            
  29                                        
30      31          32    33         34    35                   
                                        
       36                  37                   
                38                          
                                        
   39         40     41                             
                                        
   42           43                              
                                        
        44                                  
                                        

Horizontaal

1. Een watermolen die wordt aangedreven door het tij.
3. Andere naam voor (hoofd, bol of kop), een korte stenen dam in de rivierbedding, haaks op de zomerkade.
4. Een militair gebouw of kampement dat is ingericht om een eenheid militairen te herbergen en dat geƫigend is zich te verdedigen tegen vijandelijke aanvallen.
5. Een constructie om een gebied af te scheiden of de toegang te beheren.
7. Een vorm van mijnbouw waarin zand, (natuur)steen, koolwaterstoffen of mineralen wordt gedolven.
8. Een kokervormige constructie, gelegen in een weg of toegangsdam, die is bedoeld om wateren met elkaar te verbinden.
10. Een weg die aan beide zijden geflankeerd wordt door bomen.
11. Een wegkruis dat geplaatst werd om boze geesten af te weren, onder andere opdat gewassen niet door hagel beschadigd zouden raken.
12. Andere naam voor "wiel, waai, waal of weel" is een diepe kuil of poel, een klein type oppervlaktewater.
14. Een waterloop die, geheel of in grote mate, tot stand is gebracht door het ingrijpen van de mens.
15. Een oven waarin een calciumcarbonaat (CaCO3) bevattende grondstof (schelpen of kalksteen) wordt gebrand, waarbij ongebluste kalk (CaO) ontstaat.
17. Een voor fietsers gereserveerd onderdeel van de rijbaan.
18. Andere naam voor veerpont, ook wel pont of veer, of op zijn Engels ferry genoemd, is een vaartuig waarmee een verbinding over water wordt onderhouden.
19. Een inrichting om water van een lager naar een hoger niveau te brengen.
21. Andere naam voor vliegveld met een of meer startbanen waar vliegtuigen kunnen opstijgen en landen.
22. Een zelfstandig, versterkt bouwwerk dat onder middeleeuwse omstandigheden te verdedigen was.
24. Een kunstmatige drinkput die gelegen is binnen een ringwal.
26. Een bos dat een strook vormt langs rivieren of wetlands en voorkomt in landschappen die doorgaans weinig bosrijk zijn, zoals bijvoorbeeld savannes.
27. Andere naam voor wildgraaf of wildvrede, is een opgeworpen aarden wal die gebruikt werd om wild van de eng (ook "es" genoemd) te weren.
28. Een weggedeelte of vrijliggend pad dat is gereserveerd voor het fietsverkeer.
30. Een klein bos waar in vroeger tijden het hakhout vandaan werd gehaald dat in en rond het huis werd gebruikt.
32. Ander woord voor zetwal of kraag, een strook grond in het veengebied, waar het met een baggerbeugel uitgebaggerde veen op te drogen werd gelegd om er turven van te maken.
34. Een woonplaats die kleiner is dan een dorp.
36. Een gebied achter een dijk waar klei is afgegraven voor het vormen van die dijk.
37. Een getijdengeul die open ligt voor de vloed en aan het uiteinde een drempel heeft.
38. Een landoppervlak dat aan alle kanten omringd is door water, maar kleiner is dan een continent en groter dan een rots of een zandbank.
39. Andere naam voor uitham, vroeger ook wel nes, nis of neus genoemd, is een smal stuk land dat uitsteekt in zee of een binnenwater.
41. Andere naam voor andgraaf, een lijnvormige doorgaande aarden grenswal en of diepe sloot met vaak een doornenhaag.
42. Andere naam voor holle weg, een weg die is uitgesleten door uitspoeling door hemelwater en/of door veelvuldig gebruik (door bijvoorbeeld vee of voertuigen), waardoor de weg tussen twee hellingen ligt.
43. Andere naam voor wegdorp, straatdorp, dijkdorp of streekdorp, een uitgestrekt dorp dat zich heeft ontwikkeld langs een kanaal, dijk, weg, oeverwal of kreekrug.
44. Een kleine, begroeide Nederlandse zandplaat, het restant van een vroeger groter eiland.

Verticaal

1. Ander woord voor tumulus, een heuvel uit de prehistorie die werd gebruikt als begraafplaats.
2. Ander woord voor ecopassage, natuurbrug of wildwissel, een civiel kunstwerk waarover in het wild levende dieren een obstakel, zoals een verkeersweg, kunnen kruisen.
3. Een kleine watergeul die ontstaat als gevolg van een dijkdoorbraak, of is een restant van een ingedijkte vroegere getijdengeul.
4. Een niet-conventioneel gebouw of bouwwerk, dat ongeschikt is voor huisvesting of andere functies en uitsluitend een decoratief, kunstzinnig of ludiek doel dient.
5. Ander woord voor haag, of houtkant, een meestal lijnvormige aanplanting van struiken en bomen met als doel het scheiden van ruimte.
6. Een gebouw waar christenen hun godsdienstoefeningen houden.
9. Een hoge smalle voetgangersbrug, met een vlak middengedeelte en aan weerszijden schuine plankieren met gespijkerde dwarslatten.
13. Ander woord voor dolmen is een megalithische grafkamer uit het neolithicum (4000-3000 v.Chr.) die bestaat uit ten minste drie, maar vaak (veel) meer staande draagstenen, overdekt door een of meer dekstenen.
16. Ander woord voor houtpad, knuppeldam, knuppelbrug, knuppelweg, veenweg, paaltjesweg, Suriname: barbecot), een houten pad dat is aangelegd door een moerasachtig terrein, of kwetsbare natuur, zodat dit zonder problemen kan worden overgestoken.
20. Een grondlichaam of een soort dijk die naast een weg of spoorlijn wordt neergelegd om de geluidshinder te beperken voor de mensen die achter de wal wonen of verblijven.
22. Andere naam voor gors, groeze/groes, schol of schor(re), de verschillende namen zijn regionaal), een begroeide buitendijkse landaanwas die bij een gemiddeld hoogwater niet meer onderloopt.
23. Ander woord voor hermitage; de verblijfplaats van een kluizenaar, ook wel kluisbroeder, eremiet, heremiet of anachoreet genoemd.
25. Ander woord voor trekpad (ook trekweg), een pad langs een kanaal of rivier dat werd gebruikt om schepen vooruit te trekken.
29. Een knik of mini-terras op een helling, meestal begroeid met struikgewassen.
30. Een paal die de grens van een gebied (land, provincie, gemeente of eigendom) aangeeft.
31. Een getijdengeul die ervoor zorgt dat bij eb het water weer terug uit het binnenland stroomt, deze geul heeft een drempel aan het zee-einde.
33. Een perceel waarop de sport golf wordt gespeeld.
35. Een deels omsloten stuk water, dat gebruikt kan worden als ligplaats of aanlegplaats voor vaartuigen, vooral schepen.
40. Vestingbouw het van buiten naar binnen glooiend omhoog lopende terrein om een verdedigingswerk heen.