De Kustpolders en de Scheldepolders De Polders is de naam van een geografische streek in Vlaanderen. Ze ligt achter de duinen tot gemiddeld een vijftiental kilometer landinwaarts en wordt, zoals de naam het zegt, gevormd uit polders. De bodem bestaat er hoofdzakelijk uit klei, zand en veen. De streek strekt zich uit van Frans-Vlaanderen (rond Duinkerke) over heel het onmiddellijk achterland van de Belgische kust, gans Zeeuws-Vlaanderen, ten noorden van Eeklo (noord-Oost-Vlaanderen), het Waasland en de noordwestelijke hoek van de provincie Antwerpen. Ten zuiden van de lijn Brugge-Antwerpen worden de Polders begrensd door de Zandstreek, in het zuidwesten de Zandleemstreek en tegen het uiterste oosten liggen de Kempen. Het gebied wordt gekenmerkt door zijn vlak en landelijk karakter, doorkruist door een netwerk van grachten om het land te draineren. Grote stukken van het gebied ontstonden door indijking, waarbij land werd drooggelegd en dijken werden gebouwd om overstromingen door de zee tegen te gaan. De Polders hebben een microreliëf met langgerekte kreekruggen (3 à 4 meter) en komgronden (depressies van 1 à 2 meter diep). De meeste van die kreekruggen hebben een zanderige ondergrond, waarop vroeger de meeste boerderijen gebouwd werden. De lagere gebieden hebben vooral vochtige kleigronden.
Het hoevetype in de Polders In de Schelde- en zeepolders geven de polderboerderijen een machtige indruk, vooral de schuren. Een typisch element is de voutekamer of hoogkamer. Dit is de kamer boven de ondiepe kelder. Het paar voutevensters, hoger gestoken dan de andere ramen, brengt een aangename afwisseling in de voorgevel. In dit vochtige gebied moest de kelder wel ondiep zijn, en werd de voutekamer een natuurlijk verschijnsel. De grote schuren, ook bergschuren of mikke genoemd, zijn bijna vierkantig. De inrit is langs de langste zijde op elke hoek, zodat er twee vloeren zijn die elk naast een korte schuurwand liggen. De stallingen zijn in de schuur gebouwd.
Zeepolders De zware, vruchtbare kleigrond geeft weelderige oogsten. De polderboer is rijk en welvarend. Deze welstand weerspiegelt zich in zijn ruime woning en de goed gevulde schuren en stallingen. De hoeve bestaat meestal uit drie los van elkaar staande gebouwen: het woonhuis, de schuur en de stallingen. Ze zijn opgesteld langs de drie zijden van een rechthoek. Een kenmerk van deze gebouwen is de lange, gestrekte bouwsamenstelling. De kelder steekt wat boven de grond uit, zo verkrijgt men de voor deze streek zo typische hoogkamer. De aanwezigheid van talrijke beken en kanalen maakt de aanleg van een brede omwalling rond het erf mogelijk. Bij sommige hoeven sluit die aan op de zeer monumentale toegangspoort. Heel bekende en indrukwekkende voorbeelden zijn de middeleeuwse abdijschuur van Ter Doest in Lissewege en Ter Duinen in Koksijde. Deze monumentale bouwwerken doen meer denken aan de arbeid van reuzen dan van mensen. Naar het Brugse toe kun je nog boerderijen tegenkomen waarbij je duidelijk ziet dat de boer inspiratie had gevonden bij de Brugse Gotische baksteenarchitectuur. Dit komt omdat er veelvuldig contact was met de stedelingen. Het resultaat zie je vaak boven een gevelvenster als een bakstenen, drielobbige versiering.
Scheldepolders Net zoals in de West-Vlaamse polders liggen de hoeven in de Antwerpse kleigrond doorgaans ver uit elkaar. Opvallend element: de daken zijn met riet of stro bedekt. Het dak van de schuur en van de bedrijfsgebouwen vertoont een piramidevorm en de gebouwen zelf zijn veel breder dan in de zeepolders. De muren zijn opgetrokken uit donkerrode baksteen en wit opgevoegd en zijn zelden gekalkt. De voordeur van de woning is dikwijls versierd met een stijlvolle omlijsting uit baksteen of blauwe hardsteen. De polders zijn de vlakste streek van het land. Ze zijn het resultaat van de onvermoeibare strijd van de mens tegen het water. Om de laag gelegen gronden tegen overstromingen te beschermen, hebben de bewoners vanaf de 11e eeuw dijken gebouwd en drainagegrachten voor de afvoer van het regenwater aangelegd. De Scheldepolders zijn van recentere datum dan de Meetjeslandse polders. Dat is duidelijk te zien aan het dambordpatroon van de ingepolderde gebieden. De huidige polders hebben een dikke kleilaag. Het gebied is zorgvuldig ingedijkt om nieuwe overstromingen te voorkomen. Door de groei van de Antwerpse haven zijn de polders echter stilaan aan het verdwijnen. Het typische polderlandschap is thans in slechts enkele enclaves bewaard gebleven. Het is een open en vlak landbouwland met weidse vergezichten in alle richtingen. De skyline wordt bepaald door dijken met groenschermen en industriële constructies. De bewoning ligt geconcentreerd in kleine dorpen en de solitaire woningen liggen sterk verspreid.
Leiestreek Meer landinwaarts brachten de vlas-, hop- en tabaksteelt handel en nering langs de boorden van de 'gouden rivier'. De hoeven zijn er vrij groot en altijd tot in kleinste bijzonderheden goed onderhouden. Net zoals in de polders zijn de gebouwen langs drie zijden, los van elkaar, in een rechthoek opgesteld. De daken zijn bedekt met stro of met halfronde, Boomse pannen. De rijke opbrengsten uit de landbouw leveren grote inkomsten aan de boeren. Die rijkdom en welstand wil de boer graag etaleren vooral door het gebruik van schreeuwerige bouwmaterialen.
Er zijn 3 soorten polders
Zeepolders in zeekleigebieden, tussen de +1 en +2 boven het Belgisch nulpunt, het werd pas ingedijkt toen het al ver was opgeslibd.
Veenpolders laagveengebieden (westNL), ontwaterde veengrond, bodem zakt in, verlaagd land moest beschermd worden door dammen, later dijken zo’n 1 a 2 meter onder Normaal Amsterdam Peil.
Droogmakerijen leeggepompte meren (begon rond 1600), soms meer dan 5 m onder NAP.
De Tweede Algemene Waterpassing (TAW) De Tweede Algemene Waterpassing (TAW) is de referentiehoogte waartegenover hoogtemetingen in België worden uitgedrukt. Een TAW hoogte van 0 meter is gelijk aan het gemiddeld zeeniveau bij eb te Oostende. De tweede algemene waterpassing dateert uit 1947 en werd uitgevoerd door het Nationaal Geografisch Instituut. In Nederland gebruikt men het Normaal Amsterdams Peil (NAP), dat 2,3 meter hoger ligt dan TAW. Hierdoor vallen hoogtes in België wat hoger uit dan in Nederland: het hoogste punt van België Signaal van Botrange ligt op 694 m hoogte (TAW), maar op "slechts" 691,7 meter boven NAP.
Springtij of springvloed is een vloed veroorzaakt doordat de getijdenwerking, die het gevolg is van de zwaartekracht, van de zon en de maan elkaar versterken. De maximale hoogte van het water is hierdoor hoger dan bij een normale vloed, die vrijwel alleen door de maan wordt veroorzaakt. Springtij in Wimereux bij Boulogne (Frankrijk): door de hogere waterstand en bij geschikte wind kunnen de golven bij springtij over de dijk slaan. Springtij treedt op bij nieuwe maan en bij volle maan, wanneer de zon, de aarde en de maan min of meer op één lijn staan. Daardoor is de totale kracht op de watermassa het grootst. Hierdoor is de waterstand tijdens het hoogtij hoger en tijdens het laagtij lager. Tussen volle en nieuwe maan in, bij halve maan werken de zwaartekracht van de zon en de maan elkaar tegen. De getijdenverschillen zijn dan minder groot, dit noemt men doodtij. Spring- en doodtij komen dus twee maal per synodische maand voor. Doordat het getij, zoals het in Nederland wordt waargenomen, vooral wordt veroorzaakt door de invloed van maan en zon op het water van de Atlantische oceaan, treedt springtij in Nederland op ongeveer 3 dagen ná volle maan. Zo lang heeft de 'vloedgolf' nodig om bij Nederland te komen.
In de Belgische kust- en hinterlandgemeenten zijn 2.042 landbouwbedrijven actief (31 december 2019). Deze landbouwbedrijven bieden werkgelegenheid aan bijna 4.078 personen en genereren een omzet van meer dan 500 miljoen euro. De specialisatie van deze bedrijven betreft in de eerste plaats akkerbouw, rundvee en hokdieren (varkens en pluimvee). De cultuurgrond in de kustzone heeft een totale oppervlakte van 71.384 ha (2020), wat 11,4% van de cultuurgronden in Vlaanderen omvat.
Extra uitleg over: plattelandstoerisme. Klik hier. regio polders. Klik hier
Bestudeer eerst bovenstaande cursus. IN ONDERSTAANDE GEGEVENS STAAN ER VAAK HYPERLINKS. KLIK ER OP EN LEES OOK DIE TEKSTEN. ER WORDEN DAAR VRAGEN OVER GESTELD. Antwoorden te halen uit bovenstaande gegevens. Selecteer het antwoord dat je het meest juist lijkt en/of vul in.
MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN, INDIEN HET WOORD ER STAAT, IN HET GEOPENDE VENSTER TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
Bekijk de foto rechts op het scherm!
Uit welke geografische streek komt die foto?
De Leemstreek.
De Kempen.
Haspengouw.
Kustpolders.
Bekijk de foto rechts op het scherm!
Hier toont men een
industrieel landschap.
landelijk landschap.
stedelijk landschap.
verkeerslandschap.
recreatief landschap.
De Kustpolders vertonen:
veel oneffenheden.
weinig oneffenheden.
Volgens de geografische kaart versmelten de Kustpolders in het noorden met een andere polder, o.a. de: EEN WOORD INTIKKEN.
De bodem van de polders bestaat hoofdzakelijk uit:
zand.
leem.
grind.
klei.
In de polders doet men aan:
drainage.
irrigatie.
De Polders in België zijn door de mens gemaakt. Het waren vroeger: KIES UIT DE WOORDEN: slikken, schorren, heuvels, weilanden, akkers
De getijden aan de Belgische kust. Klik hier. Hoeveel bedraagt ongeveer het hoogteverschil tussen eb en vloed?
ongeveer 3 meter.
ongeveer 2,50meter.
ongeveer 4 tot 4,50 meter.
ongeveer 5 tot 6 meter.
De getijden aan de Belgische kust. Klik hier. Hoeveel uren ongeveer duren eb en vloed. GETAL INTIKKEN!
Afwateringssluizen kunnen het water lozen naar zee bij:
springtij.
vloed.
eb.
doodtij.
Zie bijgevoegde foto! De Polders zijn een
open landschap.
gesloten landschap
In België hanteert men vanouds een indeling die boerderijen rangschikt naar de ordening van de gebouwen op het erf. Dit hangt op zijn beurt weer samen met bedrijfsvoering en grondsoorten. De langgevelboerderij komt voor op de minder vruchtbare gronden in de Kempen en in het noorden van Brabant. Een variant hiervan is de Bretonse hoeve, die voorkomt in West-Vlaanderen. De blokhoeve komt voor ten zuiden van de Samber en de Maas. De open hoeve, waarbij woning, stallen en dienstgebouwen vrij van elkaar rondom een binnenhof zijn gebouwd. Het komt voor op de kleigronden in Haspengouw, Brabant en Henegouwen. De gesloten hoeve, waarbij woning, stallen en dienstgebouwen gesloten van elkaar rondom een binnenhof zijn gebouwd. Het komt voor in West-Vlaanderen, de Westhoek en Frans-Vlaanderen. Welk soort hoeve vindt men in de polders van de Westhoek?
meerbouwige hoeve.
gesloten hoeve.
vierkantshoeve.
langgevelhoeve.
De boerderijen in de Belgische Polders hebben vaak een krans van bomen rondom. Waarom?
Om het inkijken te verhinderen.
Om de zon tegen te houden.
Om als windscherm te dienen.
Klik hier. Zie evolutie van de landbouwbedrijven. De boerderijen in de Belgische Polders zijn
klein.
middelmatig.
groot.
In de Belgische Polders vindt men langgerekte verhogingen. Hoe noemt men die? EEN WOORD INTIKKEN.
In de Belgische Polders vindt men depressies van 1 à 2 meter diep. Geef de naam van zo een depressie.
De belangrijkste gewassen in de Belgische Polders zijn: KIES UIT: aardappelen, tuinbouw, weiden en voedergewassen, tarwe, suikerbieten, vlas.
Op bijgevoegde kaart van Vlaanderen heeft men voor de Polders 5 belangrijke rijke landbouw teelten. Welke?
In de Belgische Polders is het rendement per ha
laag.
hoog.
zeer hoog.
zeer laag.
In de Belgische Polders bestaat de veestapel vooral uit:
melkvee.
vleesvee.
In de Scheldepolders kweekt men vooral
industriegewassen.
voedings- en tuinbouwgewassen.
graangewassen.
veevoedergewassen.
In de Belgische Polders kent men:
bedrijfsvergroting.
bedrijfverkleining.
In de Belgische Polders neemt de cultuurgrond af door: AL DE JUISTE ANTWOORDEN AANDUIDEN.
In de Belgische Polders vindt men weinig industrie, alleen rond 2 steden. Welke?
De werkloosheid in de Belgische Polders is groot. Dit komt door:
Plattelandstoerisme heet in België: EEN WOORD INTIKKEN.
Plattelandstoerisme heet in Nederland: VIER WOORDEN INTIKKEN.
Hoe noemt men Polders in zeekleigebieden, tussen de +1 en +2 boven het Belgisch nulpunt, ze werden pas ingedijkt toen het al ver was opgeslibd.
Zeepolders.
Veenpolders.
Droogmakerijen.
Hoe noemt men polders in laagveengebieden (westNL), ontwaterde veengrond, bodem zakt in, verlaagd land moest beschermd worden door dammen, later dijken zo’n 1 a 2 meter onder Normaal Amsterdam Peil.
Zeepolders.
Veenpolders.
Droogmakerijen.
Hoe noemt men de Polders ontstaan uit leeggepompte meren (begon rond 1600), soms meer dan 5 m onder NAP.